Het lust-hof der zielen, beplant met verscheiden soorten van geestelijke gezangen
(1681)–Claes Stapel– Auteursrechtvrij
[pagina 673]
| |
Stemme: Verdwaalde Kooninginne.1. LEt eens gy Bruilofts-lieden,
Die hier vergaaderd zijn,
Wat u dit wil bedieden,
Vergaap u op geen schijn,
Alleen niet kijkt, op 't geen hier blijkt,
Weet dat gy hier in deezen
Een schadu ziet, maar 't weezen niet,
Het aan wijzd u het weezen.
2. 't Geen u dit wil af-beelden,
Dat is een Heemel-geest,
Al een vol-maakter weelde,
Een Bruiloft naa den Geest,
Die naa-maals zal, van 't heilig tal
In Gods rijk zijn gehouwen.
Hier toe werd gy, en wie het zy
Genood ter goeder trouwen.
3. Nu diend een proef genoomen,
Wat elk zich heeft beweegd
Ter Bruiloft hier te koomen.
Is 't niet om dat-men pleegd
Een kort vermaak, in 1. zang, of 2. smaak,
Of om 3. 't gezelschaps zoetheid,
Of 4. om de vre'e, of 5. Maagschaps ze'e,
Of bidder 6. be'e, of 7. Goedheid?
4. Wel aan! is dit de reeden,
(Gelijk het immer is)
| |
[pagina 674]
| |
Het welken in u heeden
Baard uw beweegenis,
Zoo neem eens acht, of oorzaaks kracht
U niet veel meer komt nooden,
En pord u aan, ter feest te gaan
Daar u benoodigd Goode.
5. Is 't u om 't vroolijk zingen?
Weet dat der Eng'len zank
Veel meerder vreugd zal bringen,
Dan 't schoonste stem-geklank
Iaa al 't gequeel, van snaar en keel
Kan 't hert zoo niet verblij'en,
Als 't wel geschied, door 't nieuwe lied
En 's Heemels melodije.
6. Of is 't u om 't vermaaken;
Van lekk're drank en spijz?
Veel zoeter is 't te smaaken
In 's Heemels paradijs.
Want alle lust, werd daar geblust,
Daar 's niet dat vreugd verhinderd,
Noch daar en werd, door hongers smert
Noch dorst de vreugd verminderd.
7. Of is 't u om het by-zijn
Van die hier zijn vergaard?
Zoo denk eens om het blij-zijn,
Die zelfs met Goode paard,
Die by 't getal, der heil'gen al,
En d' Engelen zal vermey'en,
Al waar het woord, noit werd gehoord,
Van schey'en bitter schey'en.
8. Of is 't u om de vreede
Met die u nooden doet?
't Is wel gedaan, en reede
Dat m' hem voor on-vree hoed,
| |
[pagina 675]
| |
Maar wijder let, of gy niet bet
Naa vreed behoord te trachten
Met die het geeft, daar 't al van leefd,
Om op zijn gunst te achten.
9. Of heeft u dit bewoogen,
Naa-Maagschap in het bloed?
Meer oorzaak om te poogen
Hebt gy naa 't Heemels goed.
Dees Bruidegom, is neef noch oom,
De vrindschap komt u naader,
Want Hy bemind, u als een kind,
En gy heet hem uw Vaader.
10. Of heeft u het begeeren
Van iemand aan-gepord?
Weet dat gy van den Heere
Veel meer benoodigd word,
Die bid en smeekt, die vleid en spreekt
In uw gewis te nooden,
Niet eens, maar staag, jaa alle daag,
En zen daartoe noch booden.
11. Of dunkt u Hy was 't waardig
Die u hier toe beriep?
Zoo denk of Hy, die vaardig
U en ook alles schiep,
Of diens goedheid, die 't al breid,
U hert niet hoor te neigen:
Want alleen goed, is die dit doet, Iaa goedheid is hem eigen:
12. O! dat hier uit wy gasten,
Die hier nu zijn vergaard,
Voort-aan noch vlijtig pasten,
Om naa te zijn gepaard
Met God door deugd, al waar in vreugd,
Hy zelfs zijn bruid wil trouwen.
| |
[pagina 676]
| |
En daar m' al-tijd, zal zijn verblijd
En eeuwig bruiloft houwen.
J.D. |
|