Hert-spiegel
(1992)–H.L. Spiegel– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 1]
| |
H.L. Spiegel
| |
[pagina 3]
| |
Hertspiegels KalliopGa naar voetnoot*aant.Liedsghe wijs na de vois. Ik heb de tijt gesien waar is die nu gevaren? GeualtGa naar voetnoota mijn toelegGa naar voetnootb u t'zal Heer mijn Geest ontfonken
Z'oot kind, of kinds-kind sticht zo' istGa naar voetnootc welverdient geschonken.Ga naar voetnootd
behaagh ik leser dij gebruijkt mij tott u heijl.Ga naar voetnoote
Merkt ijmand lasschel-woords, of harder vaersen feijl,Ga naar voetnootf
5[regelnummer]
t'zij hem te baken nuttGa naar voetnootg volmaaktere ijet te dichten;
Die ook onwis bewijs anwijst zal vruntlijk stichten:Ga naar voetnooth
Want alsGa naar voetnooti Apelles stell' ik zintoetsenGa naar voetnootj ten Toon,
Hij breijtGa naar voetnootk die t'spotten lust sich, mij niet, spotters loon.
K'misjon diens quelzonds plaaghGa naar voetnootl geensins een korte vreuchde,
10[regelnummer]
dieGa naar voetnootm oorzaak liever gaf dat elk in deuchd verheughde.Ga naar voetnootn
Daar dient Hert-spiegel toe mij zelven meest te nutt;
k'zoek heil natuijrlijk;Ga naar voetnooto Doch schrift-matich:Ga naar voetnootp zo ik duttGa naar voetnootq
| |
[pagina 4]
| |
vrijGa naar voetnoota waarheijds-kenner straft:Ga naar voetnootb zoekt ander aasGa naar voetnootc verachter:Ga naar voetnootd
k'enGa naar voetnoote dinghGa naar voetnootf geen eer dit weet, dus treft mij ook geen lachter.Ga naar voetnootg
15[regelnummer]
Ik wènsch, ik wensch alleen een reijn, eenhartichGa naar voetnooth mensch
die siet t'geen dat ik zie, die wenscht t'geen dat ik wensch:
Maar zeldzaam over zeldzaamGa naar voetnooti vind' ik zulken mensche,
vergeefs ik vrintchap, jonst,Ga naar voetnootj of zin-gelijkheijd wensche.
verachtingh, lachter, hoonGa naar voetnootk verwacht ik, anders niett.
20[regelnummer]
Wat is Boethius? wats Sokrates geschiett?
Demokrijt? Heraklijt? en andre waarheijdshelden
zegt hadden die gehoor? of vreesden zij het schelden?
ziet ijmant mijn faal-grijpingh,Ga naar voetnootl onmacht, waalbaarheijd,Ga naar voetnootm
die ziet niet dan ik zelfs wel zach, en heb gezeijt.
25[regelnummer]
T'is menschelijk te doolen: Hoe? zal ik verschooningh
in zullix eijschen?Ga naar voetnootn of verwachten lofs belooningh?Ga naar voetnooto
T'zij verr'. wat is al s'werelds lof? mij is genoech
des waarheijd-zoekings eijgen ziels genot gevoech.Ga naar voetnootp
Dat heeft schrijflust gelokt, geaast,Ga naar voetnootq mij kracht gegeven:
30[regelnummer]
mitsGa naar voetnootr ook eerbarmingh over t'misverstandich sneven.Ga naar voetnoots
De burgertwist, en krijgh die t'NeerlandGa naar voetnoott overtrekt,
| |
[pagina 5]
| |
die t'vollik slecht, en rechtGa naar voetnoota tott loch en drochGa naar voetnootb verwekt,
goedrondseGa naar voetnootc deuchds en vreuchds gesellicheijts verdierenGa naar voetnootd
ons meeGa naar voetnoote na lust en rust des ziel gronderingsGa naar voetnootf stieren.
35[regelnummer]
DiesGa naar voetnootg vrindschaps hengel-aasGa naar voetnooth verstrektGa naar voetnooti alzoo mijn pen.Ga naar voetnootj
Wie weet waar in een hoek zitt die ik niet en ken
of hier, of elders, Prins, of boer, of leek, of klerke;Ga naar voetnootk
T'is mij alleens:Ga naar voetnootl Heeft hij maar ooghen om te merken
als Sinte Frans:Ga naar voetnootm Heer wie zijl ghij? En wie ben ik?
40[regelnummer]
is hij weet-geerich, en los-hertich,Ga naar voetnootn die een blikGa naar voetnooto
des waarheijts hoogher acht als alle schoolgeleerdheijd,Ga naar voetnootp
of geit, of eer, of macht; Die kerke-twists verkeertheijdGa naar voetnootq
erfleer, of errefsondtGa naar voetnootr ontworstelt en ontzweeft:
die lieuer met de vijgh, olijf, of wijnstok leeft,
45[regelnummer]
als metten doorenbosch ontrustGa naar voetnoots in staat verhevenGa naar voetnoott
te woelen,Ga naar voetnootu datmen naulijx denkt om vrij te leven.
Wist ik een zullik een, ik zocht hem wijt en breijt:
een die met TrismegistGa naar voetnootv kenn' waarheijts zeldzaamheijt.
Met MijsonGa naar voetnootw lacht te meer omdat hij lacht alleene:
50[regelnummer]
Een die met HeraklijtGa naar voetnootx zelfs welvernoecht moet weenen:
| |
[pagina 6]
| |
En met DemokrijtGa naar voetnoota doch belacht de zotternij:
Met SokratesGa naar voetnootb voor spot, verdriet, en quets is vrij:
Met SolonGa naar voetnootc waakt dat hij sijn heil niet zelfs verjaghe.
PrinsGa naar voetnootd zoo u Solons woord, of zijn bedrijfGa naar voetnoote behaghen
55[regelnummer]
is Numa, Epaminundas, of LycurgusGa naar voetnootf doen,
Timoleon oprecht, d'utijkse CatoGa naar voetnootg koen,
of Constantinus wittGa naar voetnooth t'geenGa naar voetnooti daar ghij na gaat haaken;Ga naar voetnootj
zoo moocht ghij wel mijn toelegh niet geheelijk laken.Ga naar voetnootk
In d'huijdendaagse oogst van boeken ijl,Ga naar voetnootl of gailGa naar voetnootm
60[regelnummer]
zoekt mijn aal-duijtschenGa naar voetnootn pen kort, en goedGa naar voetnooto waarheijds heil.Ga naar voetnootp
T'maat-voeghlijkGa naar voetnootq vaars-gedichtGa naar voetnootr (na taal-geleerdheijds wenschen
van ons verwordenGa naar voetnoots eeuws misdragen stortingh menschenGa naar voetnoott)
meest liefkoost, boert,Ga naar voetnootu of bijt;Ga naar voetnootv van uijlen valken maakt.Ga naar voetnootw
haar cierspraakGa naar voetnootx zulk na kunst looft die haar herte laakt:Ga naar voetnooty
65[regelnummer]
Den Aterlinghschen dwerghGa naar voetnootz een kind blindGa naar voetnootaa en ontzinnighGa naar voetnootbb
| |
[pagina 7]
| |
licht-dwingbaarGa naar voetnoota dichtens' op een Godheijd onverwinnich.Ga naar voetnootb
t'ondankbaar ploegsche spoor in vruchteloose zandGa naar voetnootc
rooft hen tijt, arbeijt, cost, Ia siel-heijl voor de hand.Ga naar voetnootd
AnschoutGa naar voetnoote voordanssers trots, buurtaalich, zulker benden
70[regelnummer]
na langh pluijmstrijx geprach haar leven beedlaers enden;Ga naar voetnootf
vierdubbelt slaven staagh:Ga naar voetnootg zoo vande blinde min,
als PrincenGa naar voetnooth vrek, of loos, van eer van snood gewin.Ga naar voetnooti
Wats haar gepronkteGa naar voetnootj min? een zelf gesmeede boeijen.Ga naar voetnootk
Wat hoeft men om een mont vol broot een vorst te moeijen?Ga naar voetnootl
75[regelnummer]
geen Armoe,Ga naar voetnootm geld-zucht drukt: Genoechzaam nooddruftGa naar voetnootn voedt,
die licht verkrijgbaar is; men slooftGa naar voetnooto om overvloed.
Hun kunstigh spinnewebb'Ga naar voetnootp om ijdel eers verlakkenGa naar voetnootq
ontweeght hen, laas; en die na kunst kunst-geerich snakken.Ga naar voetnootr
O deerlijk jammerzangh;Ga naar voetnoots daarGa naar voetnoott hoochgeleerdheijds gaafGa naar voetnootu
80[regelnummer]
dientGa naar voetnootv zich, en even menschGa naar voetnootw te maken tott een slaaf.
Is dit de sein nu?Ga naar voetnootx zegt, en zoumen niet vermoghenGa naar voetnooty
goed dicht te smeen,Ga naar voetnootz of t'moet gegront zijn op een loghen?Ga naar voetnootaa
| |
[pagina 8]
| |
stinkt uGa naar voetnoota TheoghnisGa naar voetnootb nu?Ga naar voetnootc meeGa naar voetnootd d'Askraase pöeet?
verr' zij met mij van honck zulk ongegront bescheet,Ga naar voetnoote
85[regelnummer]
k'veracht u dwaze schemp:Ga naar voetnootf wil geenzins doch verachten
dieGa naar voetnootg beeld-spraakGa naar voetnooth vrucht-baarlijk,Ga naar voetnooti en kunstelijkGa naar voetnootj bijbrachten.Ga naar voetnootk
die t'onverstandich volk,Ga naar voetnootl dat kluchtenGa naar voetnootm meest begeert,
in schijn van boert,Ga naar voetnootn en spel vastGa naar voetnooto hebben deucht geleert:
die s'vollicx fabel-zuchtGa naar voetnootp ter leer-onthoudinghGa naar voetnootq trekken:Ga naar voetnootr
90[regelnummer]
Die waarheijts kern met dop, en bolster kunnen decken;
op dat de waan-wijsGa naar voetnoots niet tot zijn,Ga naar voetnoott en leeraars schand
de waarheijt naaktGa naar voetnootu vertree in ijvers onverstand:Ga naar voetnootv
en dat,Ga naar voetnootw die fabel-spraak des spinrocxGa naar voetnootx wiktGa naar voetnooty andachtich
door gauw' opmerkinghGa naar voetnootz wertGa naar voetnootaa t'verborghen licht deelachtich:
95[regelnummer]
zoo kooktmen spijs voor man, en kind beij in een pott.Ga naar voetnootbb
De vroed' op bij-zinGa naar voetnootcc merkt;Ga naar voetnootdd op klucht-min gaapt de zott.Ga naar voetnootee
| |
[pagina 9]
| |
Hooghlooflijk zijn mij waarlijk zulke wijs gesinden:Ga naar voetnoota
Maar doorheijtGa naar voetnootb ist de kunst geheel daer aan te binden.
Een kluchtigh rijmer raapt licht boertswijs logenzin;Ga naar voetnootc
100[regelnummer]
gegronde waarheijd heijlichGa naar voetnootdGa naar voetnoote heeft wat meerder in.Ga naar voetnootf
k' ben geen Pöeet, ik kent,Ga naar voetnootg zouw' ook geen willen wezen,
zooGa naar voetnooth die niet zonder logen-taal mach zijn geprezen.
Ons toelegh, waarheijds kund,Ga naar voetnooti ook zede vorminghs deuchtGa naar voetnootj
int zielgrondeeren is; wat ziel steurt, of verheught.Ga naar voetnootk
105[regelnummer]
dat ons dit onderzoek een heil-trapGa naar voetnootl mach verstrekken.
T'is buijtenkans kant andren ook tott deuchd verwekken.
Op dees voet ik doorwroett ons grond-woord-rijkeGa naar voetnootm taal,
en mijd' uijtheemsche pronk. kort valt mijn dicht, en schraal.Ga naar voetnootn
licht werdGa naar voetnooto ik ketter diesGa naar voetnootp bij Rijmers en Pöeeten;Ga naar voetnootq
110[regelnummer]
kan doch geen duijtsche Sant na Griex mirakel heeten.Ga naar voetnootr
Dies Iupijn-dochters-kunstGa naar voetnoots vreemd-woordichGa naar voetnoott niet verwacht,
geen Demogorgons kroost,Ga naar voetnootu noch Herebus-geslacht,Ga naar voetnootv
Nereus,Ga naar voetnootw noch Doris Nimph'.Ga naar voetnootx noch bosch-GodtGa naar voetnooty mij behaaghen,
| |
[pagina 10]
| |
115[regelnummer]
d'onduijtsche HamadrûijenGa naar voetnootd met voordachtGa naar voetnoote zelf wij vlien,
zouw onsGa naar voetnootf waantalich spookGa naar voetnootg hantreijkingh kunnen bien?
Den Phooxen mijterberghGa naar voetnooth diens dubbel toppen dringhen
door wolken hemelwaart mijn schinkelsGa naar voetnooti nieGa naar voetnootj beginghen.
Ons lippen hebben noijt den hoefslach-brunGa naar voetnootk genaakt,Ga naar voetnootl
120[regelnummer]
die t'vollik, t'botte volkGa naar voetnootm volmaakte dichters maakt.
Diens kunst-GoddinnenGa naar voetnootn wijs en zijn mij niet zo gunstich,
noch ook Latones zoon,Ga naar voetnooto dat ik recht cierlijk,Ga naar voetnootp kunstichGa naar voetnootq
elk na weldichtens eijschGa naar voetnootr alhier vernoeghen zouw;
stoutmoedichGa naar voetnoots ben ik, nechtich,Ga naar voetnoott schimp getroost,Ga naar voetnootu en trouw.Ga naar voetnootv
125[regelnummer]
Moet juijst een duijts Pöeet nu noodichGa naar voetnootw zijn ervaren
in Griex? latijn? daarGa naar voetnootx d'eerst' en besteGa naar voetnooty herdersGa naar voetnootz waren?
Parnassus is te wijd,Ga naar voetnootaa hier is geen Helikon;
| |
[pagina 11]
| |
maar duijnen, bosch, en beeck, een lucht, een zelfde zon:Ga naar voetnoota
Dies nutter dit lands beek, velt, boom en stroom-GoddinnenGa naar voetnootb
130[regelnummer]
met machteloose liefdGa naar voetnootc hertgrondich wij beminnen:
Doch wil ik nu noch stroom, bergh, noch bosch, of Fonteijn,Ga naar voetnootdGa naar voetnoote
noch eenich veldt-Goddin lief-koosen:Ga naar voetnootf maar alleijn
d'onnoemelijke'Ga naar voetnootg Godt, die aller dinghen vader
en hoeder is, alwijs, algoed om goedheijds ader.Ga naar voetnooth
135[regelnummer]
O licht, o brun des heijls, alscheppende Natuijr,Ga naar voetnooti
Hert-kenner, zielen-arts stortGa naar voetnootj ghij te deser uijr
of straal, of kracht, of Geest: jont mij wasdom,Ga naar voetnootk en zeghen,
dat ik tott waare deucht mij, en mijn kroost beweeghe.
Ach heijlzaam Sielen Son, o leijdsterr',Ga naar voetnootl toont u macht,
140[regelnummer]
en suijvert mijn gemoet, verdrijft de aardsche nacht,Ga naar voetnootm
datGa naar voetnootn schuldich onverstandt,Ga naar voetnooto of waanGa naar voetnootp mij doe geen schennis:Ga naar voetnootq
jont mij een scherp begrip,Ga naar voetnootr goed oordeel,Ga naar voetnoots ware kennis,Ga naar voetnoott
dat erfleerGa naar voetnootu niet, noch erfzondGa naar voetnootv mij drijf uijt het spoor,
U inspraakGa naar voetnootw zij mijn stier;Ga naar voetnootx jont mij daar gauw gehoor
145[regelnummer]
der dinghen onderscheijt, door u uijt mij te leeren
| |
[pagina 12]
| |
te schiften goed, en quaat:Ga naar voetnoota valt ditGa naar voetnootb wat mach mij deeren?
Door grondich onderscheijtGa naar voetnootc de mensch zijn snoodheijdGa naar voetnootd kent:
Dit insien leijt hem voortGa naar voetnoote tott Godes kundGa naar voetnootf in t'ent.
Maar lacij; zoud' een mensch met duijster stikziend'Ga naar voetnootg ooghen
150[regelnummer]
ook grondich onderscheijt der dinghen merkenGa naar voetnooth mooghen?
waar dit, zouw d'ouwe eeuwGa naar voetnooti (die t'al naspeurd' en wistGa naar voetnootj)
door strijdich mis-verstantGa naar voetnootk zijn vol onnutteGa naar voetnootl twist?
WaanGa naar voetnootm quam het groot getal der heijl-lozerGa naar voetnootn schijn-Goden?
t'mensch-moordich offer-plicht? veel Godlooser gebooden?
155[regelnummer]
Souw Sophroniscus zoon,Ga naar voetnooto dien elk de wijste heet,Ga naar voetnootp
ik weet alleen, dat zeggen, dat ik niet en weet?Ga naar voetnootq
waar waarheijd algemeen,Ga naar voetnootr en isser niet waarachtich,
hoe wist hij dat? dit hiel mij twijflich, stil andachtich.
Gelijk een schijnsterr'Ga naar voetnoots snel zinkt inde nareGa naar voetnoott nacht
160[regelnummer]
viel doen verbeeldings beeld in t'stok stil gauwGa naar voetnootu gedachtGa naar voetnootv
| |
[pagina 13]
| |
met onlichaamlijk licht,Ga naar voetnoota dat al de plaats verlichte
die eerst hel-duijsterGa naar voetnootb was: versterkt ook t'sielgesichte,Ga naar voetnootc
dat ik gedaanten zach onwezichGa naar voetnootd groot getal;
een lijve-loozeGa naar voetnoote stem die deed mij dit verhal.Ga naar voetnootf
165[regelnummer]
ZooGa naar voetnootg d'oude t'waan-besluijtGa naar voetnooth der longen licht beseffen,Ga naar voetnooti
moet Goods alwijse oogh ons kennis overtreffen:
God is de waarheijt zelf, dien tijt, noch maat bepaalt,Ga naar voetnootj
wij zijn een schijn; al uijrGa naar voetnootk ons kund; ja wesen waalt.Ga naar voetnootl
Ons weeten stukwerk isGa naar voetnootm vol ongestadicheden:Ga naar voetnootn
170[regelnummer]
Wij sluijtenGa naar voetnooto huijden aars vaak als wij gistren deeden.
Meest als de mensch hooch vliegt, en mist u hulp o Heer,
Die weet zuchtsGa naar voetnoots vlerken maar staagh oeffent bijder aarden,
dien helpt uGa naar voetnoott trouwe hulp wil-vaardichGa naar voetnootu voort met vaarden.Ga naar voetnootv
175[regelnummer]
Goods wijsheijt roept op straat, zij biet elk een de hant,
wie maar zijn gangen ga-slaat raakt an recht verstant,Ga naar voetnootw
en t'ondervinden leert ons op ons weghenGa naar voetnootx achten,
die voor-valsGa naar voetnooty oorzaak gauw,Ga naar voetnootz en naGa naar voetnootaa t'gevolgh wil trachten,Ga naar voetnootbb
| |
[pagina 14]
| |
DieGa naar voetnoota merkt dat ellik dier; ja plant zoo is gezintGa naar voetnootb
180[regelnummer]
dattet zijn zellefs quetsGa naar voetnootc al vliet, en heijl bemintt.
Daar toe is noch de mensch weet-geerich van Natuijren,
Dit doet hem zalich nuttGa naar voetnootd wil hijt ten besten stuijren;
door t'weten wertmenGa naar voetnoote wijs. steekt eens u hant in t'vier
dit leert u zoo dat ghij in geenerleij manier
185[regelnummer]
daar na gesintGa naar voetnootf moogt zijn (door t'smertich voor-gevoelen)
met wilGa naar voetnootg hand inde brandt te steeken om te koelen:
Maar Achteloosheijt snooGa naar voetnooth die na den ouden trantGa naar voetnooti
in ellik woont, heeft schuit dat ghij u dikmaals brant:
Doch valter ijet in t'vier t'welk is de pijne waardichGa naar voetnootj
190[regelnummer]
men kiest de kleene smert, flux wert de hant dan vaardich.Ga naar voetnootk
zo meeGa naar voetnootl die zonde-smert eens merklijkGa naar voetnootm heeft geproeft,Ga naar voetnootn
dat alle deuchd verheught, dat all' ondeuchd bedroeft,
dat homoed, gulsicheijd, nijt,Ga naar voetnooto giericheijd gequel,, is,
de staart-sleepGa naar voetnootp elker zond des zondaars aartsche hel,, is,
195[regelnummer]
dat tem-lustsGa naar voetnootq ijder trap, en wijz' ootmoedicheijd
den heil-geerGa naar voetnootr vreuchde baart;Ga naar voetnoots zal dienGa naar voetnoott s'deuchts goedicheijtGa naar voetnootu
niet lokken tott zijn heil? en t'pijnlijk zond gequelleGa naar voetnootv
(zo hij zijn doen slaat gaa) doen blijven uijt den helle?
Of schoon der deuchden heijl ook volgt lijfs ongeneucht,Ga naar voetnootw
| |
[pagina 15]
| |
200[regelnummer]
het scheelt op reenwix schaalGa naar voetnoota te veel bij d'heete vreuchd.Ga naar voetnootb
T'hangt al an rechte proefGa naar voetnootc der dinghen puur waardije,Ga naar voetnootd
schijn-goedGa naar voetnoote door oordeel snelGa naar voetnootf brengt ons alleen in lijen.
Meest kentmen deuchd van verr', de wellust inder daat;Ga naar voetnootg
diensGa naar voetnooth heijl-genots misbruijk voert vander middelstraat.Ga naar voetnooti
205[regelnummer]
Waar elk de lust bekent in wellusts maat geleghen,
hij kreech meer lust genott in temlusts meerder pleghen.Ga naar voetnootj
Wie op zijn doen bedachtGa naar voetnootk lett, en der dinghen aart,
die voelt dat maat geeft baat, dat al onmaat beswaart.Ga naar voetnootl
T'blijkt dan weetgeericheijt, heijl-geert, en keur na kennisGa naar voetnootm
210[regelnummer]
behoeden diese lieft voor alle sneuvel schennis.Ga naar voetnootn
Ras valt u ijet wat voorGa naar voetnooto na d'oorzaak speurt van dien
alsGa naar voetnootp waardij gram, of droef: zoo moeter ijet geschien
dat u mishaagt, en quelt: letGa naar voetnootq of ghij zelfs zijt schuldich:
Ist zoo? t'zij u een leer:Ga naar voetnootr maar wert niet onverduldich.Ga naar voetnoots
215[regelnummer]
Ist niet u schuld, t'quest niet.Ga naar voetnoott verliesdij vaar, of moer,
geld, eer, of staat, of wijf, of kind, of vrind, of broer?
denkt; God, Natuijrs beloop, en t'volgh-geschik der dinghen.Ga naar voetnootu
dieGa naar voetnootv gaft, die namt: wilt ghij die na u wille dwinghen?
Gh'en meucht;Ga naar voetnootw ghij weet ook niet oft heijl oft onheijl zij;
220[regelnummer]
Godt weet,Ga naar voetnootx en jontGa naar voetnooty ons t'best; laat hem t'bestieren vrij.
| |
[pagina 16]
| |
Lieft ellik dingh na waard:Ga naar voetnoota God, deuchd, en t'eewich leven
met staagheGa naar voetnootb liefd: maar tijdlijkGa naar voetnootc t'geen u zal begeven,Ga naar voetnootd
zoo voeldij geen verlies: Want hier niets niet gebeurt
dat ons met recht bedroeft, verdriet baart, of versteurt.Ga naar voetnoote
225[regelnummer]
kondij (dat doch zijn moet) zelf willichGa naar voetnootf leeren sterven?
licht zuldijt zonder vrees hier hebben al,Ga naar voetnootg en derven.Ga naar voetnooth
versteurtGa naar voetnooti u ijmands spott, of dreijgen onversaagt,Ga naar voetnootjGa naar voetnootk
T'is oorsaak geen;Ga naar voetnootl maar ghij,Ga naar voetnootm om dat u dit mishaaght.
Want hebdijt zelfs verschult,Ga naar voetnootn tis recht dat zij u schelden;Ga naar voetnooto
230[regelnummer]
Des niet:Ga naar voetnootp laat hen (niet ghij) hun boosheijd zelf ontgelden.Ga naar voetnootq
Wildij;Ga naar voetnootr t'quest u niet meer als t'blaffen van een hont;
een woord en is geen pijl. maar schrikt u dood, of wond?
Een steenval, lucht,Ga naar voetnoots en beest vermoghenGa naar voetnoott zulcx in desen,
dieGa naar voetnootu mijdt, en mijdt verdrietGa naar voetnootv voor wond, of stervens vreese.Ga naar voetnootw
235[regelnummer]
Natuijr, of s'werrelts voogdGa naar voetnootx die t'eens heeft goet geacht
dat zulluxGa naar voetnooty hebben zouw alzulken quetzens macht,
heeft ook vernuftich,Ga naar voetnootz meGa naar voetnootaa heijl-geerich ons geschapen.
diesGa naar voetnootbb steurnisGa naar voetnootcc niet; bedaartGa naar voetnootdd verstant, als tegenwapen
| |
[pagina 17]
| |
best ongeval verhoett. Eerst vochtGa naar voetnoota heel zonder nottGa naar voetnootb
240[regelnummer]
met dieren wreedGa naar voetnootc in lijf-gevaarGa naar voetnootd uijt wreek-lust zott
elk: naGa naar voetnoote door na-verstandtGa naar voetnootf men zonder haar te schennenGa naar voetnootg
heeft mak tott ons gemak ten deel dieGa naar voetnooth leeren wennen:
De rest strekt spijs, en kleed. zoo trekt de vroomeGa naar voetnooti mensch
uijt aller menschen doen al siel-genottGa naar voetnootj naer wensch.
245[regelnummer]
De laster monden bits hem schemp geduldichGa naar voetnootk maken:
Der zotter sneuvel valGa naar voetnootl strekt staagh alom een baken:
Zijn deucht steets zellefs heijl met elker jonst verdient;
Hij schuwt,Ga naar voetnootm of maakt dies meest den quaden hont te vrient;
Hij merkt dat moorders wreed, en diefsche geldsuchtGa naar voetnootn listich
250[regelnummer]
vaak gelt kleijn-achtersGa naar voetnooto maakt: huijszorgersGa naar voetnootp meeGa naar voetnootq voorzichtich.Ga naar voetnootr
Zulk nechtighGa naar voetnoots onderzoek, en waarneminghGa naar voetnoott met vlijt
der dingen oorzaak bij verzochtheijd,Ga naar voetnootu ende tijt
die geuen rechte kund,Ga naar voetnootv en ware rust naar wenschen,
dit deeden oijtGa naar voetnootw met vlijt rechtGa naar voetnootx wijs gesinde menschen.
255[regelnummer]
Die nemen alle dingh, niet na hun bloote schijn;Ga naar voetnooty
maar na t'geen dat die louter inde waarheijt zijn.
Groot heijl-gevaar zij sien in t'reuckeloosGa naar voetnootz toestemmen,
| |
[pagina 18]
| |
herts-tochten schichtichGa naar voetnoota leert ditGa naar voetnootb wakkerlijkGa naar voetnootc betemmen:
En baartGa naar voetnootd staagh afterdocht opGa naar voetnoote voorval,Ga naar voetnootf daat, of lust;
260[regelnummer]
datmen niet schielijk sluijt;Ga naar voetnootg maar datmen weet, of rust.Ga naar voetnooth
Wie nietGa naar voetnooti doet dan hij goet weet moet van quaatdoen rusten,Ga naar voetnootj
wat ijmand quetslijkGa naar voetnootk kent dat mach hem geensins lusten.Ga naar voetnootl
kund heijl-gevaarsGa naar voetnootm dan teelt andachticheijd heijlbaar,Ga naar voetnootn
en gauwGa naar voetnooto andachticheijt teelt kennis van t'gevaar.
265[regelnummer]
Wat isser nutters dan, als wakker staagh anmerkenGa naar voetnootp
op schijn-goeds-lust,Ga naar voetnootq op hertstocht, reenwik,Ga naar voetnootr woord, en werken?
dit heet siet, waakt, en bidt,Ga naar voetnoots dits d'eerste trap ter deuchd.Ga naar voetnoott
De hier bedrenen stiermanGa naar voetnootu mijt veel ongeneucht:Ga naar voetnootv
In zee beseijlens hachtGa naar voetnootw uijt weeldGa naar voetnootx na rijker landen
270[regelnummer]
tracht elk te kennen gauw kaap, klippen, gronden,Ga naar voetnooty zanden,Ga naar voetnootz
op hemel-baakensGa naar voetnootaa hoogh neemtmen daar scherplick acht,
landmerk,Ga naar voetnootbb compas, en roer zijn nimmer uijt gedacht
Wie heeft, zulk' andacht, zegt, op schipbreuk zijner zielen?
daarGa naar voetnootcc ons de zond-plaaghGa naar voetnootdd doch al staagh bijt inde hielen?Ga naar voetnootee
| |
[pagina 19]
| |
275[regelnummer]
zeer weijnich menschen laas; bevoelenGa naar voetnoota hun onrust,
de qua gewoont maakt eelt. WenstGa naar voetnootb vormt van onlust, lust.
Ontwaakt, bedaart,Ga naar voetnootc en wikt, onandacht doet u sneven,Ga naar voetnootd
en niemant als ghij zelf en kan u andacht geven.
Godt lokt door zond-gequelGa naar voetnoote van zond af, en tott deuchd
280[regelnummer]
ons heijl-geertGa naar voetnootf want zij schoon isGa naar voetnootg rust geeft en verheucht:
Qua wenst,Ga naar voetnooth en achteloosGa naar voetnooti zoo hebben elk beseten
dat hij schier schijnt geaart zich zelven te vergeten.
Te meer behoeftmen staagh zoo tegen wenst,Ga naar voetnootj als vlijt
in andachts oeffeningh, denkwekkingh,Ga naar voetnootk plaats, en tijd.
285[regelnummer]
Hier zijn haijr-koord,Ga naar voetnootl en cleed,Ga naar voetnootm denk-cedels,Ga naar voetnootn tal-gebeedenGa naar voetnooto
verscheijden kerk-gebruijk,Ga naar voetnootp behulp om an te leeden.Ga naar voetnootq
Al diese daar toe bruijkt, gebruijktse recht na waard.Ga naar voetnootr
tott Goods-vrucht zijnse nutt. haar steunsel-bruijk beswaart.Ga naar voetnoots
Maar ware vreese Goods is seeker meest, en heijlich.Ga naar voetnoott
290[regelnummer]
die suijmt sich niet,Ga naar voetnootu behoetet hert, en houtet veijlich;Ga naar voetnootv
Dees lieft. wildij? ghij kunt. Hoe dat?Ga naar voetnootw Siet, bidt, en waakt.Ga naar voetnootx
| |
[pagina 20]
| |
dits al dat ghij vermeucht:Ga naar voetnoota al dat Godt cijscht;Ga naar voetnootb die maakt
dan machtich, als ghij poogt te werken grooter zaaken,
uGa naar voetnootc heijl dat comt van hem; onheijl uijt niet t'ontwaaken.
295[regelnummer]
Dus lett gauw op u doen;Ga naar voetnootd dat Heijl u niet ontvliegh,
op voorvals schijn-goedGa naar voetnoote ooghtGa naar voetnootf dat dat u niet bedriegh.
De lust-verbeeldinghGa naar voetnootg wiktGa naar voetnooth dats u niet vals bekoore,
U hertstocht houwt in toom dats u geen rust verstoore:
let op beraads besluijt;Ga naar voetnooti dat stierGa naar voetnootj de wil, en daad;
300[regelnummer]
na dit bestier zoo is de mensch of goet, of quaat.
U woord, en tongh besnoert: spreekt niet voor welberaaden.Ga naar voetnootk
hoetGa naar voetnootl dat u werken u noch ook u naasten schaden:
Doch na den moolen meest van dijn gedachten taalt.Ga naar voetnootm
zulk zaat als ghij die geeft, z'ist meelGa naar voetnootn al datmer maalt;
305[regelnummer]
want u beraads besluijt, wil, toelegh,Ga naar voetnooto woorden, werken
die volghen uijt gedachts onleegbaar moolen vlerken.Ga naar voetnootp
Verbeelter lekker-beet in, of Vrouw Venus zaad?Ga naar voetnootq
na af,Ga naar voetnootr of toestem wertGa naar voetnoots ghij kuijsch, gaijl, nuchter,Ga naar voetnoott vraat.
zooGa naar voetnootu ghij der vog'len vlucht geenGa naar voetnootv boven t'hooft kunt keeren,
310[regelnummer]
maar d'atserGa naar voetnootw nestlen niet, dit kundij lichtlijk weeren;
zoo is vaak buijten uGa naar voetnootx t'invallende gedacht:
Maar wortelings belettGa naar voetnooty dat staat heel in u macht.
| |
[pagina 21]
| |
Verbeeldings invalGa naar voetnoota mooghdij toestaan, of verjaghen,
na redenerings raat:Ga naar voetnootb ist wel;Ga naar voetnootc ist u behagen;
315[regelnummer]
ghij teelt verbeeldingh beelts:Ga naar voetnootd maar zout vermind'ren lust,
men invals voorslach drijft tot anwas, of ter rustGa naar voetnoote
en smijtet vander hand;Ga naar voetnootf of wilt u niet begeven;Ga naar voetnootg
neemt ijet aars voor:Ga naar voetnooth t'gedacht wert door t'gedacht verdreven.Ga naar voetnooti
Geen twee beelds t'seffensGa naar voetnootj vatse;Ga naar voetnootk En stortij vollerhandGa naar voetnootl
320[regelnummer]
ijet goets: zij vint geen wijl,Ga naar voetnootm om ijdelheijd ter hant
te nemen; sitt ghij leegh,Ga naar voetnootn en denkt geen goede zaken?
een Duijvels schilder-esel zal u leecheijd maken.Ga naar voetnooto
T'gedacht eijscht stoff; NaGa naar voetnootp t'een, of t'aar dat ghij haar geeft
verbeeldingh werkt, en brengt u voort wat daar ankleeft.Ga naar voetnootq
325[regelnummer]
Bedenkings oeffeninghGa naar voetnootr maakt luije dieven listich,
grond-kundichGa naar voetnoots den Piloot,Ga naar voetnoott den plaijt-gierGa naar voetnootu schallik-twistich.Ga naar voetnootv
Die ook zooGa naar voetnootw vreeze Goods, dood, hel-schrik,Ga naar voetnootx hemel-wensch
al staagh verbeelt, hij wert een heel bedachtzaam mensch:
Maar ist gedacht gewent naar ijdelheijt te rennen?
330[regelnummer]
men moetet metter tijt,Ga naar voetnooty en tegenwenstGa naar voetnootz ontwennen.
Andacht stier u gedacht: verbeelt staagh u opzettGa naar voetnootaa
| |
[pagina 22]
| |
op Godt, op hel, op heijl denkt: maakt, u zelfsGa naar voetnoota een wettGa naar voetnootb
(om weldaat meer te doen, en faal-greep bett te schouwen)Ga naar voetnootc
op seeker uijren daags denkt reekeningh te houwen.Ga naar voetnootd
335[regelnummer]
Dees oeffeningh vermeer u Goods-vrucht aen en aen,Ga naar voetnoote
Wat zond, of zotheijd heb ik dezen dach bestaan?Ga naar voetnootf
waar heb ik naastens nutt, selfs heijl,Ga naar voetnootg of scheppers eere
versuijmt?Ga naar voetnooth of trouw bewrocht?Ga naar voetnooti En had ik niet noch meere,
en beeter kunnen doen? k'heb zonder weer-wilGa naar voetnootj smert
340[regelnummer]
gedoogt; dats wel:Ga naar voetnootk maar haddet met een dankbaar hert
tott Godt geschiet, twaar meer. Met straffeGa naar voetnootl waarheijd moedich
ik boosheijd heb berispt; veel-lichtGa naar voetnootm had ghij dien goedichGa naar voetnootn
met redenGa naar voetnooto onderricht; Ghij had u min gesteurt,
hem meer gesticht; t'zij u een leer alst weer gebeurt.
345[regelnummer]
Verplichtij u dees wett geen oogheslaap te dooghenGa naar voetnootp
ghij'en hebt eerst al u doen dusGa naar voetnootq op de schaal gewooghen
ten minsten driemaal s'daags: in t'corteGa naar voetnootr ghij bevintGa naar voetnoots
dat sla-loosheijdGa naar voetnoott vervoert,Ga naar voetnootu en hoemens' ouerwint
door Goodsvrucht, door andacht, en wakkerGa naar voetnootv tegenwennis,
350[regelnummer]
meeGa naar voetnootw door goed oordeel van der dinghen heijl of schennis.Ga naar voetnootx
Het oordeel stiert de wil daar deuchd, of zond uijtspruijt.
Dit oordeel vonnis-veltGa naar voetnooty in u beraads beluijtGa naar voetnootz
| |
[pagina 23]
| |
des ziels verstandel kracht;Ga naar voetnoota Dits redens redeneeringhGa naar voetnootb
die recht zichGa naar voetnootc na de rechte' of dinghen bril waardeeringh;Ga naar voetnootd
355[regelnummer]
na ghij die quetslijk acht, of nutt, bij weet, of waan.Ga naar voetnoote
Wie sluijt of oordeel velt bett dan hij kan verstaan?Ga naar voetnootf
Maar wie slijpt zijn vernuft op waarheijts toetsteen nijuer?Ga naar voetnootg
elk volgt gemeen verstands, en wiegleers blinde ijverGa naar voetnooth
meest:Ga naar voetnooti want voor reens begrip hij voorleers hulp behoeftGa naar voetnootj
360[regelnummer]
tott sielspijs,Ga naar voetnootk die t'gemoett of zalicht,Ga naar voetnootl of bedroeft.Ga naar voetnootm
Gelijk het voebaar,Ga naar voetnootn of vergiftich zockGa naar voetnooto den lijve:Ga naar voetnootp
in beijden is gevaar. Treft men pock-vuijle wijvenGa naar voetnootq
te min;Ga naar voetnootr dit giftGa naar voetnoots u zucht,Ga naar voetnoott en bloett alzoo ontstelt,Ga naar voetnootu
dat lichaams pijnlijkheijt u voortGa naar voetnootv geduijrich quelt.
365[regelnummer]
Treft ghij een boosen AmGa naar voetnootw of voester-voogdenGa naar voetnootx zondich?
haar quaad-zokGa naar voetnooty voorgangs leer vergift u heil-zuchtGa naar voetnootz grondich.
| |
[pagina 24]
| |
zijns'ookGa naar voetnoota Goodsvruchtich; wijs? u ziel krijgt zulken vouw,Ga naar voetnootb
dieGa naar voetnootc u genieten doet meer heijl, en minder rouw.Ga naar voetnootd
Wat lucht een nieuwe test eerst inneemt, salze houwen
370[regelnummer]
langh,Ga naar voetnoote zomen t'rijsgjen vroegh buijgt, zal t'gemeenlijk ouwen.Ga naar voetnootf
zulk erf-deucht, of erf-zond gevallich,Ga naar voetnootg uijt u machtGa naar voetnooth
zijn, tott dat u gemoetsGa naar voetnooti verstandelijke kracht
vermooghenGa naar voetnootj krijgt, om lijf,Ga naar voetnootk en sielen-smert te wikken:Ga naar voetnootl
Dan ist u beurt bedacht op tegenraat te mikken.Ga naar voetnootm
375[regelnummer]
NeemtGa naar voetnootn of ghij hongrich in een duijster aarts-holGa naar voetnooto stont,
vol vreemde spijs, en drank, zoo giftich, als gezont:Ga naar voetnootp
daar faaltGa naar voetnootq gezicht, en keur,Ga naar voetnootr ook Artsen om te raden:
De noot port blindelingh ter tastGa naar voetnoots u te versaden:
Ghij slokt, en gelptetGa naar voetnoott in; gekleijnstGa naar voetnootu niet, noch gesift,Ga naar voetnootv
380[regelnummer]
òòn proef, of keur,Ga naar voetnootw oft reijn, onreijn zij, spijs, of gift:
Maar zoo bij zon-gestraal, het zij door spleet, of scheure,
half zattGa naar voetnootx ijet scheemrich lichts u namaalsGa naar voetnooty mocht gebeuren?Ga naar voetnootz
U sinnen sin-gauwGa naar voetnootaa zout ghij stellen vrijGa naar voetnootbb te werk,
| |
[pagina 25]
| |
op smaak, rook, en gedaant na kundGa naar voetnoota wel nemen merk.Ga naar voetnootb
385[regelnummer]
En of daar middel waar tott schaduw nachtsGa naar voetnootc verjagen,
ook om kruijd-kenners, kox, of Artsen raat te vragen;
Wat geltGa naar voetnootd of ijmandt vlijt, of kunst, of kosten spaart
voor lijf-ziekt,Ga naar voetnoote of voor doots gevaar te zijn bewaart;
Ook om trouw'Ga naar voetnootf hulp, en raad, en tegengift te weten;
390[regelnummer]
zoo hij ijet doodlijcx eerst onkundich had gegeten
dat uijt te braken, of te breeken quetsens macht:Ga naar voetnootg
Soo evenGa naar voetnooth gatet met u siels verstandel kracht;Ga naar voetnooti
s'gemoeds inwendich ooghGa naar voetnootj dat inde dommeGa naar voetnootk kintheijt
gesicht,Ga naar voetnootl noch kennis heeft: maar krijgt de vroeg gesintheijt,
395[regelnummer]
en lust tott weten,Ga naar voetnootm slokt danGa naar voetnootn hongrich (zonder keur
van waar, waarschijnlijk vals)Ga naar voetnooto al watmen hem stelt veur.
plant d'AmGa naar voetnootp haar suijglingh in lust-tochtGa naar voetnootq tot moije kleeren,
zal t'kind natuijrlijkGa naar voetnootr niet pronk als ijet schoons begeeren?
leert zijt ook tooren-wraak op steen,Ga naar voetnoots of kat, of hont,
400[regelnummer]
voedt dit niet krachtich wreek, en tooren-lusts erf-sond?Ga naar voetnoott
slaat acht, hoe kleijn het schijnt, t'sijn grondenGa naar voetnootu grootre zaaken,
die heeler landen volk of woest of zedichGa naar voetnootv maken.
Landswijs,Ga naar voetnootw huijs-wennis,Ga naar voetnootx Am (voor redens recht gebruijk)Ga naar voetnooty
| |
[pagina 26]
| |
dusGa naar voetnoota leijden bij gevalGa naar voetnootb in heijls, of onheijls fuijk
405[regelnummer]
door weet-sucht blint,Ga naar voetnootc veraast anGa naar voetnootd onwaardeerde kennis.Ga naar voetnoote
Soo haestGa naar voetnootf doch reenbegripGa naar voetnootg der dingen nutt, of schennis
maar ijet wardeeren kan,Ga naar voetnooth z'istGa naar voetnooti tijt zelf toe te zien,
om wakker met beraatGa naar voetnootj te zoeken, of te vlienGa naar voetnootk
t'geen ziel-heijl waarlijkGa naar voetnootl geeft, en t'geen ons doet bedroeven;Ga naar voetnootm
410[regelnummer]
te wikkenGa naar voetnootn hoe wij zijn geneijcht, wat wij behoeven
tott zalich onderwijsGa naar voetnooto in onser zielen grondt,
indien wij hielden ziel, als garen t'lijf gezondt;Ga naar voetnootp
watGa naar voetnootq in t'bevindenGa naar voetnootr heils begeertGa naar voetnoots versadicht waarlijk:
watGa naar voetnoott heijlzaam schijnt, danGa naar voetnootu valt in t'daadgebruijkGa naar voetnootv beswaarlijk.Ga naar voetnootw
415[regelnummer]
k'en prijs hier geensins dochGa naar voetnootx dat ijmandt meestrenGa naar voetnooty wil
vroeghGa naar voetnootz hoogh, of laaghe zaak, of kerkelijk geschil.
De kloekste, wel geleerde, oude, en versochteGa naar voetnootaa
vint daar gevaar genoech: Iongh doetetGa naar voetnootbb d'onbedochte:Ga naar voetnootcc
Maar naspeurt wat u ziel maakt vrijer meer, en goett,Ga naar voetnootdd
| |
[pagina 27]
| |
420[regelnummer]
naGa naar voetnoota s'heijlands leer zoekt eerst ootmoed,Ga naar voetnootb en sachte moed.Ga naar voetnootc
Geen hondert-jaarich kint blijft:Ga naar voetnootd maar schiktGa naar voetnoote al u luste
na siel-heijl: zulke leer alleen baart vreucht en ruste.
liefdij uijt voorgangs leerGa naar voetnootf eerst lekkerheijd, en pracht?Ga naar voetnootg
zoo na,Ga naar voetnooth dat vraat-lust ziek, en hovardij veracht
425[regelnummer]
maakt,Ga naar voetnooti u ziel redeneertGa naar voetnootj in t'onderzoekx bekennen?Ga naar voetnootkGa naar voetnootl
blijkt daar niet voorganghs feijl? ist dan niet tijt t'ontwennen?Ga naar voetnootm
en t'voorigh misverstantGa naar voetnootn geheelijk te vertreen?
door beter reenbesluijt?Ga naar voetnooto verdoemenGa naar voetnootp ook met een
dees land-leer,Ga naar voetnootq Als het Godt alGa naar voetnootr even seerGa naar voetnoots zal loonen
430[regelnummer]
in t'hemelrijk, zoo eet ik liever boutt, als boonen?Ga naar voetnoott
Geen spijs: maar honger geeft de smaak. T'kleet maakt de Man.
onvast gaat:Ga naar voetnootu meeGa naar voetnootv t'gevolghGa naar voetnootw die t'heeft die trekket an.
Sulk een misgreeps gevoelGa naar voetnootx met recht u twijfelachtich
maakt an aar-lands gewoon,Ga naar voetnooty en zou u doen aendachtich
435[regelnummer]
naspeuren elx beduijt,Ga naar voetnootz gevolgh, grond, heil, onheil.
en voeldij in u self an redeneeringh feijl?Ga naar voetnootaa
te trachtenGa naar voetnootbb naar behulpGa naar voetnootcc bij wijser luij, of boeken
| |
[pagina 28]
| |
van reenbeleed,Ga naar voetnoota van raadt, zoekt, waarmen hulp mach zoeken;
om woeker-oordeel winstGa naar voetnootb van u ontfanghen pont;Ga naar voetnootc
440[regelnummer]
AastGa naar voetnootd het natuijrlijk lichtGa naar voetnoote in dijner sielen gront
met onderzoek smout,Ga naar voetnootf wikt (dat dient u meest ten goede)
wat ghij weet, wat ghij waant,Ga naar voetnootg wat noch maar is vermoeden.
Hoedanich, ook waar heen, en wat de kennis is:
haar kracht, verdeelingh, eijndt, hoe onwis, hoe gewis.Ga naar voetnooth
445[regelnummer]
Wie zoo Sokratiseert,Ga naar voetnooti die zal bezinningh spoedich
van waan-al-wetende doen worden recht ootmoedich.
kennis is een begripGa naar voetnootj des siels verstandel kracht,Ga naar voetnootk
Voorvals gedaantGa naar voetnootl komt uijt de zinnen door t'gedacht,Ga naar voetnootm
of uijt verbeeldings beeld.Ga naar voetnootn De schoonheijdt van een mensche
450[regelnummer]
verbeelt uGa naar voetnooto door t'gesicht: U overlegh, u wenschen
vergroot des ander daags vaak t'eerst gevatte beelt
zoo wonderbaarlijk dattet hondertfoutt verscheelt.
De schoonheijds anwasGa naar voetnootp van u lief niet door de zinnen
komt; maar verbeeldings beelden teelen dolle minne.Ga naar voetnootq
455[regelnummer]
Verbeeldingh in t'verstantGa naar voetnootr beeld, en gedaanteGa naar voetnoots bracht
al eermen weet, of waantGa naar voetnoott als huijs-vooghdGa naar voetnootu in t'gedacht.Ga naar voetnootv
T'gedacht heeft krachten drie: Begrip, verbeeldingh, Heugen.
| |
[pagina 29]
| |
voorvallen haastGa naar voetnootd ontfangt door zenuwpijpgjens teer,
460[regelnummer]
en in verbeeldingh zent dit die gedaanten weer;Ga naar voetnoote
Dees oordeelt, onderscheijt,Ga naar voetnootf verlijkt, verbeelt meer beelden;
Heugingh onthout wat d'eerstGa naar voetnootg ontfinghen,Ga naar voetnooth wikten, teelden.
Der zinnen proef is enkel,Ga naar voetnooti en dies zeeker meest:Ga naar voetnootj
Weest in verbeelt beelts waagh, en vonnisGa naar voetnootk meest bevreest:Ga naar voetnootl
465[regelnummer]
Die wikkinghGa naar voetnootm schept uijt wel bekende zaakenGa naar voetnootn waarheijt,
of waanGa naar voetnooto uijt waarheijts schijn òòn ondervindings klaarheijd:Ga naar voetnootp
Want reen-beraadinghGa naar voetnootq is een waagh-schaal in t'verstant,
daar oordeeltmen naGa naar voetnootr weet, of waan ijet brengt ter hant.Ga naar voetnoots
Waant ghij dat wetenschap (na t'spreekwoortGa naar voetnoott) maakt hovaardich
470[regelnummer]
en zietGa naar voetnootu een wetend' man? dan sluijt u reenwik vaardichGa naar voetnootv
dat niemandt wetendeGa naar voetnootz bejaagtGa naar voetnootaa gequel voor heijl?
dat hovaards staart-sleepGa naar voetnootbb quelt? bezinningh zal verklaren
d'onwetenheijd, niet wetenschap moet hoomoed baren.Ga naar voetnootcc
| |
[pagina 30]
| |
475[regelnummer]
En merktGa naar voetnoota dat reenwik faalt uijt voorigh misverstant,
ook dat zich misverstant op schijn van waarheijt plant.Ga naar voetnootb
waarschijnlijkheijt die faalt door reenwikx onvermooghen,
vermeetel vonnis wert door voorleers feijl bedrooghen.Ga naar voetnootc
Wieghleers bedroch bevrijt van schuldGa naar voetnootd (zoot is gezeijtGa naar voetnoote)
480[regelnummer]
vermeetlijk, onverstant sluijt, of uijt haasticheijt.Ga naar voetnootf
Meest ijlenGa naar voetnootg uijlen maakt; schijn-nut vervoertGa naar voetnooth snel oordeel,
zoo struijkelt Eef;Ga naar voetnooti haast mist in keur van quets, of voordeel;Ga naar voetnootj
Geen haast is immer spoet;Ga naar voetnootk Berouw volgt daat voor raat;Ga naar voetnootl
Verzint eer ghij begint; T'naklaghen valt te laat;
485[regelnummer]
Haast maakt den mensch verbaast;Ga naar voetnootm dat hindert reen-beleeden;Ga naar voetnootn
In schielijk ongeval,Ga naar voetnooto in overval van steeden,
in brant, in waternoot, daarmen geen toeleg wiktGa naar voetnootp
meert haast ook ramp; bedaart verstant bestGa naar voetnootq alles schikt.Ga naar voetnootr
Vermeetel haast besluijtGa naar voetnoots maakt door onaandacht schuldich;
490[regelnummer]
Ons schort maar schroom-beraat,Ga naar voetnoott en Achtzaamheijt eenvuldich.Ga naar voetnootu
Haast is geen spoett;Ga naar voetnootv Te recht men haasticheijd hier heet
de Gramschap;Ga naar voetnootw Dese tochtGa naar voetnootx al eermen wikt, of weet
besluijt; breekt uijt;Ga naar voetnooty Ia doet haast t'geen wij haast beklaaghen;Ga naar voetnootz
| |
[pagina 31]
| |
Heil gramschap zoekt: Maar of ghij recht hebt, of verdraghenGa naar voetnoota
495[regelnummer]
ook nutter waar, daar wert in haast niet op geacht;
Of jae, zoo ist meer quaat te toornen met voordacht:Ga naar voetnootb
gemerkt de schepsels alGa naar voetnootc in rechter vrijheijtGa naar voetnootd wanderenGa naar voetnoote
maakt misverstandt onrechtGa naar voetnootf dij rechter over anderen.
Ons onverstantGa naar voetnootg in haast mis, en vermetelGa naar voetnooth sluijt
500[regelnummer]
zoo doolt de zot, en t'kint uijt onverstandt onschuldich;Ga naar voetnootl
Bij misverstandt woont schuld, en zonde menighvuldich.
Niet voelen onverstant is dat de vrekheijdt quelt:Ga naar voetnootm
Maar mis-verstant zoekt rijkdom door anwas van gelt.Ga naar voetnootn
505[regelnummer]
Geen kennis heeft des onverstands verstandeloosheijd;Ga naar voetnooto
quaGa naar voetnootp kennis mis-verstandtGa naar voetnootq uijt kund-versuijmGa naar voetnootr; dats boosheijd;
versuijm van woeker-winst met dijn ontfanghen pont,Ga naar voetnoots
Ons Heijland dit versuijm straftGa naar voetnoott als een onheijls gront.Ga naar voetnootu
Dit heijl-versuijmGa naar voetnootv maakt schuldich an verstands ontbeeringhGa naar voetnootw
510[regelnummer]
vermetelheijdGa naar voetnootx dochGa naar voetnooty teelt de valsche reedeneeringh;
Daar wastGa naar voetnootz het mis-verstandt: dat levert stof dan uijtGa naar voetnootaa
| |
[pagina 32]
| |
zoo lang men daar op steunt datmen al onvast sluijt.Ga naar voetnoota
zijdij in mis-verstandt dat ghij zijt eere waardich?Ga naar voetnootb
Dit gront-besluijtGa naar voetnootc u maakt trots, toornich, en hovaardich.
515[regelnummer]
Sluijt ghij vermetel dat ook onrecht goetGa naar voetnootd maakt rijk?
dit mis-verstant dat schaft reen-wikkings valsche blijk.Ga naar voetnoote
Want reen-beraadinghGa naar voetnootf sluijt uijt toegestemde kennis;Ga naar voetnootg
Na die wis, of onwisGa naar voetnooth is, baartse heijl, of schennis.
Dus weeght u kennis gauw,Ga naar voetnooti proeftGa naar voetnootj of s'ook is gezont,
520[regelnummer]
waar heen, hoedanich dats' is, waars' op is gegront;Ga naar voetnootk
Wikt ellik gront besluijt gauw; speurt oft ook alwaar,, is,Ga naar voetnootl
ik acht ghij vint dat meest u kundschap wankelbaar,,Ga naar voetnootm is;
Dat wij als blind' òòn kund van al der verwen scheel,Ga naar voetnootn
of Papegaijsche wijs na voorspraakGa naar voetnooto spreeken veel.
525[regelnummer]
De goedheijd, waarheijd, wijsheijt, zalicheijd, en deuchd,
Geloof, hoop, liefde, trouw, reijnherticheijt, en vreucht
wij noemen wel;Ga naar voetnootp voorwaar t'zijn namen die beteekenen
ijet groots, ijet treffelijx: maar laat ons eens narekenen
of wijz' ook kennen daatlijk,Ga naar voetnootq ende bij wat blijk:
530[regelnummer]
zoomen u veel van wijn, brood, gouden bergen rijk
toekalde,Ga naar voetnootr zou die praat u honger ijet vernoeghen?Ga naar voetnoots
of sooze vollerhandGa naar voetnoott vastGa naar voetnootu schilderspijsGa naar voetnootv toedroeghen?Ga naar voetnootw
u kunst-geerGa naar voetnootx oogh raaptGa naar voetnooty lust; maar boetens'Ga naar voetnootz honger noot?
| |
[pagina 33]
| |
Soo speelt ons weet-zucht laas; met beelde kennis snood.Ga naar voetnoota
535[regelnummer]
Weeght in u hert ten proefGa naar voetnootb t'woort voor verhaaltGa naar voetnootc andachtich
wats goedheijd? kendijs' ook? waart ghij die oijt deelachtich?
heeft oijt goetwordings tochtGa naar voetnootd u recht an t'hert geraakt?Ga naar voetnoote
hebt ghij oijt in t'besoekGa naar voetnootf haar heilgenott gesmaakt?
Gods goedheijds beeltGa naar voetnootg zal t'licht zoo quaad' als goede deelen;Ga naar voetnooth
540[regelnummer]
Die t'lastert, en vernieltGa naar voetnooti zal t'heelkruit lijkwel heelen.Ga naar voetnootj
t'schijnt goedheijds aart; Is die zegt vooght in u gemoet?Ga naar voetnootk
liefdij u vijant? loont ghij alle quaat met goett?Ga naar voetnootl
Dees blijk zoo ghijze kont zou u gront-kennis gevenGa naar voetnootm
Geen menschen weeten waarheijd meer als zij beleeven.Ga naar voetnootn
545[regelnummer]
De goedheijd schijntGa naar voetnooto zoo schoon, en heijlrijk inder daat,Ga naar voetnootp
zij Mach haar kenners trouwGa naar voetnootq niet paijenGa naar voetnootr metter praat;
HeurGa naar voetnoots heijl-begeert, en liefd tott schoon zouw harwaartsGa naar voetnoott rennen,
zoo niet? t'is blijk dat zij die geenzins waarlijk kennen.
Ongoed, ongodlijk zijn,Ga naar voetnootu rampzaligh, heijl-loos, zott,
550[regelnummer]
die hier een vijandt heeft, heeft niet een vrindt bij Godt.
Weeght d'anderGa naar voetnootv mee, wat dunkt u kundij die wat beeter?
of is meestGa naar voetnootw zonder grondtGa naar voetnootx elk een een waan-vermeeter?Ga naar voetnooty
| |
[pagina 34]
| |
bevindij dit?Ga naar voetnoota ist waar dat blijk u veeltijd mist?Ga naar voetnootb
zoo twijfelt meestentijd op dat gh'u minGa naar voetnootc vergist.
555[regelnummer]
Wel twijflen oorzaak is van goede redeneeringh;
Het twijflen kennis proef is van grond-kunds ontbeeringh.Ga naar voetnootd
Dit ziet de wijze meest; D'onwijze twijfelt minst,
die niet weet, twijfelt, niet, z' isGa naar voetnoote weeten twijfelwinst.Ga naar voetnootf
Niet onbekents bestaat, noch sluijt;Ga naar voetnootg ghij moocht niet missen;Ga naar voetnooth
560[regelnummer]
Weest in u reen-beraatGa naar voetnooti (wilt ghij u niet vergissen)
heel langsaam, zijeloos,Ga naar voetnootj bedacht,Ga naar voetnootk de zaak wel kund,Ga naar voetnootl
dat voorigh misverstands partij u niet ontmunt;Ga naar voetnootm
Dat ghij niet achteloos sluijt,Ga naar voetnootn of door haast bedrooghen,
noch bij onkund; en voelt ghijGa naar voetnooto reenkunds onvermooghen?Ga naar voetnootp
565[regelnummer]
het baar u oordeel schroom,Ga naar voetnootq rust tott ghij zeeker weet.Ga naar voetnootr
Het porr'Ga naar voetnoots te speuren na behulp van reen-beleed;Ga naar voetnoott
dats reden-kavlings ampt,Ga naar voetnootu die stiert beradings waghen,Ga naar voetnootv
wie die veracht, met wilGa naar voetnootw zoekt blintheijt, doolingh, plaghen.
looft, lieft, leert, volght ghij die; loopt dan de werelt deur,
570[regelnummer]
naspeurt,Ga naar voetnootx omsichtichGa naar voetnooty schift, wikt al wat u komt veur
| |
[pagina 35]
| |
in zinbegrip,Ga naar voetnoota verbeelding, reenverstant,Ga naar voetnootb of neijging
Hoe elke voorvalGa naar voetnootc voordraaghtGa naar voetnootd heijl, of onheijls dreijgingh:
Hier dient reenkavlenGa naar voetnoote toe: Maar mijt sluijtvlechtings list,Ga naar voetnootf
die schoolse revelkalGa naar voetnootg doot waarheijd, voestertGa naar voetnooth twist.
575[regelnummer]
Maar houGa naar voetnooti Calliop' ist nu niet schierGa naar voetnootj tijt te swijghen
dat ook die na u komt, te spreeken beurt mach krijghen?
De spreek-deur staat in keer,Ga naar voetnootk de vaart is opgebijt,Ga naar voetnootl
Nu trekt u schuijt op t'land tott op een ander tijt.
Ment ons niet af,Ga naar voetnootm mijn lust ter rust nu rechtevoort,, is.Ga naar voetnootn
580[regelnummer]
De eerste dagh-reijs deur mach alsmen uijt de poort,, is.Ga naar voetnooto
|
|