Het lust-hof der zielen, beplant met verscheiden soorten van geestelijke gezangen
(1681)–Claes Stapel– AuteursrechtvrijStemme: 't Was een haaveloos Meisje, Of: Het daaget uit den Oosten.1. EEn lief heb ik verkooren,
De schoonste, die daar leefd,
Rijk, eedel, hoog-gebooren,
Wijs, deugdig, zeer beleefd.
Mijn lief, zoo over-schoone,
Is Gods Zoone.
2. Mijn lief heeft my gevonden
Als ik verlooren was.
Ik lag heel dood vol wonden,
Mijn lief quam wel te pas;
Om door zijn dood en lijen
My te vrijen.
3. Door Hem ben ik verreezen
Uit den vervloekten dood.
Ik ben geheel geneezen,
Gered uit alle nood,
En tot zijn lief verkooren,
En her-booren.
| |
[pagina 266]
| |
4. Soud ik hem niet beminnen,
Die my eerst heeft bemind?
Hy trekt tot hem mijn zinnen;
Dus mijn ziel vreede vind.
Lof Iesus Heer, mijn schoone,
Goodes Zoone!
5. Mijn hert, in liefd ontsteeken
Leid sta'ig als in een brand;
Die van veel waater-beeken
Vergeefs werd aan-gerand:
't Vuur heeft der waater-stroomen
Kragt benoomen.
6. Laat vry de Satan woeden
De Weereld hel en dood;
Mijn lief kan my behoeden
En redden uit den nood.
Hy slaat my al-tijd gaade
Met genaade.
7. Hy geeft my wat te smaaken
Van 's Heemels zoetigheid;
Daar-om wil ik verzaaken
Des Weerlds ydelheid,
Met vreugd het quaade mijden
t' Allen tijden.
8. Geen ding kan my vernoegen
Als deez' mijn waarde vriend,
Die gunstig gaat toe-voegen
't Geen my ten besten diend.
Door Hem strekt al mijn lijden
Tot verblijden.
9. Ik heb van Hem ontfangen
Zijn trouw tot onder-pand.
'k Heb naa zijn komst verlangen,
Och 't hert van liefde brand!
| |
[pagina 267]
| |
Kom lief, kom haast, mijn schoone
Goodes Zoone.
J.C.W. |
|