Het lust-hof der zielen, beplant met verscheiden soorten van geestelijke gezangen
(1681)–Claes Stapel– AuteursrechtvrijOp de wijze: Al die woond in 's Heemels throonen.1. HEf, mijn ziel! u op naa booven,
Om den hoogsten God te looven,
Die door zijn groote kracht
Iesus heeft om-hoog gebracht.
Zoo dat Hem de Eng'len prijzen,
En eerbiedigheid bewijzen.
Buigend haar in needrigheid,
Voor deez hooge Majestait.
2. Laat u stemme nu ook brommen,
O gy Heemelz' vorstendommen!
Over deeze blijde maar,
Die gy zelfs nu word gewaar.
Om dat gy nu hebt verkreegen,
Deezen over-grooten zeegen,
Zoo een Heer en Opper-hoofd,
Die all' and're glans verdoofd.
| |
[pagina 609]
| |
3. Die nu alle macht in handen,
Over volken ende landen,
Heeft van Hem, die 't al bezat,
En zijn eerste oorsprong had.
Deezen Iesus, deezen Kooning,
Nam Hy zelfs in 's Heemels wooning,
Schonk Hem deeze waardigheid,
Dien Hy lang had toe-gezeid.
4. Zoo dat hem nu alle machten,
Vorstendommen ende krachten,
Hier om-laag ook op der aard,
Tot op zijnen tijd gespaard,
Haaren knyen voor Hem buigen,
En met need'righeid betuigen,
Dat Hy is een Heer en Hoofd,
Van die niet of al geloofd.
5. O! verwonderlijke stroomen,
Die op onzen Iesus koomen!
Van den haat, den spot, en hoon,
Tot zoo hoog een Heemels kroon!
Nu is kruis en dood verwonnen,
't Graf heeft hem hiet houden konnen;
Als dien alder-hoogsten Held,
Wierd in dat geluk hersteld.
6. Laat ons dan eer-biedig knielen,
En met uit-gestrekte zielen,
Bidden zijne Majestait,
Dat Hy ons die plaats bereid.
Om naa deeze korte daagen,
Ons van d' aarde op te draagen,
In dat ruime Heemel-welf
By Hem en den Daader zelf.
7. Op dat wy dan met de Eng'len
Onze stemmen t' zaamen streng'len,
| |
[pagina 610]
| |
Looven, prijzen eenen tijd,
Die in eeuwigheid niet slijt;
Maar gelijk als Goodes jaaren
Niet verouden, noch beswaaren
Wy Hem zullen zijn gelijk,
In dat Heemels Kooning-rijk,
8. Gy, o God een eeuwig Weezen!
Word van ons al t' zaam gepreezen,
Die nu dus onz luk be-oogd,
En 't zaad Abrahams verhoogd,
't Welk Gy reekend alle vroomen,
Die door Iesus tot U koomen.
O geluk! O zaaligheid!
Daar onz ziel U lof voor-zeid.
B.J.S. |
|