Het lust-hof der zielen, beplant met verscheiden soorten van geestelijke gezangen
(1681)–Claes Stapel– AuteursrechtvrijToon: Staat op mijn Bruid mijn schoone, &c.1. O! Blinde Weereld vol ellenden,
Al uw geluk bestaat in waan:
Dat gy uw groote armoed kende,
En zoud naa and're rijkdom staan.
2. O! Koningen kond gy beseffen
Waar in een Kooning-rijk bestaat;
| |
[pagina 28]
| |
Gy zoud' uw roem zoo hoogh niet heffen,
Uw' aardze kroon was haast versmaad.
3. Gy boogt met kroon en schepter needer,
In 't stof, voor Iesus doorne kroon:
Gy gingt tot heerschappij niet weder;
Maar bleefd een dienaar van Gods Zoon.
4. Og! Kende gy dien schoonste Heere,
Uw aards paleis verliet gy blij:
Want hem te dienen is regeeren,
Maar 't aards regeeren, slavernij.
5. Wie hem behaagd heeft altijd vreede,
Of schoon de Weereld woeld en raazd;
En d' een van d' ander wordt bestreeden,
Hy is voor geen geweld vervaard.
6. Zijn geest verheugd zig niet door wijnen,
't Is levend' waater, dat hy drinkt;
Dat in hem word tot een fonteine
Die in het eewig leeven springt.
7. Koom Kooningen van uwe troone;
Koom Weereld van uw drek en slijk;
Word onderdaanen van Gods Zoone,
En Kooningen van 't eeuwig Rijk.
J.L. |
|