toneel (met Victor Hugo en Alexandre Dumas als leidende figuren) de theaters in België. Dat gebeurde niet zonder tegenstand, zowel van de zijde van de aanhangers van het gestileerde, klassieke toneel als van de kant van kerkelijke en parlementaire zedenmeesters. Tot de laatste groep behoorde het kamerlid A. Rodenbach: ‘Que voit-on dans toutes ces pièces? Des incestes, des infanticides, des assassinats, des viols.’ (Wat ziet men in al die stukken? Incest, kindermoord, aanslagen, verkrachtingen.) Met ‘e romantiek Pariezer stökske’ heeft Weustenraad zo'n melodramatisch romantisch Frans toneelstuk, zij het van lichter kaliber, op het oog.
Romantisme: het abnormale, overdrevene, dat eigen was aan de romantische literatuur van die dagen.
mesjaot: nootmuskaat
stumpke: stompje kaars
trankiel: rustig
näösdeukske: omslagdoekje
kornèt: (kornet)muts
prónt: prompt
koelek: kwalijk
biskeerde: me ergerde
rip: rept
op: naar boven
vermallesjeerden: vervloekte
repondeer ich veur: sta ik voor in (fr. repondre pour)
't Vruimeske zal d'raon geluive: Weustenraad schrijft ‘vreumeske’ en ‘geleuven’. De spelling met -eu-, waarmee ook de äö-klank wordt aangeduid, doet vermoeden dat de -ui- in deze woorden werd uitgesproken als de monoftong -äö-.
vandoon: nodig
eins: eender, gelijk
hudd'r: begrijpt u, hoort u (huurt g'r)
Andere fragmenten uit de Percessie verschenen in:
Mestreechter spraok, 29-30 (strofen 209-213, 215: 't Vreugjaor);
Mosalect, 119-128 (strofen 21-31: Meitskes vaan Mestreech; strofen 154-172: D'n elend vaan de geldzöch, de vräög vaan e good leve en d'n angs veur d'n doed);
Sjiek klassiek, 13-18 (strofen 1-20).