Twe-spraack; Ruygh-bewerp; Kort begrip; Rederijck-kunst
(1962)–H.L. Spiegel– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina V]
| |
Voorbericht.In de algemene inleiding voor de reeks Trivium (men zie het Voorbericht van Dr. J. Wille in Nr. I, deel 1, dezer reeks) is reeds melding gemaakt van het voornemen der redactie de vier stukken, het hele trivium omvattend, die de kamer In Liefd Bloeyende in de jaren 1584, 1585 en 1587 uitgaf, als Nr. III, bewerkt door Dr. G. Kuiper, in de reeks te doen verschijnen. Door andere werkzaamheden in beslag genomen, is Kuiper echter niet in de gelegenheid geweest het omvangrijke werk van een ingeleide en toegelichte heruitgave der genoemde tractaten te verrichten. Daar het niet wenselijk leek de Nederlandse taalkundigen langer te laten wachten op de in uitzicht gestelde teksten, te meer omdat Kooiman's editie van de Twe-spraack reeds lang niet meer te verkrijgen was, besloot de redactie ze, zo spoedig als mogelijk was, zonder commentaar te laten verschijnen. Toen mij verzocht werd de uitvoering van deze taak op mij te nemen, heb ik hierin toegestemd, evenwel hopende, dat in de toekomst nog een afzonderlijke toelichting op de teksten zou kunnen volgen, liefst van de hand van Kuiper, wien de stof zozeer vertrouwd is. Zelf kon ik geen toezegging doen, ook niet ten aanzien van de Twe-spraack alleen; het zou trouwens de eenheid van een werk schaden, zo slechts een gedeelte ervan toelichting ontving. De hoofdzaak is, dat de teksten opnieuw uitgegeven worden. ‘Wij wensen studiemateriaal te leveren’, luidde reeds de omschrijving van ons hoofdbedoelen in het bovengenoemde Voorbericht. De nauwgezette weergave van de originelen moet dan ook, naar Wille duidelijk deed uitkomen, als het belangrijkste gezien worden. De uitgave der teksten in het thans verschenen deel van de reeks is geschied naar de oorspronkelijke drukken van Christoffel Plantyn te Leiden in 1584 (Twe-spraack), 1585 (Ruygh-bewerp en Kort Begrip) en van Franchoys Raphelingen te Leiden in 1585 (Rederijck-kunst). De verklarende voetnoten van Kooiman in diens uitgave van de Twe-spraackGa naar voetnoot1) zijn hier niet opgenomen. Het zijn er slechts weinigeGa naar voetnoot2), maar ik meende de eenheid van het werk te moeten handhaven. Wel heb ik, evenals Kooiman reeds gedaan had, in de tekstuitgave de door Spiegel zelf vermelde drukfouten gecorrigeerd. De | |
[pagina VI]
| |
lijst van errata van Spiegel is echter, als behorend tot het werk, mede afgedrukt. Niet in deze lijst opgenomen, maar onzes inziens kennelijke drukfouten, zijn in voetnoten aangegeven. De tekstafdruk moest in overeenstemming met het doel der reeks diplomatisch zijn. Afkortingen (b.v. ē voor -en) zijn echter opgelost. De lettertypen gothisch, romein en civilité konden niet naar het oorspronkelijke overgenomen worden. Ze zijn daarom vervangen door respectievelijk romein, cursief en gespatieerd. Als fotocopieën zijn niet alleen de vier titelpagina's met de achterzijden ervan, maar ook drie uitslaande tafels opgenomen. De eerste (‘Een Tafel voordraghende aller dingen opperste Gheslacht ende maaghschap / ofte Tafel der Zeglycke woorden’) en de tweede (‘Een alghemeene Tafel / voorbeeldende alle de stucken ende delen van Dialectika of Redenkaveling’) zijn in oorspronkelijke uitgaven soms bewaard gebleven en konden gefotocopieerd worden. De derde (‘Tafel voordraghende int kort / de geheele Rederijc-kunst’) heb ik als origineel niet aangetroffen. Wel komt ze voor in een exemplaar van de Rederijck-kunst van 1587, aanwezig in de Leidse Universiteitsbibliotheek no. 1497 f 29. Ze vertoont echter dezelfde drukeigen-aardigheden als de derde tafel in de editie-1614. Zo is b.v. de slot-e van een woord ‘redene’ in beide gevallen iets te hoog geplaatst. Heeft de tweede druk de tafel van 1587 (gesteld dat die bestaan heeft) overgenomen, of is het Leidse exemplaar in later tijd voorzien van een tafel uit de editie-1614? Dit lijkt wel waarschijnlijk, want het bevat hiernaast nog de twee andere tafels, die oorspronkelijk in dit werk niet thuis hoorden, maar in het Ruygh-bewerp. Ze zijn alle drie bij elkaar achter in het boekje geplakt, wat ook al ongewoon is. Een fotocopie van die derde tafel naar de uitgave-1614 meende ik bij gebrek aan beter toch te moeten opnemen. Spiegel's trivium is thans voor de vierde maal van de pers gekomen. De complete tweede druk van de vier tractaten, ieder onder eigen titel, is verschenen in 1614 ‘tot Amstelredam. By Hendrick Barentsz. Boeckvercoper / inde Warmoesstraat / int vergulde Schrijf-boeck’. Nog in de zeventiende eeuw zag de derde druk van Spiegel's taalkundig werk het licht. De verzameltitel van deze uitgave luidt: ‘Kort Begrip / Leerende recht Duidts spreken, Oóck Waarheit van Valsheit te scheyden. Bestaande in 4. Deelen: Ten 1. Twééspraack van de Nederduytsche letterkunst. 2. Ruygh-bewerp, vande Redenkaveling. 3. Kort begrip des Redenkavelings, in slechten Rym. 4. Rederijck-kunst, in rijm op 't kortst vervat. Alles uytghegheven by de Kamer In Liefd Bloeyende t'Amstelredam. Tot Wormerveer. By Willem Sy- | |
[pagina VII]
| |
monsz. Bóógaart, Boeckverkooper/ in de Beslagen Bybel, 1649’.Ga naar voetnoot1) De delen 2-4 zijn voorzien van de erbij behorende titels en afzonderlijk gepagineerd. Voor het onderzoek van de door Spiegel gebruikte bronnen raadplege men G. Kuiper's proefschrift: Orbis Artium en Renaissance, I Cornelius Valerius en Sebastianus Foxius Morzillus als bronnen van Coornhert, Harderwijk, 1939, pp. 363-367, en - althans wat de Twe-spraack betreft - Kooiman's bovengenoemde werk. |
|