Gulde-Jaer Ons Heeren Jesu Christi
(1968)–Joannes Stalpaert van der Wiele– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 202]
| |
Ga naar margenoot+ 't Eseltie van palmen.
| |
1IESV! die in uw' Passy-weeck
Woudt besuren gal en eeck,Ga naar voetnoot1,2
Roode strepen,
Blauwe nepen,
Kruyssen, Nag'len, Doornen, Roen,
Moght icker u wat eers voor doen.Ga naar voetnoot6
| |
2Neemt van mijn hand ten danck⋆, o Heer,
't Geen de Joodtsche schaer wel eer
U met Palmen,
Kled'ren, Psalmen
En een stomme esclin
Aen-deden voor de leste min.Ga naar voetnoot2,6
| |
[pagina 203]
| |
3't Eseltje, is de siele mijn
Om op d'oorde⋆
Van uw' woorden
Recht als een last-dragend dierGa naar voetnoot3,5
Voor u ghesicht te leven hier.
| |
4't Manteltje dat ick voor u sprey
Zijn mijn leden⋆, die 'k berey
Om t'ontfangen
Met verlangen,Ga naar voetnoot4,4
Als 't uw' dienst vereyschen sal,
Alderley leedt en ongeval.Ga naar voetnoot6
| |
5Hier over ick uyt caritaet⋆Ga naar voetnoot5,1-2
Van u purper, mijn gewaed
O gekruysten!
Oock wil juysten.Ga naar voetnoot4
Want 't is rede⋆ dat de knecht
| |
[pagina 204]
| |
6Twee tacken van een vers-bedoutGa naar voetnoot6,1
Palmen en Olyven houtGa naar voetnoot2
Wil ick draghen
Op 't behagen
Van uw' groote Majesteyt
Tot Aelmis en verduldigheydt.Ga naar voetnoot6
| |
7Hier op past nu den soeten toonGa naar voetnoot7,1-2
Van Hosanna Davids zoon.
Want geen lovenGa naar voetnoot3
Zijn daer boven
Aengenaem als hert en handGa naar voetnoot5
Niet met de mondt te saem en spand.
| |
8Neemt dan van u last-dragend dierGa naar voetnoot8,1
Dese gaven alle vier,Ga naar voetnoot2
Ja sal pooghenGa naar voetnoot3
Dat gebogenGa naar voetnoot4
Voor u komen die van geest
Waren vereselt en verbeest.
|
|