Het lust-hof der zielen, beplant met verscheiden soorten van geestelijke gezangen
(1681)–Claes Stapel– AuteursrechtvrijStemme: Ay zie het pluim-gevoogeld, hoe dat het, &c.1. WAt vreugde onze zielen en geest bevangen heeft
Is naulijx uit te spreeken, nu Iesus weeder leefd.
Nu Iesus is verreezen uit d' alder-grootste schand,
Vervloekt' en wreeden kruis-dood, in beeter leevens stand;
Den dood en 't graf ont-vlooden,
Met macht den dood te dooden.
Onz tonge wil het herte, het hert de tong voorby;
| |
[pagina 601]
| |
Om all' het heil te melden, dat hier in voor ons zy.
2. Nu weet en is men zeeker van Goodes groote kracht;
Dat Hy ons kan verloszen uit dood en hellen magt:
Wijl Hy zijn lieve Zoone, gedaald in 't hert der aard,
Van dood en hell' verslonden, op nieuws heeft we'er-gebaard;
Zoo dat hy noit zal sterven,
Noch keeren ten verderven;
Maar eeuwig zaalig leeven by Hem in 's Heemels woon,
Daar heerschen als een Kooning en zitten op zijn throon.
3. Nu weet en is men zeeker, dat Iesus Christus leer
Is Godlijk en waarachtig; om dat Hy zellefs, eer
't Geschied is, dat 't geschieden zou, dik-wils heeft voor-zeid,
En tot het grootste teeken van zendings zeekerheid
't Gesteld, aan die 't Hem vraagen;
Dat Hy drie nacht en daagen
Als Ionas in des Vis-buik, in d' aarde weezen zou;
En d' af-gesloopte Tempel dat we'er op-rechten wou.
4. 't Is zeekerder als zeeker, dat den getrouwe God,
Lief-hebber van het mensdom, die noit met iemand spot,
Geen leug'naar of bedrieger, tot staading van zijn leer,
| |
[pagina 602]
| |
Zal uit den dood verwekken, gelijk aan onzen Heer
Gedaan heeft, en beweezen
In kracht zijn Zoon te weesen,
Die tot zijn lout're on-schuld gedoemd is en gedood,
En daar-om we'er getrokken uit doods geweld en schoot.
5. Zoo dat het waar en zeeker is al wat Iesus zeid;
Zijn woord, beloft en dreigen zal volgen zoo 't daar leid,
Zijn Gods-dienst God-behaag'lijk; en wy op 't hoogst verplicht,
Dat woord gesta'ig te houden voor kaart, kompas en licht,
Dat ons, naar moey'lijk slaaven,
Brengt in behouden haaven
Van eeuwig heil en vreede, uit 's Weerelds woeste zee:
Maar die 't niet acht vergaan doet in d' alderdiepste wee.
6. Nu weet en is men zeeker, dat God elk Menschen kind,
Die zoo leefd als zijn Zoone, gelijk zijn Zoon bemind;
Die poogd Hem naa te volgen in heiligheid en deugd,
Verzaaking van hem zelven en 's Weerelds goed en vreugd,
In 't klein en zoover leeven,
Elk helpen, troosten, geeven,
Voor goed-doen 't quaade lijden, God lieven booven al,
| |
[pagina 603]
| |
En zoo dan komt te sterven, op-wekken wil en zal.
7. Hier van is Iesus d' eerst'ling, het hoofd en onderpand,
Die om ons op te wekken de macht zelfs heeft in d' hand.
Nu moet het deeg als d' eerst'ling, de le'en als 't hoof geschie'n,
Een luk en lot we'er-vaaren. Gelijk ook Iesus dien,
Die Hem geloofd, en leeven
Naar 't woord van hem gegeeven,
Beloofd heeft op te wekken in d' alder-laatste dag,
En geeven 't zaalig leeven, dat noit eens enden mag.
8. Lof zy U God en Vaader! die Christus onzen Heer
Verwekt hebt en verheerlijkt voor ons en tot uw eer;
En ons al-zoo her-booren, door uw barmhertigheid,
Tot hoop van 't eeuwig leeven, ons naa de dood bereid:
Om 't hoogste goed te erven,
Vol-maakt, vry van 't verderven,
Dat al-tijd onverwelk'lijk blijft eeven vers en schoon;
Gelijk Gy 't hebt gegeeven aan Iesus uwen Zoon.
9. Dit maakt ons 't herte lustig een weg met Hem te gaan.
Te letten op zijn voor-gang, hoe dat Hy heeft gedaan.
| |
[pagina 604]
| |
Vermits Hy is gestorven om onze zond'lijkheid,
En door uw kracht verreezen tot onz' rechtvaardigheid.
Op dat wy die d'er leeven
Ons zelfs niet, maar Hem leeven.
Iaa 't maakt ons 't herte moedig en g'hart tot alle nood,
Om zelfs met Hem te lijden een wreed en schand'ge dood.
10. O goede Heere Iesus aan 's Vaaders rechter-hand
Verhoogd! Wild ons toch geeven uw geest tot onder-stand.
Geef ons uw wil te kennen, een yver tot het goed,
En af-keer van het quaade, in strijding tot den bloed;
Kracht om te mijden, strijden,
Verdrukking vroom te lijden,
Sta'ig vuurigheid in 't bidden, en Heemel-zucht in 't hert,
Op dat men on-berisp'lijk van U bevonden werd.
C.S. |
|