Het lust-hof der zielen, beplant met verscheiden soorten van geestelijke gezangen
(1681)–Claes Stapel– AuteursrechtvrijStemme: Hoe schoon licht ons de Morgen-star.1. WEez wellekoom, o vroolijk jaar!
Gekroond met eenen blijde maar
Van zoo verheeven Kooning,
Die of Hy schoon rust' in de stal,
Zijn heerschappy strekt booven al,
Den Heemel is zijn wooning,
Daar Hy
Zoo wy
| |
[pagina 582]
| |
Hem van binn' in
't Hert beminnen,
Ons zal geeven
Hier en naa-maals 't eeuwig leeven.
2. Nu is des Heemels heir verheugd,
De vroomen scheppen groote vreugd,
Dat Christus is verscheenen;
Ons traanen zijn u af-gevaagd,
De dood en zond ons niet beklaagd,
Gelijk zy plagt voor-heenen:
Gods kracht,
Gods magt
Heeft verbonden
Onze wonden,
En geneezen;
Wel-koom moet deez Heiland weezen.
3. Vernieu ons Heer door uwen Geest,
Dat wy toch uw geboorten-feest
Met innigheid betrachten,
Vernieu onz wil, verstand en zin,
En schep 'er nieuwe Menschen in,
Die op uw waarheid achten;
Kom an,
Maak dan
Onz gemoeden
Tot uw goeden
Zoo geneegen,
Schenk ons uw genaad en zeegen.
4. Dan zal ont-springen ziel en hert,
Dat wy dit jaar, verlost uit smert,
Zacht in uw kribbe rusten:
Wy zullen juichen, o Gods Zoon!
O groote God! in uwen throon,
O volheid aller lusten!
| |
[pagina 583]
| |
U eer,
O Heer!
Hosianna,
Heemels manna,
Wy lofzingen,
O God! Heer van allen dingen.
|
|