Gulde-Jaer Ons Heeren Jesu Christi
(1968)–Joannes Stalpaert van der Wiele– Auteursrechtelijk beschermd
Ga naar margenoot+ De krvys-wegh.
| |
[pagina 133]
| |
3En als hy by den⋆ desen,
Van haet en bloede rood,
Verklaert nu is te wesen
Verdienstigh van de dood,Ga naar voetnoot3,4
Sal hy weer in de handen
Ghelevert werden⋆ van
De Heydensche vyanden;
En als den snootsten⋆ man,
Verbeuren of misdoen,
Te spot staen al den dagh
Met speecksel, en met roen.
| |
4En dit nu al verdraghenGa naar voetnoot4,1
Wel teghens alle recht,
Soo werd⋆ hy noch gheslaghen
En aen een kruys ghehecht.
Soo datter na sal volghen
De onverdiende dood.
Maer als s'hem nu verswolgenGa naar voetnoot7
Heeft in haer diepste schoot,
| |
[pagina 134]
| |
En⋆ kans' hem houden niet,
Maer sal hem 't haerder straf
Drie daghen na 't verdriet
Sien rijsen uyt het graf.
| |
Ga naar margenoot+ 5De Jong'ren die dit hoorden
En saghen niet⋆ te min
Wel seker van de woorden
Maer niet wel van de sin,
En⋆ wisten niet wat dencken
Hoe dat de dood soo stout
Sou zijn te durven krencken
Messiam door een hout.
Sy staeckten 't vragen dan
En door een teere borstGa naar voetnoot5,10
En⋆ wasser niet een man
Die hier van roeren dorst.
| |
6't Was niet dan pure minne,
Die hen hier hart en tongh
Van vraghen en versinnenGa naar voetnoot6,3-4
Sorghvuldigher bedwongh.
Maer weest ghy, Christen menschen!
Door d'eyge selve suchtGa naar voetnoot6
Uw' buycken en uw' pensenGa naar voetnoot7
Te dwingen oock beducht.Ga naar voetnoot8
Hout u nu immers⋆ stil
En slaet het oogh op hem,
Die hier om uwen twil
Klimt na⋆ Jerusalem.
| |
[pagina 135]
| |
7Voorseker 't zijn gheen tijden
Om uytghestort te zijn.Ga naar voetnoot7,2
Wat kind sou hem⋆ verblijden,
Wat Bruyd sou in de pijn
Haers Bruygoms ofte Vaders
Vermaken sich? voorwaer
't Zijn mercken van verraders
In 't uyterste gevaer
Sijns vrinds te zijn verblijdt.
Denckt, hoe 't dan voegen sou
Te lachgen in den tijdt
Van sijn Verlossers rou⋆?
| |
8Laet Vastel-avond houwen
Die willen, hout ghy maet.
Hier suldy bet⋆ op bouwen
De Vasten, die u staetGa naar voetnoot8,4
Voort-aen⋆ van veertich daghenGa naar voetnoot5
Te vasten: want terwijl
Ghy Gode wilt behagen
Daer door, soo 'n ist geen stijl
Dat ghy hem eerst vergramt.
Veel liever doet de deughdGa naar voetnoot10
Na⋆ eysch van 't Christen ampt
Ten danck⋆, en met gheneughd.
|
|