Nieuwe gedichten(1827)–A.C.W. Staring– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 131] [p. 131] aant. Het hondengevecht. Bereisde Roel zag op zijn togten Geweldig veel! Twee Bullebijters vochten Eens voor de herberg, in een kleine Poolsche stad, Terwijl hij net aan 't venster zat: ‘Zulk vechten, Menschen! - - Zij verslonden Malkander letterlijk! Met iedren hap, ging oor Of poot er áf - en glad als vet er dóór! Ons scheiden kwam te laat! wij vonden Het restjen: - op mijn eer, De staarten, en niets meer.’ Vorige Volgende