Gulde-Jaer Ons Heeren Jesu Christi
(1968)–Joannes Stalpaert van der Wiele– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 253]
| |
3Maer ick die wel te recht
Een goeden Harder ben:
En geen gehuerde knecht,
All' mijne schapen ken.
Soo s' oock te weder-sijdenGa naar voetnoot3,5
My kennen en belijden.
Gedanckt, gelooft, gepresen
Moet sulcken Harder wesen.
| |
4Ick stel voor haer-luy vree
Mijn alderbeste bloed.
Doch heb noch ander vee,
't Welck ick opsoecken moet,
Op dat sy my oock hooren
En niet en gaen verlooren:
Maer dat haer ééne roede
Van éénen Harder hoede.
| |
[pagina 254]
| |
5Singt nu vrij⋆ altemael,Ga naar voetnoot5,1
Die Iesvs heeft bevrijdt
Hem een nieuw PastoraelGa naar voetnoot3
In desen nieuwen tijdt.
Soeckt Oost, soeckt West, soeckt verder,
G'en vindt geen beter Harder.
Gedanckt, gelooft, gepresen
Moet sulcken Harder wesen.
| |
6Een Harder als hy werft,Ga naar voetnoot6,1
Een Harder als hy lijdt,
Een Harder als hy sterft,
Een Harder t' alder tijdt,
Een Harder, van wiens weydenGa naar voetnoot5
Ezechiel voorseyde:Ga naar voetnoot6
Dat hy selfs⋆ t'allen hoecken
Sijn schapen sou besoecken.
| |
7Het kranck, het ongesondt,Ga naar voetnoot7,1-8
Het lopend achter⋆ landtGa naar voetnoot2
Sou locken met de mond,
Sou strelen met de hand:
't Verlooren we'er sou vinden,
't Gebroken sou verbinden,
Het gave sou bewaren,
't Belaste sou ontswaren.Ga naar voetnoot8
| |
[pagina 255]
| |
8Van wien dit was voorseyt.
My sal gebreken niet,Ga naar voetnoot3-4
Soo lang als hy my weydt;
Soo lang als sijn' Genade
Bestieren sal mijn' paden,
Soo'n heb ick midts⋆ de dese
Noch hel, noch doodt, te vresen.
| |
9Sijn wey van roosen bloost,Ga naar voetnoot9,2
Sijn stock tot liefde dringt;
Sijn roede my vertroost.
Ja heeft in sijn' valleyenGa naar voetnoot5
Een tafel doen bereyen
Voor my, om af te weeren
Den ghenen die my deeren.
| |
10Hier op staet seem en melck.Ga naar voetnoot10,1
Maer wie is 't die voldenckt
Den heerelijcken kelck,
Daer⋆ mee hy my beschenckt?Ga naar voetnoot4
Tot dat ick door sijn voncken
Van liefde, werde⋆ droncken.
Gedanckt, gelooft, gepresen
Moet sulcken Harder wesen.
|
|