Het lust-hof der zielen, beplant met verscheiden soorten van geestelijke gezangen
(1681)–Claes Stapel– Auteursrechtvrij
[pagina 468]
| |
Zang: In 't Bos om Wesel groeid houts genoeg. Of:
| |
[pagina 469]
| |
En Cherubijnen met vreugd verschijnen
Op uw' geluid.
3. Zoo zulk vermaaken,
U ziel doet waaken
Op al haar zaaken
Met ernst voortaan;
Om naa-maals meede
Voor God in vreede
Met bruilofts kleeden
Bereid te staan:
Zoo brengd die vreugd
U, door de deugd,
In 't kooning-rijk Christus gelukkig vol eer.
Zoo zoeten leeven
Werd hun gegeeven,
Die neerstig streeven
Naa waarheids leer.
4. Gezang en snaaren,
Door 't lieffelijk paaren,
Kan blijdschap baaren
In 't moedeloos hert:
Zy doen de krachten,
We'er op-waards trachten,
Eer zy versmachten
Door angst en smart.
Zoo zal 't gemoed,
Door 's Heemels zoet,
Vermaakt, en ontbonden van droefheid, vol vreugd
Zich zelf verquikken,
En niet meer schrikken;
Maar yv'rig schikken
Ter waare deugd.
| |
[pagina 470]
| |
5. On-reine gronde,
Bezet met zonde,
Werd niet bevonden
In 't vroom getal,
't Welk, alle nooden
En ramp ont-vlooden,
Dan uit den dooden
Verrijzen zal;
Maar die het quaad
Vol-koomen laat,
En Christus gezindheid natuurlijk vertoond;
Daar over-vloedig
Zijn geest, zacht-moedig,
Op-recht en goedig,
Vol deugd in woond.
6. Wel aan, o vroomen!
Wild geenzins schroomen
Om voort te koomen
Op heilig pad.
De gunst des Heere,
Zal u vereeren,
Naa uw begeeren,
Mat al zijn schat.
Zijt maar getrouw
In vreugd en rouw,
Gesterkt in de waarheid en liefde gelijk;
Op dat uw ooren
Naa deezen hooren,
Kom uit-verkooren
Bezit mijn rijk.
A.J. |
|