Het lust-hof der zielen, beplant met verscheiden soorten van geestelijke gezangen
(1681)–Claes Stapel– AuteursrechtvrijStemme: Nu leef ik in 't verdriet. Of:
| |
[pagina 677]
| |
Of om zulx noch te doen in vast voor-neemen zijt.
4. Toon niet den Mensch zoo zeer uw moijigheid van 't kleed,
Als wel uw rein gemoed aan God, die alles weet,
En daar naa oord'len zal. Beswaar uw herte niet
Met lekk're spijz of drank, die gy hier voor u ziet.
5. Op dat d' onzeek're dag, der over-treeders schrik,
U niet en over-val, zelf in dit oogen-blik.
Nut naa natures eisch deez spijz en eed'le wijn,
Met zooberheid en dank, om sta'ig bequaam te zijn
6. Tot Gods-dienst: want de spijz' en drank zijn zelf niet quaad,
Maar worden 't door mis-bruik, wel-lust of overdaad.
Laat z' u een aan-wijs zijn op d' Eng'len zoete spijz,
Die God ons heeft beloof in 's Heemelz Paradijs.
7. Laat uw gezang niet zijn uit eenig ydel lied,
Of loslijk met de tong, als 't zingen veel geschied;
Maar is 't van heil'ge stof, met een aan-dachtig hert
Voor God, ten eind, dat Hy daar door gepreezen werd.
8. Voor al uw losze tong bedwing, en hou in band
Van klucht en yd'le praat, jok, spot, en boeren, want
Den Mensche in Christus dag van yder on-nut woord
| |
[pagina 678]
| |
Zal reek'ning moeten doen, dat uit hem is gehoord.
9. Dies meng uw woord met zout, gewen uw tong gewis
Tot 'geen dat heilig, kuis, God'lijk en Heemelz is;
Waar uit dat God zijn eer, die 't hoord zijn stichting zuigd
En gy verlang en hoop naa 't eeuwig heil betuigd.
10. Schep uit het ydel spel ook uw vermaken niet,
De-wijl mal, kinderlijk jaa dertel zulx geschied:
't Betaamd een Christen niet, die deftig in aandacht
En Heemelze gepeins steeds zijn ont'binding wacht.
11. Verheug u in den Geest. Gebruik het zoet vermaak
Van Broederlijk verzaam in sticht'lijk zaamenspraak,
Van Gods woord en zijn vreugd. O! dat zal zijn zoo zoet;
En laaten als gy scheid, u een verheugd gemoed.
12. Schaam u toch Christus niet, dat Hy u niet we'er schaamd.
Laat lichten uwe licht. En wandel als 't betaamd.
Stel nu in 't werk uw pond. Acht op geen smaad of hoon
Of haatelijke naam; Maar op het eeuwig loon.
C.S. |
|