Friesche lusthof
(1966-1967)–Jan Jansz. Starter– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 156]
| |
[98] [Het glas van mijn geneughd]aant.Stemme: La sorte ma pigljar, &c.
1.
Het glas van mijn geneughdGa naar voetnoot1
Is afgeloopen,Ga naar voetnoot2
Ick wil niet meer na vreughd,Ga naar voetnoot3
Noch blydschap hopen,
5[regelnummer]
Nu ick myn liefstens gonst niet kan verwerven,Ga naar voetnoot5
Wil ick niet springen meer,
Noch vrolick singen weer,
Maer droevigh sterven.
2.
O, Hemelen! betrecktGa naar voetnoot9
10[regelnummer]
U blauwe Zalen,
Met Wolcken droef bedecktGa naar voetnoot11
Haer blyde stralen:
Stort al u stromen uyt, helpt myn beschreijen
Myn ongeluck en rouw,
15[regelnummer]
Midts ick van myn Iuffrouw,Ga naar voetnoot15
Bedroefd, moet scheijen.
3.
O soete Phyllida!Ga naar voetnoot17
Born van myn suchten,Ga naar voetnoot18
U volght geen vyand na,Ga naar voetnoot19
20[regelnummer]
Waer toe dan 't vluchten?
| |
[pagina 157]
| |
Merckt wien ghy schuwt, en queld met duysend smarten,Ga naar voetnoot21
't Is Tyter die u diend,
't Is Tyter die u miend,Ga naar voetnoot23
En mind van harten.
4.
25[regelnummer]
't Is hy die op u boud
Syns levens ruste:
't Is Tyter die u houdGa naar voetnoot27
Voor al syn luste,
't Is Tyter dien ghy kond alleen vermaken,Ga naar voetnoot29
30[regelnummer]
't Is Tyter die u vrydt,Ga naar voetnoot30
't Is Tyter die u vlydtGa naar voetnoot31
In alle saken.
5.
Dus Phillida, myn schoon,
Vervormt u sinnen,Ga naar voetnoot34
35[regelnummer]
Gund Tyter, Tyter's loon,
Dat 's wederminne:Ga naar voetnoot36
Maeckt Tyter (dien 't so bang is) doch niet banger,
Maer Tyter eens verblyd,
Lyd niet dat Tyter lydGa naar voetnoot39
40[regelnummer]
U strafheyd langer.Ga naar voetnoot40
|
|