Het lust-hof der zielen, beplant met verscheiden soorten van geestelijke gezangen
(1681)–Claes Stapel– AuteursrechtvrijStem: O Grootheid van Gods liefd, &c.1. WEl over-goede God, spring-bron en liefden-aader,
Gy aller Heeren Heer, maar onze goede Vaader,
Wy zenden onze stem in lof tot U om hoog,
Door 's Heemels wolken heen, en blauw gecierde boog.
2. Uw wijd beruchten naam moet lof op lof toestroomen
| |
[pagina 568]
| |
Van ons en d' Eng'len schaar en alle waarde vroomen:
Om dat Gy maaken wild (Heer!) in uw zaalig rijk,
Ons U en uwen Zoon on-sterffelijk gelijk.
3. Daar Iesus uwen Zoon zijn vrienden heeft bescheiden,
En ons is voor-gegaan, om plaatze te bereiden.
Hy heeft het toe-gezeid, beloof met eigen stem,
Dat Hy we'er koomen zal en neemen ons tot Hem
4. In zijn e heerlijkheid, die Gy Hem hebt gegeeven.
Dat wy die zullen zien, dat is zijn lust en leeven.
Zoo lief heeft Iesus ons, waar voor Hy zy geloofd.
Het voegd de leeden wel te koomen by haar hoofd.
5. Daar m' eeuwig dan zal zijn by alle Heemelingen:
En daar zoo on-vermoeid de Seraphijnen zingen,
En blaazen uwe faam, jaa daar 't bazuin-geluid
Den lof van Uwen Naam zeer zoet en krachtig uit.
6. Al waar elk hair een lip en alle leeden tongen,
Noch waar uw lof en dank naa waarde niet gezonden.
Men kan dat groot geluk op 't duizenst vatten niet;
Dat Gy, o rijke God! den armen Mensch aan-bied.
7. Want kinderen te zijn van U den grootsten Koonig;
Iaa U gelijk te zijn, te woonen in een wooning,
Daar m' eeuwig uw aanschijn zal zien met d' Eng'len schaar,
Niet grooters kan der zijn. Ach Heere maak dit waar!
J.H. |
|