Dichtkundige ziele-zangen
(ca. 1720)–Philippus van Sorgen– Auteursrechtvrij
[pagina 175]
| |
Stemme: Myn Liefste gy zyt ongestadig, &c.1. Gy hebt my Heer tot staan bewogen
Door uw aantrekkelijke taal;
Dat ik ben van u weg gevlogen
Was om dat 's Werelds pracht en praal,
Glorie, Hoogheid, Staat en Eere
't Voorwerp was van mijn begeere,
Dat alleen was 't dat mijn ziel
Van u Heer te rugge hiel.
2. Gy hebt my door uw zelfs verkregen,
En uit des Duivels klauw verlost,
Mijn Heil was het voorwerp van uw Zeegen;
Maar 't heeft uw dierbaar bloed gekost.
Zouw ik u met ziel en zinnen,
Dan niet lieven en beminnen
'k Was de snoodste van der Aard',
En de Hel voor eeuwig waard.
3. Ik wil mijn hert dan los gaan maken
Van 's Werelds blinkend idel niet;
Ik wil mijn eigen zelfs verzaken,
En leven onder u gebied,
'k Wil u stem alleenig hooren,
Geen ding kan my meer bekoren,
Want ik zie en merke dog
's Wereldsch leugen en bedrog,
4. Dat komt gy voor mijn oog te ontdekken;
Dus zie ik meerder als ik plag
Wild my nu vorder tot u trekken,
Op dat ik u navolgen mag;
Stuur mijn herte, ziel en zinnen,
| |
[pagina 176]
| |
Doet my anders niet beminnen,
Hier op Aard' als u, ô Heer!
Dat is 't al dat ik begeer.
5. Ik bid u kom dan soete Jesu,
Kom maak uw' woning binnen my:
Geev' my de zekerheid, door dees u
Genade, dat ik uwe zy.
Herte Vriend, mijns ziels beminde
Wild my zoo aan u verbinde,
Dat ik nooit van u geley,
Liefd, en toesicht wijk nog schey.
A.G. UIT. |
|