Het lust-hof der zielen, beplant met verscheiden soorten van geestelijke gezangen
(1681)–Claes Stapel– Auteursrechtvrij
[pagina 466]
| |
Op de wijze: Heil-gierig Mensch. Ofte:
| |
[pagina 467]
| |
In God alleen kan lieflijk rusten,
Die midden in 't verdriet,
Blijdschap geniet,
D' uiterlijke Mensch
Zijnde teegen wensch,
D' uiterlijke Mensch in 't lijden,
't Gemoed in-wendig kan verblijden.
5. De vreugd des Geests, het pand der vroomen
Werd door geen Creatuur benoomen,
In God die eeuwig is
Staan zy gewis,
Die haar aldermeest
In lijdens tempeest,
Die haar aldermeest kan baaten,
Als zy van alles zijn verlaaten.
6. Den druk, die tijdelijk en licht is,
Brengt heerlijkheid, die vol gewicht is,
Hen die aanschouwen maar
Op 't onzichtbaar,
Al wat het hier geschiet,
Dat en raakt haar niet,
Al wat hier geschied op aarde,
Dat is by haar van kleinder waarden.
7. Waar God zijn liefd' heeft in-gegooten,
Heeft Mensch hem zelven uit-geslooten,
Hy heeft al-tijd hoe 't gaat,
Profijt en baat,
Die gerust en stil,
Wil dat Goode wil,
Die gerust en stil kan lijden,
Die zal altijd in God verblijden.
J.Pr.S. |
|