Het lust-hof der zielen, beplant met verscheiden soorten van geestelijke gezangen
(1681)–Claes Stapel– Auteursrechtvrij
[pagina 258]
| |
Stemme: Als 't begind. Of: Psalm xx.1. EMmanuel die is uit-getoogen
Uit zijn Vaaders rijk in 's Weerelds plein.
Ialourze liefde heeft dat vermoogen.
Zijn lust was te weezen by 's Menschen grein
Om Hem zoo wil ik waagen
Mijn lijf en al mijn goed,
Mijn lijf en al mijn goed,
En verlaaten vrienden en maagen,
En schenken Hem mijn lijf, hart en bloed,
2. Deezen Bruidegom heeft my verkooren
Van des Weerelds quaad fenijnig abuis.
In ydelheid zoo was ik gebooren;
Ik wil met Hem zoeken een ander huis.
Adieu Vaader, Moeder, Zusters, Broed'ren,
Adieu Vrienden allega'er,
Adieu Vrienden allega'er,
Adieu alle des Weerlds goed'ren,
Deezen Bruidegom die neem my waar.
3. Tot Zion wil ik my gaan keeren,
Daar is Hy woonagtig mijns herten lief,
| |
[pagina 259]
| |
En dienen Hem daar met grooter eeren,
Die my al-dus hoog-waardelijk verhief,
Hy is, als waar het een zeegel,
Gedrukt op mijn herte vast,
Gedrukt op mijn herte vast.
Og Bruidegom! Gy zijt mijnen spiegel;
Ik en weet ter Weereld geen liever Gast.
4. Ik hebbe Hem mijn trouwe geswooren
Aan zijn eer-waard'ge regter-hand.
Te vooren liep ik geheel verlooren,
Verdwaald in het Babylonische land.
Nu wil ik Hem trouwlijk by-blijven,
Zijn woorden zullen wy voe'n,
Zijn woorden zullen my voe'n;
Geen hoerery en wil ik bedrijven,
Als andere Babelze dogteren doen.
5. Lof princelijke Vaader verheeven,
Lof almagtig God, aller Heeren Heer.
Zion die loofd U alle haar leeven,
Dat zuivere reine maagdeken teer.
Ierusalem word op-getimmerd
Door uw Zoon Emmanuel,
Door uw Zoon Emmanuel.
Uw kragtige hand is niet verminderd;
Al houd het de Weereld voor Aapen-spel.
|
|