Het lust-hof der zielen, beplant met verscheiden soorten van geestelijke gezangen
(1681)–Claes Stapel– Auteursrechtvrij
[pagina 679]
| |
Stemme: Florida, zoo het weezen mag.1. GEnooden, die gekoomen zijt
Ter bruiloft, om te zijn verblijd,
Ik bid, wild staadig denken
Om 't eeuwig vreugdig bruiloftsmaal
Dat God in 's Heemels zaal,
Zijn lieve bruid zal schenken.
2. Ey! en vergaap u hier toch niet
Aan 't geen gy smaakt, of hoord of ziet;
't Zijn al maar yd'le dingen,
Te laag voor 't Christelijk gemoed,
Dat zich met hooger voed,
En voor zulks moet bedwingen.
3. Als u de spijz en drank wel spaakt
Of zingers heel u 't oor vermaakt,
Wild dat aandachtig denken,
Zoo God de mensch deez zoetheid geeft,
Die steeds in boosheid leefd,
Och! wat zal Hy wel schenken
4. Aan die noch vlek noch rimpel heeft,
En steeds aan-dachtig zuiver leefd
In heil'ge wandelingen,
Die in 't forneis als goud zal staan,
Als 't alles zal vergaan,
De aard en aardze dingen?
5. O on-begrijpelijke vreugd!
O on-uitspreekelijk geneugd!
O zoetheid noit vol-preezen!
| |
[pagina 680]
| |
O rijk! o kroon! o hooge throon!
O alderschoonste schoon!
Die daar zal eeuwig weezen.
6. Wech, wech dan met het aardz ont-haal,
Ik hoop op beeter bruilofts-maal
My naamaals te vermaaken,
Met mijn lieven bruidegom.
O zoete Iesus kom!
En laat my 't Heemels smaaken.
7. Mij ziel met vlijt u derwaards spoed,
En 't witte bruilofs kleed aan-doet,
Niet flau, maar ras en vaardig.
Stad-oog gesta'ig op 't Heemels heil,
Al-tijd een oog in 't zeil,
De zaak is dubbeld waardig.
C.S. |
|