Friesche lusthof
(1966-1967)–Jan Jansz. Starter– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 51]
| |
[27] [Stil, stil een reys]aant.Stemme: De Nieuwe Laboré.
1.
Stil, stil een reys,Ga naar voetnoot1
Ghy, die het blancke vleys,
En schoonheden van u Goddinnen prijst,Ga naar voetnoot3
Ghy, die u tyd
5[regelnummer]
al dichtende verslyt,Ga naar voetnoot5
Op dat ghy u liefkens min bewijst:
Het heeft geen slot,Ga naar voetnoot7
al wat ghy tot,
U liefstens eer meugt brouwen:Ga naar voetnoot9
10[regelnummer]
Want de Koninginne, die
Mijn gemoed heeft in 't gebie,Ga naar voetnoot11
Is 't puyck van alle vrouwen.
2.
Geen sneeuw is so klaerGa naar voetnoot13
Als haer wangetjens, daer
15[regelnummer]
Twee roode Rooskens bloeyen staen.Ga naar voetnoot15
Geen Goud is soo geel
Als heur hayr kruyf en eel,Ga naar voetnoot17
't Welck dagelijx schijnd te groeijen aen.
Haer veurhoofd blanck,
20[regelnummer]
Glad, hoogh en lang,Ga naar voetnoot20
[28] Haer ooghjens glinstrigh tintelen,
Die soo bruyn, soo gittigh swartGa naar voetnoot22
Sijn, dat sich daer door mijn hert
In vreughden schijnd te wintelen.Ga naar voetnoot24
| |
[pagina 52]
| |
3.
25[regelnummer]
Sy heeft een kin
Met een kloofje daer in,Ga naar voetnoot26
En een putjen in beyd haer wangen,Ga naar voetnoot27
En als haer gesangh
Begind te gaen zijn gangh,
30[regelnummer]
Soo leyd mijn hert ghevangen,Ga naar voetnoot30
Geen snaren-spel,
Klinckt half soo wel,
Want by haer melodije
Is het oversoet gheluyt,
35[regelnummer]
Van het snaren-spels getuyt,Ga naar voetnoot35
Maer rechte leurerije.Ga naar voetnoot36
4.
Haer wijnbrauwen swartGa naar voetnoot37
Niet te sacht, niet te hart,
Niet te na, niet te wijt van een ander,Ga naar voetnoot39
40[regelnummer]
Haer lipkens rood,
Niet te kleyn, niet te groot,
Die kussen steeds malcander.
Haer tantjens kleyn,
Sijn blanck en reyn,
45[regelnummer]
Haer adem als Fioelen,Ga naar voetnoot45
Steeld een mensch zijn hert terstont
Als men die maer van haer mond
Begind van veers te voelen.Ga naar voetnoot48
5.
By haer hals, als yvoor,
50[regelnummer]
Deurstraeld door en door,Ga naar voetnoot50
Met blaeuw verheven aderen,Ga naar voetnoot51
Swoer ick wel bycansGa naar voetnoot52
Dat gheen albasters glansGa naar voetnoot53
| |
[pagina 53]
| |
In 't minst sou konen naderen.
55[regelnummer]
En na haer staet,Ga naar voetnoot55
Weet sy haer ghelaet,Ga naar voetnoot56
Soo loffelijck te stieren,Ga naar voetnoot57
Dan lieffelijck, dan weder stuer,Ga naar voetnoot58
Dan vol vreughd, dan vol getruer,Ga naar voetnoot59
60[regelnummer]
Op alderley manieren.
6.
Roosrood is haer mond,
Haer borsjes hard en rond,
Daer op twee karsjens wassen,Ga naar voetnoot63
Och! moght ick haer een reys,
65[regelnummer]
By dat lieve blancke vleysGa naar voetnoot65
Al grypende verrassen,
Ick wed ick sou
Mijn lieve Vrouw,
Soo lieffelijck omarmen,
70[regelnummer]
Dat sy over mijn elend,
Sou haer selven noch in 't endGa naar voetnoot71
Genadighlijck ontfarmen.
7.
Want ick segh in 't kort,Ga naar voetnoot73
Dat op haer niet en schortGa naar voetnoot74
75[regelnummer]
Van 't gene dat na mijn sin waer
Gheen deughden soo groot,
Den Hemel oyt ontsloot,Ga naar voetnoot77
Ofmen vindse al t' samen in haer,
Ick ben te grof,
80[regelnummer]
Om half haer lof
Volkomen te beschryven,
Want al waer mijn pen van stael,
En mijn stem van klaer metael,
Ick sou al niet bedrijven.Ga naar voetnoot84
|
|