Gedichten(1815)–Hajo Albert Spandaw– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 18] [p. 18] De waarde van vrouw en kind. Schoon ik de gunst der grooten mis, De weiflende fortuin mij ongenegen is, Ik heb nog vrouw en kind, God dank! en brood voor beiden: Een' vrouw, die mij zoo teêr bemint, In reine huwlijkstrouw haar' hoogsten wellust vindt, En om geen lief of leed van mijne zij' zou scheiden; Een kind, dat, vrolijk en gezond, Met rozen op de wang en lachjes om den mond, Nog van geen' rampspoed weet in zijn onschuldig leven: Wat klaag ik dan om leed of druk? Mijn lot is zaligheid - ik smaak het hoogst geluk:.... 'k Wil voor geen' koningskroon mijn wijf en jongen geven! Vorige Volgende