Dichtkundige ziele-zangen
(ca. 1720)–Philippus van Sorgen– AuteursrechtvrijBedenkinge over Micha 9: 9. Hoort de Roede, en wiese bestelt heeft.God heeft tot onse tugt een sagte Roe gekosen,
Een Roe alleen gemaakt van Lelien en Roosen,
Ey! hoort dit dog, en gaat hem verder niet vertoornen,
Of hy bestelt'er een van Distelen en Doornen.
| |
Petri Ga naar voetnoot*Gallicinium, of 't Hane-gekraay van Petrus.Op 't derde Haan-gekraay, bekeert sig Sinte Peter,
En op het hondertste word Utrecht nog niet beter,
Hoe komt dat? ja; zyns Heeren oog dat zag hem aan,
't Was anders evenveel, of zyn, of onsen Haan.
| |
Bedenkingen over Matthei 6: 28. De Lelien spinnen niet.'k Wist voor de Lely raad, en watse moest beginnen,
Op datse met fatsoen quam uit dees Labyrinth,
Zy moest nu maar een draad als Ariadne spinnen,
Maar ziet de waarheid zelfs, zeid datse niet en spint.
| |
[pagina 64]
| |
Op de Poorten van Palm, hier over al in de Stad, Anno 1673.
| |
Aan de Heer AEgidius vanden Bogaart.My dunkt ik sie de Geest, de mond, de tong herleven,
Van Bogaart die wel eer soo meenig herte stal,
Wiens Naam in menig hert soo diep nog staat geschreven;
Wiens Naam soo lang hier Kerk, soo lang ook leven sal;
Maar die is heen gegaan by Jesus, by zyn Borge,
Op dat hy daar ontfing die weggeleide Kroon;
Ey Utrechts Zion! zyt voortaan bevryd van sorgen,
Want siet des Vaders Geest rust weder op de Soon.
|