Dichtkundige ziele-zangen
(ca. 1720)–Philippus van Sorgen– Auteursrechtvrij
[pagina 119]
| |
Stem: Psalm 65.I.
De Bruid spreekt
Hy kusse my, my met kussen,
De kussen zijnes monds,
Want U uitmuntend´ liefd´ is beter,
Is beter dan de Wijn,
U Olien zijn goed tot reuken,
U Naam een Oly is,
Die uitgestort word, daarom hebben
U, u de Maagden lief.
I I.
Trekt my wy zullen U nalopen,
De Koning heeft my my
Gebracht in zijn binne-kamers,
Wy, wy wy zullen ons,
Verheugen en in U verblijden,
Wy zullen uwe liefd',
Uitnemend meer dan wijn vermelden,
d'Oprechte heeft u lieff.
I I I.
'k Ben zwart doch lieffelijk gy Dogters
Jerusalems, gelijk
De Centen Kedars, de Gordijnen
Van Salomon gelijk,
Ziet my niet aan dat ik zwartachtig,
Dat ik zwartachtig ben,
Om dat de Son, om dat de Sonne
My, my beschenen heeft,
| |
[pagina 120]
| |
I V.
De Kind'ren mijner Moeder waren
Ontsteken tegen my,
Zy hebben my tot een Hoedrinne
Der Wijngaarden gesteld,
My mijnen Wijngaard dien ik hebbe,
En heb ik niet gehoed
My mijnen Wijngaard dien ik hebbe,
En heb ik niet gehoed.
V.
Gy die mijn ziele lief heeft, zegget
My aan waar gy u weid,
Waar gy, waar gy de kudde legerd,
Op 't midden van den dag,
Want daarom zou ik zijn als eene,
Als eene die haar by
De kudden uwer metgezelle
Bedekt, bedekt, bedekt.
V I.
Christus spreekt.
Indien gy, ô gy schoonste onder
De Wijven, niet en weet,
Zoo gaat uit op de voetstappen
Der Schapen, ende weid,
Weid' uwe kudde by der Herd'ren,
Der Herd'ren woningen.
|
|