De Afscheiding van 1834. Deel 9. Provincie Gelderland
(1991)–C. Smits– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 357]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Hoofdstuk 26
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1. Archief Hervormde gemeente te VoorstGa naar voetnoot4In de notulen van de kerkeraad van deze gemeente vinden we onder het jaar 1837 het volgende vermeld. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 358]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
‘Buitengewone Kerkeraadsvergadering - alle leden tegenwoordig. We vinden G.J. Jansen in het ledenregister van de C.A.G.K. te Twello. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
2. Archief Hervormde gemeente te TwelloHet lidmatenregisterGa naar voetnoot6 vermeldt dat Hendrik Bruins - men zie voor hem hierna - 23 april 1824 werd ‘aangenomen’ en 10 oktober 1827 attestatie naar Wilp ontving. De notulen van de kerkeraad van 28 mei 1837 gewagen van een schriftelijke verklaring van afscheiding, gezonden door de volgende personen. Gerrit Kamphuis en zijn vrouw: Hermina Derks Jansen. Jenneken Oostenenk, huisvrouw van Gerrit Steltzel, Lambertus Oosterwijk en zijn vrouw: Jenneken, Peters Derk van Wechel en zijn vrouw: Fennetjen Groothedde (‘thans vertrokken naar Terwolde’) Hieraan wordt toegevoegd dat Jan Freijen ‘tuinman op den huize Parkeler’Ga naar voetnoot7 zich reeds 30 december 1835 heeft afgescheiden. Respectievelijk 1 augustus en 6 december 1837 breken met de Hervormde kerk Willem Geurts Hondschoten De meeste van deze personen zullen we vinden als leden van de C.A.G.K. te Twello. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
3. Archief Hervormde gemeente te WilpHendrik Bruins verhuisde na zijn huwelijk van Twello naar Wilp. Op 12 januari 1828 werden hij en zijn vrouw aldaar ingeschreven.Ga naar voetnoot9 De notulen van de kerkeraad van 22 februari 1837 leren ons | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 359]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
‘Ter tafel werd gebragt eene kennisgeving van H. Bruins en Hendrika van Wechel, Echtelieden, lidmaten dezer gemeente, dat zij van het Hervormd Kerkgenootschap afscheiden. De Kerkeraad heeft, na deliberatie, besloten, dit stuk voor Notificatie aan te nemen, en H. Bruins en Hendrika van Wechel te beschouwen als werkelijk gescheiden van het Hervormd Kerkgenootschap.’. Op 21 april 1846 wordt genotuleerd dat Egbert Kruitbosch en Gerritjen Gerrits zich hebben afgescheiden. Ook deze vier personen sluiten zich aan bij de C.A.G.K. te Twello. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
4. Vervolging te Empe, gemeente Brummen; instituering ‘Voorst’Hoewel de gebeurtenissen van 9 februari 1836 zich te Empe, op het grondgebied van Brummen voltrokken, behandelen we deze hier, aangezien - naar we moeten aannemen - de Afgescheiden gemeente te Voorst op genoemde dag werd geïnstitueerd.Ga naar voetnoot10 Opgemerkt dient dat de buurtschap Empe twee à drie kilometer van het dorp Voorst verwijderd ligt. Het proces-verbaalGa naar voetnoot11 door de burgemeester van Brummen opgemaakt geeft ons een groot aantal bijzonderheden.Ga naar voetnoot12 We lezen van een grote toeloop naar de woning van klompenmaker Lankhorst. ‘Op heden den Negenden der Maand februarij dezes Jaars Eenduizend AchtHonderd zes en dertig, hebben wij Laurens Hoffman, Burgemeester en Secretaris der Gemeente Brummen, Provincie Gelderland, naar aanleiding van bekomen berigt eener voorgenomen talrijke vereeniging tot Godsdienstoeffening, zullende plaats hebben in den namiddag van heden, onder de leiding van den gesuspendeerden Predikant Brummelkamp, ten huize van Willem Jan Lankhorst, klompenmaker in de Buurschap Empe, onder deze Gemeente. Ons in den voormiddag naar dezelve Buurschap begevende, alwaar ons omstreeks twaalf uren bevindende aan de herberg de Tesse, hebben bevonden en gehandeld, zoodanig wij relateren bij deze. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 360]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Dat wij hierop eenen in plegtgewaad gekleedden Predikant aan den haard opmerkende, denzelve hebben afgevraagd wie hij ware? en met welk doel alhier tegenwoordig? hetwelk door denzelve is beantwoord met de verklaring: | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 361]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
tot Ouderlingen: Afgezien van het onderwerp - aan de burgemeester kan niet het bezit van een ouderhoudende verteltrant worden ontzegd. Ziet hem daar gaan - zoals hij tekent in zijn rapport aan de gouverneur: ‘Dat ik mij onverwijld aan het hoofd van die troepen gesteld hebbende, mij andermaal naar de plaats der vereeniging begeven heb...’.Ga naar voetnoot15 In genoemd rapport vestigt de schrijver ook de aandacht op het feit dat de honderd man infanterie bij de ‘operatie-Empe’, stond ‘onder de persoonlijke leiding van den Heer Luitenant-kolonel, Garnizoenscommandant van Zutphen’. De burgemeester ontvangt, gedateerd 11 februari 1836 het volgende lovende schrijven van de gouverneur. ‘Naar aanleiding van het berigt, vervat bij Uwe missive d.d. 9 dezer, no.44, wil ik niet nalaten UEdG. te betuigen, allezins te vreden te zijn, wegens het verstandig overleg en krachtdadige voorzieningen door UEdG. genomen, ter gelegenheid van de dezer dagen te uwent gehoudende ongeoorloofde bijeenkomst, onder de leiding van den afgezetten Predikant Brummelkamp,’Ga naar voetnoot16 Eén ding blijft in het bovenstaande in het onzekere: is het juist, waarvan de burgemeester ‘vermeent onderricht te zijn’, namelijk èn instituering èn doopsbediening is voorkomen door de aanwezigheid van de militairen? Voor wie tussen de regels door leest, moet het duidelijk zijn dat de burgemeester te twee uur de woning van W.J. Lankhorst verliet en pas te vier uur vergezeld van de militairen terugkeerde. Het leidt voor ons geen twijfel of Brummelkamp heeft in een dienst van twee volle uren, eerst de gemeente geïnstitueerd, de kinderen gedoopt en is daarna met zijn predikatie begonnen. Er was in die maanden door de Afgescheiden predikanten wel zoveel ervaring opgedaan dat men doopsbediening en andere liturgische handelingen vóór de preek verrichtte. Immers het laatstgenoemde kan men afbreken, een doopsbediening niet. En op grond hier- | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 362]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
van houden we het er voor dat de Afgescheiden gemeente te Voorst op dinsdag 9 februari 1836 werd geïnstitueerd.Ga naar voetnoot17
Brummelkamp en W.J. Lankhorst werden 1 maart 1836 te Arnhem veroordeeld tot betaling van respectievelijk ƒ 100,- en ƒ 25,- boete, maar in hoger beroep te Amsterdam, op 7 juli 1836 vrijgesproken.Ga naar voetnoot18 | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
5. Gezelschap te Twello begin 1836Op 22 februari 1836 zendt de burgemeester van Voorst een proces-verbaal aan de rechtbank te Arnhem aangaande samenkomsten van een gezelschap te Twello begin 1836.Ga naar voetnoot19 We kennen de inhoud van dit stuk niet, aangezien het niet heeft geleid tot een strafrechtelijke vervolging.Ga naar voetnoot20 Maar uit een brief van dezelfde datum aan de districtcommissaris van Over- en Middel-Veluwe, één van de officier van justitie te Arnhem van 24 febr. 1846,Ga naar voetnoot21 alsmede het antwoord van de burgemeester, van 28 februari 1836, op deze missive, zijn over bovengenoemd gezelschap enige bijzonderheden bewaard gebleven. Allereerst verklaart de burgemeester dat op zondag 21 februari 1836 een ‘godsdienstoefening’ is gehouden ten huize van Gerrit Steltzel te Twello, ‘alwaar meermalen en doorgaans des Zondagsavonds diergelijke bijeenkomsten plaats grepen, echter ten getale van minder dan twintig personen’. Doch, daar dit gezelschap de laatste tijd ‘geklommen is tot een aanzienlijk getal personen’ heeft de burgemeester op 21 februari 1836 nodig geoordeeld ‘hetzelve uiteen te doen gaan, het welk ook op ernstige aanmaning heeft plaats gehad, zonder dat ik daar toe de sterke hand heb behoeven te gebruiken’. Marinus Vunderink was op bedoelde zondagavond bezig met het lezen van een preek; vermoedelijk was ook Jan Freijen onder de hoorders. De officier van justitie wil gaarne worden ingelicht, of er personen aanwezig waren die ‘zich van het Hervormd Kerkgenootschap afgescheiden en aan eene andere gemeente hebben aangesloten’. ‘Indien toch deze personen geene eigenlijk gezegde Separatisten zijn - indien zij zich niet opwerpen als bestuurders of begunstigers der nieuwe, niet geautoriseerde Secte - en indien zij niet als ouderlingen, diakenen of onder welke andere benaming ook tot eene kerkelijke bediening bij de nieuwe Secte zijn | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 363]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
geroepen, zouden er wel termen zijn om Steltzel ter verantwoording te roepen wegens het verleenen zijner woning tot eene godsdienst oefening, hetwelk in ieder geval verboden is... Deze officier van justitie was derhalve van mening dat de toepasselijk verklaarde artikelen 291-294 van de Code Pénal - namelijk aangaande het zonder toestemming van de hoge regering bijeenkomen met meer dan twintig personen - kennelijk gericht waren tegen de Afgescheidenen. Maar, zonder dit te bedoelen, heeft hij wellicht de spijker precies op de kop geslagen! De burgemeester is het geheel eens met de officier. ‘Dat M. Vunderink en G. Steltzel met gemeiden J. Freijen en meer anderen van tijd tot tijd bijeenkomsten bijwonen, alwaar zij zich met Godsdienstoefeningen bezighouden, doch niet te min met uitzondering van gemeiden J. Freijen de openbare Godsdienst in de Hervormde kerk frequenteren... ofschoon ik hunne bijeenkomsten wel als een gevolg van de nieuw opgeworpen Secte beschouw...’. De burgemeester houdt zijn ‘minzame toespraak’. De zaak wordt geseponeerd, maar enige maanden later wordt een - of hetzelfde - gezelschap in het naburige Wilp, beboet. We vinden J. Freijen en M. Vunderink in 1837 onder de leden van de Afgescheiden gemeente te Twello-Teuge, Gerrit Steltzel niet. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
6. Vervolging te WilpOp zondag 10 juli 1836 te 's morgens 9 uur ontvangt de burgemeester van Voorst het bericht dat er die dag in het dorp Wilp ten huize van timmerman Hendrik Bruins ‘eene talrijke vergadering zou worden gehouden, in welke men zich met Godsdienst oefening zou bezighouden’.Ga naar voetnoot22 De burgemeester begeeft zich derwaarts, vergezeld van de gemeentebode en de veldwachter. ‘Aldaar gekomen zijnde hebben wij eene vergadering gevonden van negen en twintig personen aan welks hoofd een bejaard manspersoonGa naar voetnoot23 aan eene tafel gezeten was, bezig zijnde met uit den bijbel voor te lezen en denzelven te ver- | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 364]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
klaren, terwijl de overige personen der vergadering bestaande uit mans- en vrouwspersonen, waaronder ook de voornoemde Hendrik Bruins en zijne Echtgenote zich bevonden, genoegzaam allen van bijbels voorzien waren. Op vragen van de officier van justitie te Arnhem antwoordt de burgemeester als volgt. 1o. Dat van al de geene welke op den 10 dezer ten huize van H. Bruins zijn tegenwoordig geweest, er mij slechts een bekend is, met name J. Freijen, welke zijn lidmaatschap van het Hervormd Kerkgenootschap heeft opgezegd, om tot de Separatisten over te gaan, ofschoon ook de overigen wel degelijk tot dezen aanhang behooren. Op 8 augustus 1836 wordt Hendrik Bruins te Arnhem veroordeeld tot betaling van ƒ 25,- boete, wegens het afstaan van zijn woning tot het houden van een niet-geautoriseerde godsdienstoefening; Otto Voortman werd niet gedaagd. Te Amsterdam wordt Bruins vrijgesproken op 29 september 1836. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 365]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Hendrik Bruins en zijn vrouw Hendrika van Wechel
Foto gemaakt te Alto, Wisconsin Een enkel woord over de familie Bruins.Ga naar voetnoot27 Hendrik Bruins werd 2 februari 1799 te Twello (gemeente Voorst) geboren; hij overleed in 1881 te Alto, Wisconsin, Verenigde Staten. Hij huwde 10 februari 1827 Hendrika van Wechel, geboren 24 april 1800 eveneens te Twello; zij overleed in 1870 te Alto. Het echtpaar woonde te Wilp-Twello in een nog bestaande boerderij, thans Voordersteeg 4. De naam van de moeder van Hendrik Bruins was Jenneken Voortman (geboren 1764). De veronderstelling is niet te gewaagd dat zij een zuster was van de oefenaar Otto Voortman | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 366]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(geboren 1760), wat zou betekenen dat laatstgenoemde een oom was van Hendrik Bruins. Deze oefende van 1827 tot 1847 te Wilp het beroep uit van timmerman. Hij emigreerde in 1847 met vrouw en zeven kinderen -vier zoons en drie dochters, allen geboren van 1827-1846 te Wilp - naar Alto, Wisconsin, één van de oudste centra van nederlandse emigranten in de Verenigde Staten.Ga naar voetnoot28 De familie die bij het vertrek uit Nederland over enig kapitaal beschikte, kwam in haar nieuwe vaderland tot meerdere welstand, zoals ook een (kadastrale) kaart van Alto Township uit het jaar 1874Ga naar voetnoot29 laat zien. Thans leven in de Verenigde Staten enige honderden nakomelingen van het echtpaar Bruins-van Wechel. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
7. De Afgescheiden gemeente te Voorst 1836-1841In paragraaf 4 zagen we dat deze kleine gemeente dinsdag 9 februari 1836 door A. Brummelkamp werd geïnstitueerd. Zij is eind 1840 of begin 1841 uiteengevallen. Van haar zijn geen archiefstukken bewaard. Wat we weten is in de eerste plaats het reeds vermelde in de paragrafen 1 en 4 van dit hoofdstuk, in de tweede plaats het genoemde in de notulen van de provinciale vergaderingen, van de classis Arnhem-Apeldoorn en van de kerkeraad te Apeldoorn.Ga naar voetnoot30 Gedurende de vijf jaren van haar bestaan werd de gemeente bediend door de ouderlingen Willem Jan (Klein) Lankhorst, klompenmaker te Empe en Hendrik Wesselink, landbouwer te Voorst; diakenen waren Willem Derk ten Broek (1799) landbouwer en Marten Wissink (1795), beiden te Voorst.Ga naar voetnoot31 Laatstgenoemde was gehuwd met Harmina Vosselman. Begin 1838 is er ‘oneenigheid’ in de kerkeraad te Voorst. De zaak zelve wordt niet genoemd; slechts lezen we van door de provinciale vergadering gegeven raad, vanwege de uitgestrektheid der gemeente op twee plaatsen godsdienst te houden.Ga naar voetnoot32 De zaak ‘Voorst’ komt daarna aan de orde in de vergadering van de classis Apeldoorn (later Arnhem) van 1 oktober 1838. De moeilijkheden cirkelen dan om het optreden van H. van Barneveld, afkomstig uit Veenendaal, die in de gemeente Voorst oefent, zonder te behoren tot de Afgescheidenen.Ga naar voetnoot33 Toch weet ouderling Lankhorst, die het optreden van Van Barneveld steunt, voor zover we kunnen nagaan te bereiken dat zijn mede-ouderling Wesselink en diaken Wissink zullen worden geschorst.Ga naar voetnoot34 Midden 1840 is (ook) ouderling Lankhorst geschorst of afgezet; ondanks dit feit is hij aanwezig in de vergadering van de classis. Lankhorst verklaart niet bereid te zijn aan het voorgaan van Van Barneveld een einde | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 367]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
te maken.Ga naar voetnoot35 Op 17 september 1840 wordt er een vergadering gehouden‘ten huize van een lidmaat der Chr. Afgescheiden Gemeente te Voorst’. Aanwezig zijn de afgevaardigden van de naburige gemeenten Apeldoorn, Beekbergen en Twello, alsmede W.J. Lankhorst en diaken W.D. ten Broek; ds. K. Wildeboer uit Rijssen fungeert op verzoek van ds. P.R. de Wit (Apeldoorn) als praeses.Ga naar voetnoot36 Ook nu komt het oefenen van Van Barneveld aan de orde en verklaart Lankhorst - die zich blijkbaar van zijn schorsing niets heeft aangetrokken - deze te zullen handhaven. Ook verwerpt hij ‘wettiege Leeraars, met name A. Brummelkamp, P.R. de Wit, K. Wildeboer’.Ga naar voetnoot37 Op de vergadering der classis van 23 februari 1841 wordt medegedeeld dat ouderling W.J. Lankhorst is afgezet.Ga naar voetnoot38 Er zijn geen afgevaardigden van Voorst aanwezig; ook daarna is dit niet het geval. We horen na laatstgenoemde datum niets meer van de kleine gemeente. We moeten aannemen dat zij eind 1840 of begin 1841 is teniet gegaan. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
8. De Afgescheiden gemeente te Twello (Teuge)De instituering van deze gemeenteGa naar voetnoot39 ligt in het duister. We weten niet op welke datum en door wie dit is gebeurd. Brummelkamp heeft vermoedelijk te Twello nimmer gepreekt; hij is ook door de autoriteiten aldaar niet gesignaleerd. De notulen van de kerkeraad beginnen met 28 januari 1850. Evenwel lezen we in het register van leden als eerste datum van ‘aanneming’ (zaterdag) 6 mei 1837. ‘Twello’ is op de provinciale vergaderingen vertegenwoordigd vanaf 5 juli 1837. Voegen we hierbij dat, volgens de paragrafen 2 en 3, de eerste brieven van afscheiding - afgezien van J. Freijen 30 december 1835 - werden ingediend te Wilp en Twello respectievelijk 22 februari en 28 mei 1837, dan is het aannemelijk dat de gemeente circa februari 1837 werd geïnstitueerd.Ga naar voetnoot40 Mooibroek schrijft in 1934: ‘De stichtingsdienst heeft waarschijnlijk plaats gehad in het huis van G. Groothedde genaamd “Het Hooge Vonder”, staande aan den Rijksweg, op den hoek van den weg naar de spoorweghalte, bij de brug van dien weg. Het huis met zwaar drukkend dak van riet, waaraan de tand des tijds knaagt, staat er nog en toont den beschouwer de sporen van hoogen ouderdom. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 368]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Het is heel goed mogelijk dat de gemeente een aantal jaren in bedoeld huis is tezamen gekomen, maar vermoedelijk pas met ingang van 1840, want in dit jaar verhuisden Gerrit Groothedde en zijn vrouw Fenneken Beumer van Oene naar Teuge.Ga naar voetnoot42 De eerste ouderlingen waren: Lambertus Oosterwijk, Derk van WechelGa naar voetnoot43 en Frederik Denekamp. De eerste diakenen: Hendrik Bruins en Gerrit Kamphuis - in 1842 wordt ook A. Hoogenakker als diaken genoemd.Ga naar voetnoot44
Terzijde merken we op, dat rond 1843 enige personen te Deventer lid waren te Twello. Wellicht kunnen we beter spreken van een combinatie van de kwijnende gemeente te Deventer met die te Twello.Ga naar voetnoot45 In dit verband dient ouderling Hermanus Denekamp uit de IJsselstad te worden vermeld. Deze vertegenwoordigde ‘Twello’ enige malen op de classicale vergadering.Ga naar voetnoot46 Ook was dit het geval met de student Jacob Talsma, die bovendien zowel te Deventer als te Twello en Beekbergen als oefenaar optrad.Ga naar voetnoot47
Vóór 1850 werd de gemeente bediend door P.R. de Wit (enige maanden in 1840) te Apeldoorn, in combinatie met deze plaats; H.H. Knol (1841-1845) idem en G. Brunemeijer (maart 1849-januari 1850) te Beekbergen. Het is mogelijk dat ongeveer met de komst van de eerste eigen predikant E. Weers, het gemeentelijk leven meer tot ontplooiing is gekomen. Althans de notulen van de kerkeraad beginnen, zoals we zagen, met 28 januari 1850, er wordt gesproken over de bouw van een kerk met een pastorie - en de plannen worden uitgevoerd - terwijl in 1851 erkenning door de overheid wordt gevraagd. Eppe Weers stond te Twello van 13 juli 1850 tot 2 april 1854.Ga naar voetnoot48 Op 28 januari 1850 zijn F. Denekamp, J. Freijen en L. Oosterwijk ouderling; G. Kamphuis en E. Kruitbosch, diaken. In de jaren daarna zien we weinig mutatie; gedurende het tijdvak 1857-1870 worden als ouderling ook genoemd: G.J. Jansen, G. Oosterwijk en J. Schouten; als diakenen: E. Bleumink, W.J. Jansen, W. Kamphuis, J. van Olst en J. Schouten. Evenals Apeldoorn en Beekbergen gaat Twello in de jaren rond 1847 over van de classis Arnhem naar de classis Hattem. Ook zij kiest tegen de ‘Geldersen’ teneinde het kerkverband trouw te kunnen blijven.Ga naar voetnoot49 Volgens | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 369]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
de presentie van de classis Arnhem was ‘Twello’ reeds vanaf mei 1847 niet meer vertegenwoordigd geweest; deze gemeente vinden we voor het eerst in de vergadering van de classis Hattem op 26 april 1848.Ga naar voetnoot50
Zoals reeds aangestipt: begin 1851 wordt een request gezonden aan de Koning waarin erkenning wordt gevraagd. Het is ongedateerd, maar het wordt door het kabinet des Konings begin maart ontvangen.Ga naar voetnoot51 Achttien inwoners van ‘de gemeente Voorst, kerspel Twello’ zetten hun handtekening - we noemen hen in de volgende paragraaf. Het reglement is dat van Groningen, een variant van het Utrechtse. In het koninklijk besluit waarbij de gemeente wordt erkend - 29 mei 1851, no.57Ga naar voetnoot52 - wordt geconstateerd dat er een kerkgebouw zal worden gesticht te Twello ‘aan den straatweg van Deventer naar Apeldoorn op omtrent vijf ellen afstands van den berm’.Ga naar voetnoot53
De notulen van de kerkeraad over de jaren 1850 tot 1870 bevatten -behalve over het komen en gaan van ambtsdragers - nagenoeg geen bijzonderheden aangaande het gemeentelijk leven. Ds. Weers wordt opgevolgd door W.H. van den Bosch, die we reeds in het vorige hoofdstuk (Wapenveld) noemdenGa naar voetnoot54; hij staat te Twello-Teuge van 23 juli 1854 tot 4 oktober 1856. Van den Bosch wordt weer opgevolgd door W. CoelinghGa naar voetnoot55 - te Twello van 14 december 1856 tot 2 december 1860. Over de werkzaamheden van deze drie predikanten in de onderhavige gemeente kan uit de notulen niets worden afgelezen. Ds. Coelingh sluit de rij; na 1860 is de kleine gemeente steeds vacant geweest, totdat zij, als gezegd, in 1968 opgaat in de Christelijke Gereformeerde kerk te Apeldoorn-Oost. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
9. Eerste leden van de Afgescheiden gemeente te Twello (Teuge)Het eerste, altans het oudst-bewaarde ledenregister is onzes inziens onvolledig. H. Bruins, J. Freijen en Derk van Wechel, ambtsdragers van het eerste uur, worden niet vermeld; welke personen verder ontbreken ontgaat ons. Op grond echter van dit register, alsmede van vermeldingen in de notulen van de kerkeraad, het doopboek (dat met 1850 begint), het request aan de Koning van 1851 en de bevolkingsregisters van Voorst komen we tot onderstaande poging tot reconstructie van de samenstelling der gemeente gedurende de eerste decennia van haar bestaan. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 370]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|