Dichtkundige ziele-zangen
(ca. 1720)–Philippus van Sorgen– AuteursrechtvrijStem: Van der 100 Psalm. Of: Het Avond-gebed.1. O Lieve Jesus! Ziele vrind
O soetste die mijn ziele mind,
Emmanuël ô eeuwig God,
Ey weest mijn eeuwig deel en lot.
2. O lieve Jesus Bruidegom,
Ey lieve Jesus, kom ey kom,
O lieve Jesus, Jesus soet,
Ey komt in een onrein gemoed.
3. O lieve Jesus, Heer van Al,
Ey siet eens op mijn Ziele-val,
Ey Jesus, Jesus, Jesus soet
Weest gy mijn Heil mijn eeuwig goed.
4. O lieve Jesus, Heer en Hooft,
Ey doet het geen gy hebt belooft
O Jesu, Jesu rijke Heer,
Ey doet dog eens mijn ziels begeer.
5. Ey lieve Jesus, salig Heer,
Weest gy mijn rijkdom, schat, en eer,
O Jesu! vol van goedigheid,
Schenkt my dog uwe Zaligheid.
6. O lieve Jesu, reine Heer,
Ey daald in mijne ziele neer,
Ey lieve, lieve Jesu, kom,
Ach! Heere Jesu siet eens om.
| |
[pagina 123]
| |
7. O soete Jesu, vol gena,
Immer kom ik noch niet te spa,
Na u, na u is 't dat ik schry,
En om u liefde, dat ik vry
8. Ach isser nog een open oor,
En voor een Sondaar noch gehoor,
Ey soete Jesu, hoord my doch,
Ey helpt my doch och! och! och! och!
9. O Jesu, Jesu, Heilig Heer,
Ik kniel ootmoedig voor u neer,
Ey Jesu, Jesu, weest mijn ligt
Toond my u vriendlijk aangesigt.
10. O Jesu, Jesu, wijse Heer,
Roept tot mijn ziele, keer, ey keer,
Ey lieve, Jesu, Jacobs ster,
Ey Jesu roept mijn ziel van ver.
11. O Jesu, Jesu, levens bron,
O Jesu, saal'ge Zielen Son,
O Jesu, Jesu, groot van macht.
Ach! ach! hebt op mijn Ziele agt.
12. O Jesu, hoog verheven Vorst,
Ach! kom en woond in dese borst,
Ach! Heere Jesu, Davids Soon,
Ey hoor, ey hoor mijn nare toon.
13. Ach was ik eens van u gekust,
Dan was mijn droeve Ziel gerust,
Ey Jesu, Jesu, spreng u bloed,
Op een onrein en vuil gemoed.
14. Waar blijft mijn lief, waar blijft mijn vrind?
Ach! hoor het schreijen van u Kind,
't Geslachte Lam, 't geslachte Lam,
Ach! dat gy quam, ach! dat gy quam.
15. 't Moet Jesus, Jesus, Jesus zijn,
En ik verlost zijn van mijn pijn,
Mijn ziel bezwijkt, en sijgt daar neer
Na u, na u, ô Heer! ô Heer!
| |
[pagina 124]
| |
16. O lieve Jesu, Jesu, goed,
O Jesu! Jesu! Jesu soed!
Ey, ey, gebie, gebie, gebie,
Dat maar u wil, u wil geschie.
J.S. |
|