Dichtkundige ziele-zangen
(ca. 1720)–Philippus van Sorgen– AuteursrechtvrijStem: Psalm 5.I.
'k Gelijk u mijn Vriendin by Paarden,
In wagenen van Pharao,
| |
[pagina 121]
| |
U wangen in de spangen zijn,
Lieff'lijk uwen hals in peerle,
In peerle snoeren.
I I.
Wy zullen goude, goude spangen
Met zilver stipkens maken U,
De Bruid spreekt.
Terwijl dat de Koning aan
Zijn ronde Tafel zit, mijn Nardus
Geeft, geeft zijn reuke.
I I I.
Mijn Liefste een bundelken Myrrhe,
En Myrrhe bundelken my is,
Dat tusschen mijn borsten vernacht,
Mijn Liefste is een Cypres-tros in
Engedys Wijngaard.
I V.
Christus spreekt.
Ziet gy zijt schoone mijn Vriendinne
Ziet gy zijt schoon, u oogen zijn,
U oogen Duive oogen zijn.
De Bruid.
Ziet gy zijt schoon, gy gy mijn Liefste,
Ja lieflijk, lieflijk.
V.
Ook groend, ook groend onse Bedstede,
De Balken onzer Huisen zijn,
De Balken onzer Huisen zijn,
Zijn Cedren, onze Galeryen
Die zijn Cypressen.
| |
[pagina 122]
| |
|