Het lust-hof der zielen, beplant met verscheiden soorten van geestelijke gezangen
(1681)–Claes Stapel– Auteursrechtvrij
[pagina 260]
| |
Stemme: Van Susanna. Of: Al die Godzaaliglijk naa Christus wil, &c.Is gemaakt van een jong Christen krijgs-held, genaamd Ioost Ioosten, die 18 Jaren oud zijnde ter Veer in Zeeland, naa dat hy swaarlijk gepijnigd was, en het zelve vroomelijk uit gestaan had, om der waarheids wille leevendig verbrand geworden is; en in het strooyen-huisje staand om verbrand te worden, het laatste veersje van dit zijn Liedeken gezongen heeft 1. O Heere! Gy staat al-tijd in mijne zinne,
Mijn ziele verlanget om by U te zijn,
Mijn hert is ont-brooken door uwe minne,
Og! wanneer zal ik koomen voor uw aan-schijn.
2. Gy kleine Vergaaderinge wild niet vreezen,
Wie verwind die al de kroone ontfa'en,
Ik koome tot u, ik en laat u geen weezen,
O mijn uit-verkooren! Wild u niet verslaan.
3. Gy schoonste onder de kinderen der Menschen
Mijn ziele verlanget om by U te zijn,
Naa uw zaaligheid moet is al-tijd wenschen;
Og! wanneer zal ik koomen voor uw aan-schijn:
4. Staa op mijn Vriendinne wild naader koomen,
Wie verwind die zal de kroone ontfa'en,
Mijn Bruid gy hebt my het herte ont-noomen,
O mijn uit-verkooren! en wild u niet verslaan.
| |
[pagina 261]
| |
5. O Heere! Ag koom tog tot mijnder baaten!
Mijn ziele verlanget om by U te zijn,
Gy zijt mijn sterkheid, wild my niet verlaaten:
Og! wanneer zal ik koomen voor uw aan-schijn.
6. Ik ben uwen Trooster, wild u niet vervaaren,
Wie verwind die zal de kroone ontfa'en,
Ik zal u int 't vuur en 't waater bewaaren:
O mijn uit-verkooren! en wild u niet verslaan.
7. O Heere! Hoe zal ik U ten vollen danken,
Mijn ziele verlanget om by U te zijn,
O eedele wijn-stok! laafd tog uw ranken:
Og! wanneer zal ik koomen voor uw aan-schijn.
|
|