Vooral de vorm waarin Van de Berge zijn boeken giet, bepaalt de inhoud. Je moet hier lezen zoals je naar muziek luistert. De leegte en de levenshunker, de atrofiëring en de zoektocht naar de verwondering en alles wat sinds Hiroschima een langzame dood in de hedendaagse mens sterft, komen in de speciale vorm van deze jonge auteur tot leven. Een vorm die bestaat uit de herhaling, het gebruik van clichés, het aanwenden van de indirecte rede en soms, wat hij in Het gelaat veel konsekwenter zal toepassen, het gebruik van telkens drie op mekaar volgende dialoogjes. Daardoor wordt de mogelijkheid tot communicatie van één zijde steeds afgesneden. Daardoor wordt de vervreemding volledig. Naast de ritmevertragende syntaxis, de bijna (soms overdreven) aforistische neerslag van gedachten en stemmingen, is het klimaat van deze boeken belangwekkend. Het wordt bepaald door tal van kernwoorden, die in beide terugkomen. Ze zijn de stapstenen, die de lezer van moment naar moment verplaatsen. De leegte waarin de personages terechtkomen en die de leegte van de moderne mens is, wordt niet verhaald maar uitgebeeld. In Het gelaat slaagt Van de Berge deze uitbeelding compleet te maken: de kamer wordt het snijpunt waarin het mannelijke personage zich verliest. ‘Ik zou er altijd toe komen naar gezichten te zoeken, maar ik zou er geen vinden’ mijmert Claude in De ontmoetingen. Deze gedachte zal het uitgangspunt worden voor Het gelaat dat veel strakker lijkt en ook moeilijker om lezen, maar ergens de uiterste konsekwenties van onze menselijke existentie waar maakt. Het gelaat is vorm geworden tijdskritiek, zonder enige sporen van tendens. Die tijdskritiek stak reeds in zijn debuutroman. Het formalisme vooral waarmee wij onze menselijke contacten kruiden, staat nummer één in de rij van de aangevochten schijnwaarden. Daarna komen het
materialisme, de zakelijkheid die alle zachtheid en schoonheid doodt, het arrivisme en de corruptie (ik denk hierbij aan de eerste ontmoeting van Claude met Inge's vader en hoe Claude van het aan de wand hangende schilderij de parvenu-mentaliteit afleest!), het geloof dat door verkerkelijking de grens van het masker heeft bereikt, en veel meer. Maar alles zo handig ingekapseld in de bedding der zinnen, dat het door je stroomt