geloof bekeerde grootzusje Maria Rosseels, die in een filmrecensie over Cromwell (De Standaard, 2 oktober 1970) daar eveneens allusie schijnt op te maken. Ze noemt geen namen. Uit haar vinnig fascistische nota's maak ik wel uit dat ik een Lilliputter moet zijn en Gezelle een Reus. Ik zeg fascistisch, jawel, fascistisch zeg ik, ik bedoel hier haar uitwerking van de idee dat het een bewijs van morele moed is te durven - zoals Ken Hughes, cineast van Cromwell - een dictator in zijn eer te herstellen... in een tijd die alles afwijst wat groot is: ‘een tijd waarin men zich verbeten inspant om kunstenaars uit het verleden, genieën, heiligen en helden (échte, geen krachtpatsers) tot het niveau van alleman neer te halen.’ Allusie, duidelijk, op mijn kijk m.b.t. onze nationale grootheden Gezelle, Rodenbach en Verschaeve. Eindelijk toont de progressiviteit in Vlaanderen zijn ware gelaat, ik ben er Maria Rosseels dankbaar om. Eindelijk toont ook het vrije denken zijn ware gezicht, ik ben er Marnix Gijsen dankbaar om!
Vlaanderen mag fier zijn op zijn ‘genieën, heiligen en helden’ (en er staan al weer twee nieuwe nissen klaar...)
De overkant van de lijn deelt me mee dat, indien hij had moeten weten hoe origineel ik over dergelijke materie dacht, hij geen ogenblik zou verzuimd hebben om de gewraakte passage dan toch te plaatsen. Maar een huisduif als ik is nou eenmaal telefonisch moeilijk te bereiken... Het zwarte onding staat hier links van me, op één meter, op de klankbak van mijn platendraaier, binnen handbereik. Ik zit op een draaistoel. Momenteel heb ik nog geen noemenswaardige gehoorafwijkingen.
De overkant vraagt me verder of ik eventueel een mea culpa van zijn zijde zou willen aanvaarden. Een mea culpa kan ik moeilijk accepteren, zeg ik vriendelijk door het mondstuk van het zwarte, lispelende monster, vriendelijk want je moet je altijd netjes en beleefd gedragen heb ik van kindsbeen af geleerd. Netjes en beleefd, naar het voorbeeld van Maria Rosseels' en Marnix Gijsens ‘genieën, heiligen en helden’. Vooral als je een gediscrimineerde lilliputter bent! Wat er verder zal gebeuren? vraagt de innemende stem aan de overzijde. God, wat er verder gebeuren zal? Weet ik het? O ja, je las het.