Dichtkundige ziele-zangen
(ca. 1720)–Philippus van Sorgen– Auteursrechtvrij
[pagina 68]
| |
Stemme: Repicavan.I.
O Liefde God,
Die zuiv're liefde zijt,
Gy voed en queekt u kiekskens neerstelijk
In der schoot uwer eeuwiger liefde,
Mogt ik daar zijn een teeder zuigeling,
Ach mogt ik daar zijn,
Ach mogt ik daar zijn een teer zuigeling.
I I.
Ach of gy my
Nu dog eens open deed',
En toonden my u zuiv're liefde School,
En toonden my u zuiv're liefde School,
Och mocht ik daar heilig genieten,
U wonder zoete onderwijzingen,
U wonder zoete onderwijzingen.
I I I.
Dat my daar dan
Door u te beurte viel,
Een ware heilig en volmaakte ziel,
Een ware heilig en volmaakte ziel,
Om u te heiligen en te lieven,
Met al het heerlijk, heil'ge Hemelsheir,
Met al het heerlijk, heil'ge Hemelsheir.
I V.
Liefde dompeld
My t'eenemaal in,
In 't innigste van uwe liefd' en min,
In 't innigste van uwe liefd' en min,
Word mijn Vader, mijn Leeraar, mijn Meester,
| |
[pagina 69]
| |
Zoo werd ik voor u, een kloekzinnig kind,
Zoo werd ik voor u, een kloekzinnig kind.
V.
Ey zuiverd gy
Mijn geest, en kookt'er af,
Het schuim en stinkend' vuil der zonden boos,
Het schuim en stinkend' vuil der zonden boos,
Op dat mijn ziele bequaam mag werden,
Uw vierige uitspraken te ontfaan,
Uw vierige uitspraken te ontfaan.
A.D. |
|