Dichtkundige ziele-zangen
(ca. 1720)–Philippus van Sorgen– AuteursrechtvrijPhilippus van Sorgen, Dichtkundige ziele-zangen. Jacob van Poolsum, Utrecht circa 1720
DBNL-TEI 1
Wijze van coderen: standaard
-
gebruikt exemplaar
exemplaar Universiteitsbibliotheek Gent, signatuur BIB.BL.007721/1
algemene opmerkingen
Dit bestand biedt, behoudens een aantal hierna te noemen ingrepen, een diplomatische weergave van Dichtkundige ziele-zangen van Philippus van Sorgen in een herdruk uit circa 1720.
redactionele ingrepen
p. 7: onrbreekt → ontbreekt: ‘T'ontbreekt u Heer, 't ontbreekt u aan geen magt’
p. 8: Gf → Of: ‘Of dondert met de vloeken van Uw' Wet’
p. 10: Blnkende → ‘Blinkende: Aen de Blinkende Morgensterre J. C. dat Hy zijn opgang verhaaste’
p. 10: Gp → Op: ‘Op dit naare pad’
p. 76: alies → alles: ‘Ja vrolijk zijn, als alles hem begeeft’
p. 134: zon → zou: ‘Ik zou u kussen vond ik u op straat’
Aanhangsel, p. 19: onds → ouds: ‘En wetende dat God van ouds haar heeft bemind’
p. 26: plantent → planten: ‘Dien scheen ons Jesus Beeld te vooren in te planten’
p. 27: 't 't → 't: ‘Terwyl hy besig was in 't Veld met Akker-bouw’
p. 32: nw' → uw': ‘Soo blonk uw' Fakkel even helder’
p. 39: nw' → uw': ‘En om nu t'eenemaal uw' ziel gerust te stellen’
p. 42: een deel van de tekst is onleesbaar, hier is [...] neergezet: ‘Verjaar-Lied Aan myn Oudste Broeder Leonard van Sorgen, Wanneer hy op den [...] February 1677. zyn Vyf-en-twintig Jaar vervulde’
p. 55: waaaheid → waarheid: ‘Niet blind van Liefde maar in waarheid siend’
p. 55: Eeeren → Eeren: ‘Den Stoel der Eeren’
p. 107: nw → uw: ‘Ach! waar ik voor uw Helsche reden doof’
p. 115: lifede → liefde: ‘Mijn vrye liefde steig'ren’
Bij de omzetting van de gebruikte bron naar deze publicatie in de dbnl is een aantal delen van de tekst niet overgenomen. Hieronder volgen de tekstgedeelten die wel in het origineel voorkomen maar hier uit de lopende tekst zijn weggelaten. Ook de blanco pagina's (1v, *1v) zijn niet opgenomen in de lopende tekst.
[pagina *1r]
DICHTKUNDIGE ZIELE-ZANGEN,
OPGEZONGEN DOOR PHILIPPUS van SORGEN
En verscheide andere ZANG-LIEVERS.
Den laatsten druk vermeerdert met een AENHANGZEL Van verscheide Gezangen van dezelfde materie.
[vignet]
T'UTRECHT,
By JACOB van POOLSUM, Boekverkoper tegen over 't Stadhuys.
[pagina *3v]
Bladwyzer Van de Gezangen.Meditatie over de levenloze en dode staat der algemeene Kerke. O dorre zielen laver. | 1 |
Jesus Troost-lied aan den klagende Beweender van den levenloze en doden staat der Algemeene Kerke. Medogenden Beweender. | 4 |
Op het voorgaande. Is nu Gods Kerk een Knekelhuys. | 6 |
Bede om de Wind van Gods Geest. Ontsluit, o Heer, u ingewand! ontsluit. | 7 |
Bede tegens de Geestelyke slaapsucht. Ik slaap zoo vast, mijn ziel die leid als dood. | 8 |
Aan de blinkende Morgensterre J.C. dat Hy zyn opgang verhaaste. O Morgenster. | 10 |
Jesus kloppende aan de deure van zyn Bruid. Op, op, doet open mijn duive, mijn schoone. | 12 |
De kloppende Ziel, en weigerende Jesus. Jesus mijn Middelaar, Heiland en Koning. | 14 |
Lied van 't IK. O Ik! o Ik | 16 |
Aan een Ziel die niet derft naderen tot het Avondmaal. O twijffelende Maagd. | 18 |
Suchtinge van een Ziele in duisternis. Mijn Ziel heeft langen tijd gewagt. | 21 |
Bede om een inbreuk van stromen des levende Waters. Komt Oceaan van ongemeten goedheid. | 22 |
Suchtinge om van het Lichaam der zonde ontslagen en met Christo vereenigt te zyn. My paste wel, als ik ging denken. | 24 |
Ziels-verzuchtinge. O groten Herder der verdwaalde Schapen. | 26 |
Ziels-oeffening in zeer diep verval, en vervreemdheid van den Heere, by occasie van des Heeren Avond- |
[pagina *4r]
maal. De tijd genaakt nu weer mijn doode ziel. | 33 |
Ziel-suchtinge. O Heil Fontein. | 44 |
Afdwalende Ziel. Mijn dwase ziel laat u doch lokken. | 48 |
Den eersten Psal. op deze voet gestelt, op dezelve vois, Die met godlose lien niet om en gaat. | 50 |
Den tweeden Psalm. Wat oorzaak of de Heidenen beweegd. | 51 |
Lied van onze Vreemdelingschap hier op Aarden. O God en Schepper hoog geprezen. | 53 |
Den rechten plicht eens Christens. Seer Heilig, Heerlijk, wijs, alwaardig. | 57 |
Ziel-suchtingen tot den Heere Jesus. Sonne der gerechtigheid. | 60 |
De Minnende Jesus weigerende Ziel. Ach mijn Vriendinne. | 61 |
De Minnende Ziel en weigerende Jesus. Ach Jesus vlied gy. | 62 |
De Minnende Jesus en Minnende Ziel. Wel nu ik min u. | 63 |
Liefde-Lied. Mijn Jesus zoud ik uw voortaan niet minnen. | 64 |
Ziels uitgestrekte begeerte tot God. O liefde Gods. | 68 |
Den Hemelschen Arend, zyn vlucht spoedende naar 't dode lichaam, Luc. 17. Alles vind ik vol ellende. | 69 |
Het Hemels Lied der Engelen, nagestamerd op der Aarden. Oneindig Algenoegsaam Heer. | 72 |
Zamenzang, tusschen een Wereldlievende en Godlievende Ziel. Ay my! wat valt het zuur, wat valt het smert'lijk. | 74 |
Utrecht Herstellinge uitgezongen. Kom! Utrechts Israël. | 78 |
Innige Suchtingen van een Geestelyk verhemelde Ziele, om verlossing uit dezen aardschen Tabernakel. Seg Jesu seg, hoe lang moet ik met vrezen. | 80 |
[pagina *4v]
De Mogendheid van 's Heeren Christi Herdersstaf. Gy had van ouds: O groote Schapen herder. | 81 |
Het Eeuwig Liedje. Wanneer dees tijd-Gordijn. | 84 |
Zuchtinge der Zielen. Daar berst mijn Ziel in klagten uit. | 87 |
Schepzels Idelheid en Scheppers Heerlykheid. Edele Ziel oneindig stof. | 89 |
Gedachten voor het Avondmaal Zondige ziele, zeg waar wilje heen. | 92 |
De blydschap des Heeren zal uwe sterkte zyn, Nehemia 8: 11. Wat heb ik tijd wel eer besteed met weenen. | 94 |
Hert-kalmte van een Liefhebber Jesu. Hoe dat het gaat of niet en gaat. | 99 |
Suchtinge tot Jesu, om van de ziels ellende verlost te worden. Soete Jesu, hoord mijn schreyen. | 102 |
Het Hoge-lied van Salomon, het eerste Capittel, het I. Gezang. Hy kusse my met kusse. | 119 |
Het tweede Gezang. 'k Gelijk u mijn Vriendin by Paarden. | 120 |
Capittel I I. Het derde Gezang. Ik ben een Roos, ik ben een Roos van Saron. | 122 |
Capittel I I I. Het vierde Gezang. Ik zocht 's nachts op mijn leger hem. | 124 |
Capittel I V. Het vyfde Gezang. Ziet gy zijt schone mijn Vriendinne. | 126 |
Capittel V. het zesde Gezang. 'k Ben in mijn Hof gekomen, ô mijn Suster. | 128 |
Capittel V I. Het zevende Gezang. Waar henen is u Liefste, waar gegaan. | 131 |
Capittel V I I. Het achtste Gezang. Hoe schoon zijn uwe gangen in de schoenen. | 132 |
Capittel V I I I. Het negende Gezang. Och dat gy, gy my waard gelijk een Broeder. | 134 |
[pagina *1r]
AANHANGZEL, Of Tweede Deel VAN DE DICHTKUNDIGE ZIELE-ZANGEN,OPGEZONGEN DOOR PHILIPPUS van SORGEN
En verscheide andere ZANG-LIEVERS.
T'UTRECHT, By JACOB van POOLSUM, Boekverkoper tegen over 't Stadhuys.
[pagina 180]
Bladwyzer Van de Gezangen.Zegepraal, over de Dood van d'Eerzame, Vroome, Godzalige ende wel in God-geoeffende Jongeling D. Philippus van Zorgen.
Nodiging tot het beschouwen van Jesus.Fol. | 1 |
Eerste Boek. en Eerste Gezang, | 10 |
Het II. Deel, Dat God meer in Jesus is, als in den Hemel de Sonne of eenig ander Hemels Schepsel. | 22 |
He III. Deel, God is meer in Jesus, als in alle aardsche Schepselen, meer in Hem dan ooit in Adam, of eenig ander Mensche, | 24 |
Het IV. Deel, Jesus bewezen God te zijn, door de Texten van het Oude Testament. | 27 |
De Wereld ontmaskert, door Monsr. Fouquet. | 30 |
Na-klacht, over het groot verlies, en schadelijk Afsterven, van den E. G. en Hoog G. Heer Gijsbertus Voetius. | 32 |
Tegen-zang. | 33 |
Weder-zang. | 34 |
Aen mijn Waarde Groot Moeder Van Zorgen, Tredende in haar 82 Jaar 1670. | 35 |
Aen Me-Juffrouw, en Waarde Moeder, op haar Geboorte-dag den 8 April N. S. 1675. zijnde nu 50 Jaar. | 37 |
Begroeting aen mijn Oudste Broeder Leonard van Zorgen, tredende in zijn 24 Jaar. | 39 |
Op de Verjaardag van mijn Oudste Broeder, tredende op den 5 February O. S. 1676. in zijn 25 Jaar. | 41 |
Verjaar-lied aen mijn Oudste Broeder Leonard van Zorgen, wanneer hy op den 5 February O. S. zijn 25 Jaar |
[pagina 181]
vervuld. Eerste telg van onse tak. | 42 |
Op het verjaren van mijn Neef, Philippus vander Vliet, tredende op den 21. December N. Stijl 1675. in zijn 20. Jaar. | 45 |
Aen mijn Neef Philippus vander Vliet, als hy op den 21 dag van Wintermaand des Jaars 1676. ook intrad in zijn 21. Jaar. Broederlijke Neef, die my. | 47 |
Aen mijn byzondersten Vriend, mijn Heer Johan van der Haar, wanneer de tijd van zijne vorderinge in de Rechten op handen was. | 50 |
Een duits Sappicum drie a vier extemporaneum. | 55 |
Ter Bruiloft, van de Eersame en seer Discreten Goossen van Wijk, en de seer Deugtsame en Eerbare Haasje van Doorn, in den Egt versameld den 2. February O. Stijl 1670. | 56 |
Geboorts-vermaning, aen de Eersame Deugdrijke Jonge Dochter Maayken van Wyk, verjaard den 11. July 1667. Oud 28. Jaar. | 58 |
Een Ziel zijnde in 't gevoelen van Gods Liefde. Ik heb nu eens gevonden. | 59 |
Punt-dichten of Epigrammata. Bedenkinge over Micha 6: 9. Hoord de Roede, en wiese besteld heeft. | 63 |
Petri Gallicinium, of 't Hane gekraay van Petrus. | 63 |
Bedenkinge over Matth. 6: 28. De Lelien spinnen niet. | 63 |
Op de Poorten van Palm, hier over al in de Stad, Anno 1673. Op de Intrede van zijn Hoogheid | 64 |
Aen den Heere AEgidius van den Bogaard. | 64 |
Op den 30. Psalm, vers 6. Want een oogenblik is'er in zynen Toorn maar, &c. | 64 |
Een Gezang Lutheri. Verheugt u lieven Christen Schaar. | 65 |
Niet dan Jesu. Augustinus ging eens ziften. | 67 |
Morgen-Gezang. Heer! hoe zal ik u vergelden? | 72 |
Een benauwde Ziele, klagende tot God, over haar drie Doodvyanden: ende den Heere om hulpe en bystand aenroepende tegen deselve. Hoe werd mijn Ziel soo |
[pagina 182]
seer beprongen. | 75 |
Eucharisticum, ofte Dank dicht. Hoewel den groten God. | 77 |
Avond-gebed. O groote God! die alles wat 'er leeft. | 80 |
Ziels-worsteling ende Overwinninge, na het genieten des H. Avondmaal. Eilaas, wat ramp, ach! wat ellende. | 82 |
De lieflijke Vreugde van een versekerde Ziele, smakende de soetigheid van de liefde Christi. O mijn Ziel wat zoete tijden. | 89 |
Klachte ende Gebed tot Jesum, in 't naderen tot zijne H. Tafel. Mijn waarde Ziel hoe dus ontsteld. | 92 |
Een Ademhalende Ziele, uit het midden van haar, 100 lichamelijke als geestelijke besoekingen tot God vliedende, ende op haren Vader lieffelijk leunende. Wat is 't mijn Ziel hoe dus ontsteld? | 96 |
Lieflijke Ziel-dwank, of innige Hertstochten tot Jesus.O Jesu!wat is 't dat u dringt? | 99 |
Eensaam gepeins. Heer Jesu Leven, Licht, ja eenig Al. | 104 |
Wee-klagten van Sions Liefhebbers, beantwoord door Sions Bruidegom, Uitgebeesemt ter gelegentheid van de dood van den Eerwaarden Heer Jasper vander Haar, Saliglijk overleden in 's Gravenhage den 15. December 1678. JEHOVA Sions Son. | 109 |
Het Overgeven van een Gelovige Ziel aen Jesus. Alleen Alweerdig God. | 120 |
Ziels-verlangen, om 't genieten van Jesus. O Lieve Jesu! Ziele vrind. | 122 |
Een antwoord van een Kind Gods, op de Woorden, als Proverb. 13: 26. Ik hoor een stem uit 's Hemels Throon. | 124 |
Over de Woorden, als Ezech. 25: 5, 6. Hoe wonderbaar zijn u genaden | 125 |
Een Sucht tot Jesum. O soete Jesu, wanneer sal het we- |
[pagina 183]
sen. | 129 |
Hetstogtige Wenschingen, om van de wereld en zijn eigen verdorventheid te mogen verlost, en met Jesus vereenigt te worden Hoe word mijn hert Heer | 131 |
Een Lied. Gy God, voor wien der Eng'len schaar | 136 |
Afscheid, van 't gezelschap van Gods Kinderen Eeuwig, Heilig, Hemels Koning | 139 |
Een gebed tot Jesus, van een sukkelende Ziel. Aen my dat ik soo langen tijd. | 142 |
De volmaakte Jesus; in zijn Lievelingen volmakende 't gunt in haar ontbreekt. Zoete Jesu zuiv're zoetheid. | 145 |
Den alles Vermogende door 't Gelove Dan als Gods Geest mijn ziel bewerkt. | 147 |
Den gelukzaligen Hoveling. Opgeblaze Hovelingen. | 149 |
Volmaakte Edeldom. Ik loov' en danke God, zeid' eens een Heiden. | 151 |
Liefde-drift. Hoe driftig is der Liefde gloed | 153 |
's Menschen idel gewoel. Hoe woeld den Mensch om goed by goed te schrapen. | 154 |
Eliëser door Aarts Vader Abraham uitgezonden om een Huisvrouw voor zijn Zoone Isaak. Deszelfs reize, wedervaren, handeling en uitkomst. Genesis Cap. 24. Doe Sara levens zat. | 156 |
De Franse Mode. Idel Land weelig en dertel. | 166 |
Goeds moeds Onderwerp. Hoe dul en dromig legt gy daar. | 168 |
't Voorwerp der Ware Vreugd. Ach hoe zoet, hoe troost'lijk, hoe heerlijk. | 169 |
Zamen zang van Jesus, en nog een Wereld gesind Christen. Met re'en begaafde Dier. Hoor hier. | 170 |
Weergadeloose Liefde. Raar Voorwerp van mijn Liefde. | 173 |
[pagina 184]
Sulamits Antwoord. Gy hebt my Heer tot staan bewogen. | 175 |
Nederlands Ban. Ontwaak baldadig Nederland. | 176 |
Ware Staat-zucht. Hoe moedig is de Mensch wanneer. | 178 |
EINDE.