Gulde-Jaer Ons Heeren Jesu Christi
(1968)–Joannes Stalpaert van der Wiele– Auteursrechtelijk beschermdDe schaeps-poel.Ga naar margenoot+
| |
[pagina 160]
| |
2Aen dese water-poel
Quam Iesvs minneGa naar voetnoot2,2
Getreen van buyten koel,
Maer heet van binnen.
En siende daer een mensch
Die veertich jaren
Schier⋆ had verwacht de wensch
Van sijn wel-varen.Ga naar voetnoot8
| |
3Sprack: Jichtig⋆ man? segt my
Soustu genesen
Van dese popelcyGa naar voetnoot3,3
Wel willen wesen.
En hy, met zeegh ghelaet:Ga naar voetnoot5
Heer! 'k heb niet eene
Die my, als 't water gaet,Ga naar voetnoot7
De hand verleene.
| |
4Staet op, en neemt u bed
Dan op uw' schoeren⋆
En gaet met snelle tred
U t'huys vervoeren.Ga naar voetnoot4,4
Och! waer wierd oyt gehoort
Macht diergelijcken,Ga naar voetnoot6
Die met een enckel woord
De jicht dee wijcken.
| |
[pagina 161]
| |
5Ga naar margenoot+Uw' goedheyd heeft geen end,
O Heer der Heeren.
Wilt over mijn ellend
Uw' ooghen keeren.
De sonde vuyl en icl⋆Ga naar voetnoot5,4
Heeft my mishandelt.
Seght oock dan t'mijnder ziel:
Staet op en wandelt.
| |
6Daer is noch man noch vrou
Die iets verlichten
Tot troost in mijnen rou⋆Ga naar voetnoot6,3
Kan mijnder jichten.Ga naar voetnoot4
Ghy zijt alleen mijn wensch.
Want geen weldaderGa naar voetnoot6
Kan helpen my, als mensch
En Godt te gader⋆.
| |
7Des⋆ ben ick wel te vreen
Te gaen met haesten heen
Mijn bed te draghen.Ga naar voetnoot7,4-8
't Zy van verdiende boet,
't Zy van ellende,
Die ghy sult vinden goed
My op te senden.Ga naar voetnoot8
|
|