Het lust-hof der zielen, beplant met verscheiden soorten van geestelijke gezangen
(1681)–Claes Stapel– AuteursrechtvrijStem: O Kers-nacht! schoonder, &c.1. AAn God alleen haar trouwe geeven;
Met hem alleen bekommerd leeven.
Verzaaken al wat zicht'lijk is.
Met God gemeen. Zich zelven haaten.
Zeer graag alleen. En niet veel praaten.
Vermijden aandachts hindernis.
2. Veel-tijds in huis, of straat zeer zelden.
Al wat haar schort aan Iesus melden,
In goe' geweets vry-moedigheid.
't Gebed haar steun, verquikking leezen.
Vol Heemel-zucht gestaadig weezen.
| |
[pagina 661]
| |
Naa-trachten 't geen tot vord'ring leid.
3. Vry van pracht, lust en over-daaden
In spijz, drank, kleed, huis en huis-raaden;
Uit-koopen zoo en geld en tijd.
In staat zich als een arme draagen.
Naa kennis-Gods heel yv'rig jaagen
Tot haar en 's naastens zaaligheid.
4. In 't goed sta'ig beezig zonder woelen.
Des anders nood als eigen voelen.
Hulp-vaardig met all' wat zy heeft.
Schoon weinig hebbend echter geeven.
Verdrukt te zijn en blijd te leeven,
Om dat 's Vleeschs teegen zeegen geeft.
5. Dienstbaar te zijn en noch te loonen.
Te rug gezet en dank te toonen. Verheugd om d' aan-gedaane hoon.
Voor trouwigheid on-dank te krijgen.
Op schimp en smaad maar stille swijgen.
Sta'ig houdend 't oog op 's Heemels kroon.
6. Eens anders quaad ter nood maar melden.
Ont-fangen leed met deugd vergelden.
God bidden voor die 'r heeft mis-daan.
Christus lijden voor al wel weeten.
Eigen lijden zeer haast vergeeten;
En willig om noch meer t' ontfa'en
7. Haar eigen zin en wil besnijden.
Onschuldig en verduldig lijden.
Is all's vernoegd zoo 't God bescheerd.
Begaafd te zijn en zelfs niet weten.
Gedaane deugde straks vergeeten,
En yv'ren naa 't geen noch ontbeerd.
8. Eens anders deugd, noit d' eigen prijzen.
De kleine meest haar gunst bewijzen,
Schoon 't d' heele Weereld teegen is.
| |
[pagina 662]
| |
In zond of quaad niet eens vernachten,
Om boet te doen geen tijd verwachten;
Maar op te staan zoo ras men mist.
9. Geringe zond noit licht te achten.
Der vroomen raad noit licht verachten.
Sta'ig doelen naa het alder-best.
Schoon ver-gekoomen noch beginnen,
All' on-volmaaktheid over-winnen,
Niet rusten dan in 't alder-netst.
10. Vol-maakt te zijn en noch te vreezen.
De gantze Weereld door te weezen.
Vervuld met heiligheid en deugd.
Vercier u Maagd hier me'e van binnen,
Zoo zal u God als Bruid beminnen
En leiden in de eeuw'ge vreugd.
Dit' s d' uit-druk van een Maagd, die Christus naam zal draagen.
Het cierzel voor een Vrouw om Goode te behaagen.
De kroone voor een Man, die 's leevens kroon begeerd.
De eere van een Knecht, die Goode waarlijk eerd.
|
|