Dichtkundige ziele-zangen
(ca. 1720)–Philippus van Sorgen– Auteursrechtvrij
[pagina 145]
| |
Stemme: Psalm 146. Of, Philis quam Philander tegen, &c.1. Zoete Jesu zuiv're soetheid
Deel my van uw soetheid mee,
Mengt een dropje van uw goedheid
In mijn bitt're ziele wee:
Zalf daar meed' haar doode wond',
My gegeven door de zond'.
2. Heill'ge Jesu, enkel Heilig,
Heil'gt my door uw Geest en Woord,
Op dat ik mijn leven veilig
En gerust voltrek nu voort,
Dek met uwe Heiligheid
Mijne naakt' elendigheid.
3. Ach beminnelijke Jesu!
Wisse Liefde, Liefde bron,
O dat ik dog eens in dees uw
Well' mijn zieldorst lesschen kon?
En dat eens haar vloejing viel
In mijn uitgedroogde ziel.
4. Waarde Jesu, dierbaar' Heiland,
Die ik hoger houd' en schatt'
Dan all' Aardrijks Bouw- en Weiland,
En al 's Wereldsch Goed en Schat;
| |
[pagina 146]
| |
Ey bekroon mijn nietigheid
Met uwe dierb're waardigheid.
5. O Volmaakte Jesus! gund my,
Die gebrekkig en mismaakt
Ben, te worden (want dat kund gy)
Daag'liks meer en meer volmaakt;
Tot ik ben gestegen op
Der volmaaktheids hoogste top.
6. Sterke Jesu, Held in 't strijden
Juda's Leeuw, die overwind
Alle die u tegenstrijden,
Ik ben teerder als een kind:
Maakt my met uw' sterkte sterk,
Dat 'k mijn geest'lijk werk volwerk.
7. Ryke Jesu, slaa uw' oogen
Op my arme Bedelaar,
Wiens gebrek en onvermogen
U bekend en openbaar
Zijn; werp my dog ietwat toe
In mijn geest'lijke armoe.
8. Goede Jesu, Goedheid zelve,
Laat uw Goedheid in mijn hert
Dien verdorven grond doordelve,
Die vol quaad bevonden werd:
En verdelg dat dood'lijk quaat,
't Welk u Goedheid tegen staat.
9. Vriendelyke Jesu Christê,
Die de Zondaars vriend'lijk nood,
Trek my (die my vaak vergiste
In 't bedrijf van sonden snood)
Door uw soete vriend'lijkheid
Uit der zonden dienstbaarheid.
A.G. UIT. |
|