Het lust-hof der zielen, beplant met verscheiden soorten van geestelijke gezangen
(1681)–Claes Stapel– AuteursrechtvrijZang: Spanjolette Reformeê.1. ZIng nu vroolijk alle volken,
Toon u vreugden-rijk:
Iesus gaat, door lucht en wolken,
Naa zijn 's Vaaders Rijk.
| |
[pagina 605]
| |
Den kelk is uit-gedronken,
En 's Vaaders wil vol-bracht:
En God heeft Hem beschonken
Met d' alder-hoogste magt.
2. Hoog-verheeven vol van waarde,
Is Hem al 't geweld
Zelfs van Heemel en van aarde
In zijn hand gesteld.
Dies buigt het alle-gaader
Voor hem al watter leefd,
Behalven zijnen Vaader
Die 't hem gegeeven heeft.
3. Zijn gehoorzaam zijn gebooden.
Wandel onbevlekt;
Want hy leefd, die uit den dooden
We'er zijn volk verwekt.
Hy zelfs is voor-getreeden
Als 't hooft, en blijft nu daar,
Om zijn verstroide leeden
De plaatz te maaken klaar.
4. Schoon Hy hoog en wijd verheeven
Booven zon en maan;
Leefd in 't onbegrijplijk leeven,
Dat noit zal vergaan;
Hy zal zich we'er vertoonen
Ten troost van die nu lijd;
Op dat zy by Hem woonen
Van alle nood bevrijd.
5. Doen Hy 's leevens weegen leerde,
Heeft Hy zelf gesmaakt,
Door de boosheid der verkeerde,
Wat ons meest genaakt;
En daar om als de zinnen
Door lijden zijn bedroefd,
| |
[pagina 606]
| |
Helpt Hy het leed verwinnen;
Want Hy 't zelf heeft geproefd.
6. 't Zy wat loon dan Menschen geeven,
Christus, die het ziet,
En ten Kooning is verheeven,
Slaapt noch sluimerd niet.
Zijn kind'ren, die hem vreezen
En naa Hem zijn ge-aard,
Zal Hy een trooster weezen,
Wat leed haar weeder-vaart.
7. Doch, die onzen Vorst wil vinden
Tot zijn hulp bereid,
Moet zijn herte noit verbinden
Aan de ydelheid.
Zijn weezen is af-keerig
Ook zelfs van 't minste quaad;
Maar weeder-om begeerig
Naa yder goede daad.
8. Om hier naa in zijden kleeden
Met Gods volk te gaan;
Moeten d' aardze zinlijkheeden
Hier bezijden staan.
Die eens ter vreugd verrijzen
En zijn wil in Gods rijk,
Moet eerst hem hier bewijzen
Zijn Zoon te zijn gelijk.
9. Iesus, Heer! die uw' gemeente,
Door uw' hand gesticht
Op 't onwankelbaar gesteente,
Met uw licht verlicht;
Och! zoo wy wel betrachten
Uw' schoone Heemel-reis
Zoo zal dien troost verachten
De droefheid van onz vleis.
A.J. |
|