De Afscheiding van 1834. Deel 9. Provincie Gelderland
(1991)–C. Smits– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 239]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Hoofdstuk 19
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1. IncidentOndanks het geringe aantal Afgescheidenen in de dertiger jaren, heeft hun doen en laten af en toe de aandacht getrokken van een deel van de burgerij. Zo lezen we naar aanleiding van een godsdienstoefening geleid door A. Brummelkamp te Empe, gemeente Brummen, dat deze ook werd bijgewoond door enige personen uit Zutphen die ‘van denzelfden aanhang’ waren. Bij hun terugkeer naar de stad werden deze mensen ‘door het gemeene volk aan de brug opgewacht en onder allerlei beschimpingen en zelfs mishandelingen binnen de stad geleid. Bij sommigen hunner zijn de glazen ingeslagen en men zoude wellicht tot plundering zijn overgegaan, indien de gewapende magt niet tusschenbeide ware gekomen. Gelukkig zijn de Separatisten hier allen van de geringste volksklasse en dus zonder invloed, maar het is altijd verontrustend, als het gemeene volk aan het rollen raakt. Men weet wel waar het begint, maar niet waar het eindigt.’. Aldus ds. D. Lenting in een brief van 11 februari 1836Ga naar voetnoot3 De gouverneur van Gelderland schrijft over dit relletje in een rapportGa naar voetnoot4 dat ‘eene zamenscholende volksmenigte... aan de woning van zekeren hoefsmit, welke | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 240]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
insgelijks de voorzeide bijeenkomst had bijgewoond, de glazen heeft ingeslagen.Ga naar voetnoot5
Gedateerd 18 februari 1836 wendt ds. D. Lenting zich ten tweede male tot het departement van erediensten. Hij bericht onder meer over de relletjes van zaterdag 16 februari.Ga naar voetnoot6 ‘Verleden Zaterdagavond zijn hier weder bij eenige Separatisten de glazen ingeslagen. In dit geheel geval hebben de Predikanten zich hier voortreffelijk gedragen. Zij zijn dadelijk naar de beleedigde en mishandelde personen toegegaan onder betuiging van hun diep leedwezen over, en hooge afkeuring van de woeste en onbetamelijke handelwijs van het gemeen, maar hun tevens op eene voorzigtige en zachtmoedige wijze onder het oog brengende, dat zij dwaalden en verkeerd handelden van zich af te zonderen. De meesten hunner konden dan ook de bedenkingen der Leeraars niet tegenspreken, maar bekenden gulhartig dat zij gelijk hadden, een blijk dat hunne dwaling uit onnozelheid en onkunde grootendeels voortspruit.’Ga naar voetnoot7 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
2. Afgescheidenen vóór of in het jaar van instituering (1850)Het eerste ledenregister van de Afgescheiden gemeente te Zutphen, maar ook enige gegevens van de vorige paragraaf laten zien dat er al vóór de instituering in 1850, aldaar personen waren die braken met de Hervormde kerk. Reeds in de notulen van de kerkeraad der Hervormde gemeente van 18 maart 1835 vinden we, dat er maatregelen zullen moeten worden beraamd om te verhoeden dat ‘aan personen welke in de stad blijven wonen, attestatiën worden afgegeven...’Ga naar voetnoot8 Op 10 december 1835 brengt de desbetreffende commissie - deze werd benoemd 18 juni 1835 - als advies uit: ‘... dat van nu af aan alle personen die eene attestatie naar elders verzoeken zonder bepaalde aanwijzing van de plaats waarheen, niet anders zal verleend worden dan een Extract uit het Lidmatenboek, en wordt conform dit voorstel door den kerkeraad besloten.’.Ga naar voetnoot9 Daaronder staat: ‘Ds. van der LindenGa naar voetnoot10 zegt, dat Beugelink en zijne vrouw Catharina Stooter verzogt hebben dat hunne namen zouden geschrapt worden uit het Lidmatenboek; deze kennisgeving wordt voor notificatie aangenomen terwijl de kerkeraad besluit vooralsnog geene bepaalde maatregel te beramen hoe voortaan te handelen indien onverhoopt meer dergelijke verzoeken mogten gedaan worden.’.Ga naar voetnoot11 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 241]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Jan Beugelink en zijn vrouw zijn te Zutphen de eersten geweest die braken met de Hervormde kerk. We komen hun namen echter niet tegen in de annalen van de Afgescheiden gemeente, want zij verhuizen in 1836 of kort daarna naar Deventer.Ga naar voetnoot12 Aangezien H.J. Roelofs en zijn zuster C.W. Roelofs - men zie hierna - aanvankelijk lid waren te Lochem en deze gemeente midden 1847 uiteenviel, bevreemdt het ons niet dat het kleine groepje Afgescheidenen te Zutphen vanaf 23 juli van genoemd jaar regelmatig samenkomsten belegde.Ga naar voetnoot13
In deze paragraaf willen we de namen van de eerste Afgescheidenen te Zutphen noemen. Kortheidshalve vatten we enige gegevens aangaande deze personen in één lijst samen.Ga naar voetnoot14
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 242]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Zoals de kolom ‘afscheiding’ in deze lijst aantoont, werden door de Hervormde kerkeraad slechts twaalf volwassenen geregistreerd. In dit kader moeten we het verzoek zien van genoemd college in 1857 aan de Afgescheiden gemeente gedaan, namelijk een lijst van ‘belijdende mansleden’ te mogen ontvangen.Ga naar voetnoot16 De achtergrond van deze vraag zal wel de eventuele ‘bedeling’ zijn geweest. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
3. Instituering en begin Afgescheiden gemeenteHet eerste notulenboek van de kerkeraad loopt van 22 juli 1850 tot 18 februari 1857. Het vangt dus aan enige maanden na de reeds door ons genoemde datum van instituering, 21 februari 1850.Ga naar voetnoot17 Van Osnabrugge vertelt echter dat er door hem in het archief van de classis Varsseveld een ongetekend schrijven werd gevonden - hij veronderstelt geschreven door ds. J.N. Lindeboom (te Zutphen van 1884 tot 1916) - van onderstaande inhoud: ‘Het volgende heb ik opgeteekend uit den mond van Jacob van den Brink, geboren 14 Juni 1814, wonende in de Bornhovestraat, één der oudste, zoo niet het oudste lid der Gereformeerde Gemeente alhierGa naar voetnoot18; die gemeente heeft het | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 243]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
eerst vergaderingen gehouden in het huis van Jan Sprik in de Laarstraat thans nr. D 75, waar nu het pakhuis van Maat is.Ga naar voetnoot19 Hij was de eerste diaken.Ga naar voetnoot20 Hendrik Jan Roelofs was de eerste ouderling. Men oefende elkaar.Ga naar voetnoot21 Werd er gedoopt of een lid bevestigd, dan kwam er wel eens een dominee van de Gereformeerde Gemeente uit andere plaatsen.’.Ga naar voetnoot22 Een bericht dat eveneens betrekking heeft op gebeurtenissen rond het ontstaan der gemeente vinden we in het eerste notulenboek. Het is geschreven door ds. I. Middel, kort na diens komst 18 november 1855. ‘Notulen van eenige zaken en Handelingen betrekkelijk de gemeente Zutphen van af den jare 1850 tot 1855. Strekkende als bijvoegsel tot de voorgemelde notulen.... Een gedeelte van de inhoud van bovengenoemd artikel 5 wordt bevestigd door de notulen van de classis Varsseveld van 20 februari 1850: ‘De Zutphensche Ouderling en Diaken worden onderzocht en goedbevonden. Ouderling H.J. Roelofs en Diaken E.J. Scholten.’.Ga naar voetnoot24 Evenzo die van artikel 6, in de classicale notulen van 30 maart 1853: ‘De geroepene Broeders van Zutphen... Iliohan... als ouderling, Sprik... als diaken, worden ondervraagd, en met algemeene stemmen geoordeeld, dat deze brs. met Gods genade de gemeente kunnen en mogen dienen.’.Ga naar voetnoot25 Tijdens de vergadering van de kerkeraad van 22 juli 1850 - zoals we zagen de eerste waarvan de notulen bestaan - gehouden ten huize van H.J. Roelofs, waren de volgende personen aanwezig: J.S. Annese, G. van den Brink, J. van den Brink, H.J. Roelofs (ouderling), E.J. Scholten (diaken), W.K. Scholten, G. Slotboom, J. Sprik en D. Venderink. J J. Iliohan zond bericht van verhindering. Ook bij volgende vergaderingen zien we dat de belijdende ‘mansleden’ aanwezig zijn en mee-beslissen. In 1853 begint de kerkeraad te vergaderen zonder de andere gemeenteleden.Ga naar voetnoot26 Op | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 244]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
grond van de gegevens van paragraaf 2 mogen we aannemen dat met de tien hier genoemde personen alle mannelijke belijdende leden - op 22 juli 1850 - zijn opgesomd. Het blijkt dat Roelofs als ‘voorganger’ optreedt. Een commissie wordt benoemd - leden E.J. Scholten en A. Iliohan - met als opdracht te zoeken naar een geschikte vergadergelegenheid.Ga naar voetnoot27 Evenwel zal het nog vier jaren duren voor een huis wordt gekocht dat tot kerk kan worden verbouwd.Ga naar voetnoot28
Een enkele biografische bijzonderheid aangaande Hendrik Jan Roelofs, gedurende het tijdvak 1847 tot 1857 onmiskenbaar de voorman onder de Afgescheidenen te Zutphen. Roelofs werd in 1809 te Zutphen geboren. Hij woonde in de Laarstraat aldaar, samen met zijn zuster Christina Willemina Roelofs. In 1859 laten beiden een testament maken, waarin zij elkaar tot erfgenaam verklaren. Christina overlijdt in 1862. In juni 1875 trouwt Roelofs met Johanna Zwiers, oud 48 jaar. Hij overlijdt in 1877.Ga naar voetnoot29 In 1854 beginnen de moeilijkheden met ouderling Roelofs, zoals we zullen zien; vier jaar later wordt hij geschorst als ambtsdrager en gecensureerd als lid. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
4. Gemeentelijk leven 1853 tot eind 1855 (komst ds. I. Middel)In 1853 wordt nog steeds naar een geschikte vergadergelegenheid gezocht. De eerste commissie had geen resultaten bereikt. Er wordt een nieuwe benoemd, bestaande uit D. Berenschot, A. Iliohan, E.J. Scholten, J. Sprik, G.P.H. Zahn en W.H. Zahn.Ga naar voetnoot30 Met de laatste twee personen zijn bedoeld Gerhard Paulus Hector Zahn, geboren 1813 te Amsterdam en Willem Hendrik Zahn, geboren 1818 te Zwolle, beiden zoons van Gerhard P.H. Zahn (te Zutphen: ‘Gepensionneerd Inspecteur der Registratie’).Ga naar voetnoot31 Gerhard Ph. (jr.) vestigde zich te Zutphen in 1853 komende van Andel, Willem H. in 1852 komende van Deventer. Beide broers dreven te Zutphen een zaak onder de naam Zahn & Co.Ga naar voetnoot32 Zij zijn hierin weinig fortuinlijk geweest, want in maart 1857 worden zij failliet verklaard.Ga naar voetnoot33 Nog in hetzelfde jaar gaat G.P.H. Zahn naar Noord-Amerika, zijn broer overlijdt in 1860. In Souvenir History of Pella, Iowa, vinden we, behalve zijn foto het volgende aangaande hem geschreven. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 245]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Gerhard Paulus Hector Zahn (1813-...)
‘All the older residents of Pella will remember Mr. Zahn as a quiet, unassuming man, yet possessed of a cultural mind and a high character. For many years he was a Notary and engaged in the insurance business. He had his office on the west side, on the north part of the lot now occupied by the Public Library. During the years he lived in Pella he made his home with the P.C. Lankelma family.’Ga naar voetnoot34 De commissie slaagde er begin 1854 in een huis te kopen in de Kolenstraat - thans no. 17 - voor de som van ƒ 2.400,-.Ga naar voetnoot35 Daar men wel inzag dat bij dit bedrag hoge verbouwingskosten zouden komen, worden aanstonds 31 obligaties à ƒ 100,- uitgegeven. De afrekening van koop en verbouwing, gedateerd 8 januari 1856 vermeldt een totaal van ontvangsten groot ƒ 4.739,01 (obligaties en giften) en een totaal van uitgaven groot ƒ 4.868,48, wat een tekort van ƒ 129,47 betekent. Het kerkgebouw wordt 14 januari 1855 in gebruik genomen. Wat het geestelijk leven in deze jaren betreft, zij in de eerste plaats opgemerkt dat de gemeente geleidelijk aan groeide, zoals bijlage II doet zien.Ga naar voetnoot36 Maar verder is het duidelijk dat zij in deze tijd moeizaam haar weg | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 246]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
zoekt. Behalve enige tuchtgevallen - laster, een levenswijs en huishouding die ‘vuil en smerig’ zijn etc. - wordt een en andermaal zorg geuit over het gedrag van de jonge leden. We lezen (1853): Het eerste kerkgebouw, Kolenstraat (thans) no. 17, na de renovatie in 1983. Het deed dienst van 1855 tot 1878
‘... toen is er nog over de knechten en meiden gesproken om die zooveel moogelijk in zoover het in onze magt waar, te vermanen om de Godsdienst bij te woonen en niet toetelaaten om aan de deur te staan en zich met iedelheid op te houden...’.Ga naar voetnoot37 Waterink schrijft: ‘Men ziet het tafreel in gedachten: een boerenkeuken of deel waar de gemeente gesticht wordt door het lezen van een preek - en in de deur-opening een troepje jongelui die de zaak eens aanzien, er niet bij willen hooren, en toch nieuwsgierig zijn hoe 't gaat... en intusschen lachen en fluisteren tot groote ontstichting der gemeente.’.Ga naar voetnoot38 Op 20 september 1853 is de houding van sommige jonge mensen weinig verbeterd. We vinden, samengevat, dat | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 247]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
sommige catechisanten zich op catechisatie en tijdens de zondagse bijeenkomsten ‘Eydel en Losbandig’ gedragen. Zij zijn bij herhaling opgewekt eerbied te betonen en ‘ontzag te hebben voor den Hoogen God’. Bedoelde doopleden willen ook niet ‘leeren’. Roelofs - voorganger en catecheet - betuigt dat het zo niet kan voortgaan Het is duidelijk dat bovengenoemde en nog te noemen situaties schreeuwen om de komst van een predikant. Roelofs - een man van geringe ontwikkelingGa naar voetnoot40 - heeft het leiding-geven aan de gemeente niet aangekund. In september 1853 wendt ‘Zutphen’ zich tot de classicale vergadering. ‘Door de ouderling van Zutphen wordt gevraagd of een Christen door het uitsteken van vlaggen eerbewijzen aan zijn vorst mag bewijzen? Antwoord: Elk behoort zijn vrijheid te behouden; uit onachtzaamheid nalaten zoude kwaad zijn; de misbruiken die er bij plaats hebben bestrijden; uit kracht van bestel door de stedelijke raad moet [het] niet geschieden dewijl deze geene verkregene macht daartoe heeft ontvangen.’Ga naar voetnoot41 In december 1854 vraagt Zutphen opnieuw de raad van de classis. Vier onderwerpen komen aan de orde, waarvan we slechts noemen: ‘... of het geoorloofd is met kramen naar de kermissen te reizen? Antwoord: Afraden.’.Ga naar voetnoot42
Op 25 augustus 1855 werd ds. I. Middel te Vlaardingen beroepen op een tractement van ƒ 600,- en vrije woning. Hij nam het beroep aan en werd 18 november 1855 door ds. J.F. Bulens te Varsseveld, bevestigd. Op dezelfde dag deed hij ook zijn intrede. Israël Middel werd 7 april 1829 te Amsterdam geboren als zoon van (de latere predikant) Harmen Hendriks Middel en Hermina Scholten. Predikant te Vlaardingen 1853. Te Zutphen stond hij tot 20 mei 1860. Daarna was hij predikant te Hattem; te Velp 1862; te Gouda 1867; Baarland 1882. In 1853 huwde hij te Groningen Jantje Schildkamp - zij overleed in 1861. Middel hertrouwde in 1862 met Johanna Geertruida van Vugt (gestorven in 1911). Hij overleed te Baarland in 1896.Ga naar voetnoot43 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 248]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Ds. Israël Middel (1829-1896)
Aanstonds na Middels komst gaat het kerkelijke leven meer geregeld verlopen. Men wordt zich bewust dat de regering in de Afgescheiden kerken wordt bepaald door de Dordtse kerkenorde. In de eerste maanden van 1856 groeit de gemeente in niet-geringe mate: 29 volwassenen met twaalf kinderen sluiten zich aan en vijf doopleden leggen belijdenis af. We zien dat in deze tijd - en ook in de komende jaren - leden wonen buiten het territoir van Zutphen, namelijk te Brummen, Empe, Voorst en Voorstonden - alle vier ten westen van de IJssel gelegen - alsmede te Almen en Harfsen (hemelsbreed ruim tien kilometer ten noordoosten van Zutphen.Ga naar voetnoot44
In januari 1856 komt de kerkeraad - wellicht moeten we lezen: ds. Middel - tot de ontdekking dat de gemeente niet is erkend,Ga naar voetnoot45 mitsdien geen rechtspersoonlijkheid bezit en kerkelijke goederen niet op haar naam kan doen stellen. Kort daarna wordt een request aan de Koning met een desbetreffend verzoek opgesteld en verzonden - het is gedateerd 14 maart 1856.Ga naar voetnoot46 Het is getekend door 39 personen; de gemeente ver- | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 249]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
klaart voor haar inrichting en regering zowel de Dordtse kerkenorde als het Reglement van Rijnsburg (bijlage III) te hebben aanvaard. De erediensten zullen worden gehouden in een huis staande in de Kolenstraat (thans 17) te Zutphen. Volgens de wettelijke bepalingen tekenden de leden die niet in de burgerlijke gemeente Zutphen woonden het request niet. De gemeente wordt erkend bij koninklijk besluit van 6 juni 1856, no. 70.Ga naar voetnoot47 We geven de namen etc. van de ondertekenaars alsmede die van negentien andere leden die voorkomen op een reeds genoemde lijst door de kerkeraad desgevraagd gezonden aan de hervormde gemeente.Ga naar voetnoot48 Bijzonderheden als geboortejaar, beroep - voorzover deze konden worden opgespoord - ontleenden we aan de Burgerlijke Stand en de Bevolkingsregisters van Zutphen.Ga naar voetnoot49 Wat de aantallen betreft is onze conclusie uit beide lijsten dat in 1856 de gemeente circa 42 mannelijke, minstens 18 vrouwelijke belijdende leden en minstens 24 kinderen omvatte. Totaal meer dan 84 zielen.Ga naar voetnoot50 Onderstaande opsomming zal een beeld geven, zij het met hiaten, van de samenstelling der gemeente in 1856.
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 250]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 251]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
6. De jaren 1857-1860I. Middel kwam, zoals we zagen, 18 november 1855. Hij vertrok 20 mei 1860 naar Hattem. Gedurende dit tijdvak groeide de gemeente - ruw gezegd - van ruim 100 tot 200 zielen. We vinden bij Waterink: ‘En steeds kwamen er nieuwe leden bij, die met de Hervormde Kerk braken en zoo groeide het clubje langzamerhand.Ga naar voetnoot52 Op 9 maart 1857 zijn de volgende personen ambtsdrager: I. Middel, A. Iliohan, H.J. Roelofs, J. Sprik, ouderlingen; B.J. Beeker, E.J. Scholten, L. Scholten, diakenen.Ga naar voetnoot57 De verkiezing van 18 juli 1858 leidt tot een uitbreiding. Er komen vier ouderlingen: A. Iliohan, E.J. Scholten, J. Sprik en Coendert van der WorpGa naar voetnoot58; alsmede vier diakenen: B.J. Beeker, L. Scholten, W.K. Scholten en Dirk Venderink.Ga naar voetnoot59
In deze jaren zijn er voortdurend moeilijkheden rond de ouderling H.J. Roelofs. WaterinkGa naar voetnoot60 schrijft: ‘Al de misère met br. Roelofs te teekenen heeft geen zin’. We houden ons hieraan, en vatten daarom enige zaken als volgt samen. Nadat Roelofs zich in 1857 buiten stemming had gehouden bij de talstelling voor ouderlingen en diakenen omdat hij, naar zijn inzien, geen geschikte personen ‘tot die werkzaamheid in de gemeente’ zag - en de kerkeraad zijn bezwaren niet deelde, begint hij met niet meer op de vergaderingen van genoemd college te verschijnen.Ga naar voetnoot61 Op 5 mei 1857 komt, mede door het spreken van de ‘gast’ ds. D. Breukelaar te Aalten, een verzoening tot stand.Ga naar voetnoot62 Maar ook daarna verzuimt Roelofs onon- | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 252]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
onderbroken de vergaderingen van de kerkeraad. Hij uit vage klachten - ds. Middel preekt te lang; hij gebruikt regelmatig het woord ‘priesterschaar’ voor de gemeenteGa naar voetnoot63 etc. - en verklaart, als zijn bezwaren niet zullen worden weggenomen ‘dan wensch ik niet langer lid van zoo eene gemeente te zijn’.Ga naar voetnoot64 Nadat Roelofs enige tijd in zijn huis gezelschap heeft gehouden, ook tijdens kerktijd - C.A. Masson en G. Slotboom behoren tot de bezoekers - wordt hij 25 maart 1858 geschorst als ouderling en gecensureerd als lid.Ga naar voetnoot65 Hiermee blijft zijn zaak voorlopig steken. Enige malen dient zij op de classicale vergadering. Deze stelt de kerkeraad geheel en al in het gelijk.Ga naar voetnoot66 Maar in 1861 - J. van Andel is inmiddels predikant te Zutphen geworden - geeft de classis de raad de zaak Roelofs ‘voor eerst’ te laten rusten en te volstaan met hem te vermanen.Ga naar voetnoot67 In september 1863 worden H.J. Roelofs en zijn volgeling G. Slotboom ‘vervallen verklaard van de gemeente’.Ga naar voetnoot68
Vermeldenswaard is dat in 1 april 1858 enige leden woonachtig te Almen - we voegen er aan toe: en omgeving - vragen bijeenkomsten op zondagmiddag te mogen houden. Het verzoek wordt ingewilligd.Ga naar voetnoot69 De afstand Almen c.s. tot Zutphen is blijkbaar op den duur voor enige daar wonende gezinnen te bezwaarlijk geweest. Eind 1867 wordt Egbert Vonkelman, wonende te Almen tot ouderling gekozen.Ga naar voetnoot70 Hem wordt opgedragen ‘... het kleine volkje onder Almen in de kerkelijke geschiedenis te katigeteren’. Tot instituering te Almen is het nooit gekomen.
In april 1860 wordt ds. Middel voor de tweede maal te Hattem beroepen. Hij neemt dit beroep aan en alvorens op zondag 20 mei afscheid te nemen van zijn gemeente, doet hij dit op 17 mei op de kerkeraad: ‘Ds. Middel bedankt den kerkeraad voor de hulp en medewerking, tijdens zijn verblijf onder ons. De oudste ouderling bedankt wederkeerig Ds. Middel voor al 't goede onder ons gestigt en de welwillendheid ten dienste der gemeente en den kerkeraad verleend en zoo voorts.’. Dat Middel zich in een goede opkomst kon verheugen bewijst de verhuur van plaatsen in de kerk. Toen hij kwam (1855) waren er 71 verhuurde stoelen; in 1859 bedroeg dit aantal 116. De inkomsten der gemeente waren hiermee evenredig gestegen.Ga naar voetnoot71 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 253]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
7. Jan van Andel, predikant te Zutphen (1861-1873)De aandacht trekt het verschil in behandeling van dit tijdvak, tussen Waterink en Van Osnabrugge. Laatstgenoemde wijdt er acht bladzijden aan, Waterink negentien.Ga naar voetnoot72 Het verschil wordt veroorzaakt door het feit dat Van Osnabrugge, en ook de notulen van de kerkeraad (!) slechts gewagen van zaken het leven der gemeente betreffende; we laten de vereniging in één kerkverband - 1869 - en de pogingen samen te leven met de (voormalige) Kruisgemeente buiten beschouwing.Ga naar voetnoot73 Waterink daarentegen beschrijft in den brede het optreden van Van Andel buiten de gemeente, namelijk in de vergaderingen van de classis Varsseveld ten aanzien van de procedure ds. J. van Dijk te Doetinchem. Dit laatste onderwerp kwam reeds in paragraaf 2 van hoofdstuk 13 aan de orde. We zullen de lijn van Waterink volgen en voor de periode 1861 tot 1873 de meeste aandacht vragen voor genoemd optreden van Van Andel. Voorafgaand enige algemene zaken. Evenals tijdens ds. Middel, groeit de gemeente ook tijdens Van Andel. Dit leidt er toe dat in 1866 het gebouw Kolenstraat, wegens nijpend ruimtegebrek moet worden vergroot - het ‘kerkenkamertje’ wordt uitgebroken om meer zitplaatsen te verkrijgen.Ga naar voetnoot74 Waterink schrijft, na over kleine twisten te hebben gehandeld ‘Beter is het er de aandacht op te vestigen dat Ds. van Andel alles deed wat hij kon om zooveel doenlijk hen, die feitelijk bij de gemeente behoorden, ook tot haar toe te brengen. Hij verstond inderdaad de kunst om menschen te trekken, en velen kwamen zijn woord hooren. Alvorens we verder gaan, dienen we enige biografische bijzonderheden te noemen aangaande Van Andel, wiens naam we in deze paragraaf reeds bij herhaling noemden. Jan van AndelGa naar voetnoot77 werd 11 oktober 1839 te 's Hertogenbosch geboren als zoon van Jan Huibertse van Andel en Johanna de Jongh. Zijn vader was koopman | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 254]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
alsmede ouderling en voorganger van de Afgescheiden gemeente te Den Bosch - deze overleed in 1847, waarna zijn weduwe verhuisde naar haar geboorteplaats Tiel.Ga naar voetnoot78 Na leerling te zijn geweest van het gymnasium in deze plaats, studeerde Van Andel aan de Theologische School te Kampen, aan welke instelling hij in het voorjaar 1860 het ‘eindexamen’ aflegde, zodat hij op 21-jarige leeftijd beroepbaar werd. In april 1860 beriep de Afgescheiden gemeente te Alkmaar hem. Hoewel hij dit beroep aannam - begin juni - leidde zijn weg niet naar deze plaats, daar hij op de classicale vergadering gehouden 24 en 25 juli 1860 te Amsterdam, bij zijn (peremptoir) examen werd afgewezen wegens ‘onvergenoegdheid tegen den persoon van Van Andel’ (lees: vermoedens van onrechtzinnigheid).Ga naar voetnoot79 Op 4 en 5 december 1860 werd hij, na te Zutphen te zijn beroepen, door de classis Varsseveld geëxamineerd en met algemene stemmen toegelaten tot de bediening des Woords.Ga naar voetnoot80 Zijn aanstaande schoonvader prof. A. Brummelkamp, bevestigde hem 19 februari 1861. Op 28 februari huwde hij te Kampen Anna Henriette Brummelkamp, geboren 1835 - zij overleed 2 mei 1875. Hij hertrouwde 8 februari 1877, en wel met Johanna Hendrika van de Wetering, geboren 1854. Beide huwelijken bleven kinderloos. Van Andel overleed te Gorinchem 29 juni 1910. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 255]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Na zijn vertrek uit Zutphen - 9 november 1873 - was Van Andel tot maart 1877 ‘reizend predikant in Noord-Holland’. Daarna stond hij te Heusden tot 1879, te Leeuwarden tot 1893. Zijn laatste standplaats was Gorinchem, waar hij stond van 1893 tot aan zijn emeritaat in 1907. Zoals we zagen in hoofdstuk 13, nam Van Andel een belangrijke plaats in bij de verwikkelingen rond ds. Jan van Dijk te Doetinchem. We kunnen niet anders zeggen dan dat hij laatstgenoemde lang de hand boven het hoofd heeft gehouden, tot dat hij in de classicale vergadering van 28 september 1868 onder meer vraagt of Van Dijk nog instemt met de leer der gereformeerde kerk en of de classis niet maatregelen tegen hem moet nemen.Ga naar voetnoot83 Naar aanleiding van deze verandering merkt Waterink op dat Van Andel te Zutphen ‘een eigenaardige crisis’ doormaakte, ‘bijna een omdraai’. De classis tast dan door en Van Dijk scheidt zich af. ‘Van Andel had zijn werk in de classis gedaan... en vijf jaar later ging hij. Vastheid van lijn is in dat werk niet te ontdekken.’ Waterink tracht een ‘zielkundige verklaring’ te geven van, zoals hij zegt ‘Van Andels eigenaardige wendingen’. ‘Toen Ds. van Andel hier kwam was er in de Nederlandsche Hervormde Kerk geen positief orthodoxe predikant. Daardoor gingen zeer velen uit die kerk den begaafden prediker in de Kolenstraat hooren. Wij willen het enigszins anders zeggen. We kunnen moeilijk stellen, dat Van Andel met zijn preken zich zelf zocht en zich daarom verblijdde in een grote toeloop - we zeggen ook niet dat Waterink dat beweert. Maar | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 256]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
het is niet onmogelijk dat Van Andel mede door de houding van een deel van de Zutphense HervormdenGa naar voetnoot86 tot het inzicht werd gebracht dat met deze geen wezenlijk één-zijn zou kunnen bestaan. En dat hij daardoor is teruggedeinsd voor een verder volgen van J. van Dijk op diens weg terug naar de Hervormde kerk. Van Andel heeft in zijn verdere leven getoond dat de gereformeerde confessie hem vlees en bloed was geworden. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
8. De Kruisgemeente te Zutphen gedurende de jaren 1853-1860Ga naar voetnoot87De notulen van de kerkeraad bevatten een préambule die als volgt luidt. ‘Art. 1. De gemeente der Gereformeerden onder 't Kruis is Gestigt den 26 December in den Jaare 1853, door den Eerw. Ds. G. Kamans, Predikant in de Gemeente te ApeldoornGa naar voetnoot88 en zijn te Gelijk bevestigt tot ouderling G. Loggers en tot Diakenen J. Baarschers en G. Bulterman. Den... December trof de Gemeente een slag door het overlijden van den Broeder Ouderling Loggers.’ We zien hieruit dat de gemeente 26 december 1853 werd geïnstitueerd, en dat reeds na enige dagen, namelijk 31 december haar eerste ouderling Jan Loggers, schipper van beroep, verloor.Ga naar voetnoot89 In zijn plaats wordt gekozen Johannes Baarschers. Gerrit Buiterman krijgt naast zich als diaken Willem Bannink.Ga naar voetnoot90 Reeds op woensdag 11 april 1855 werd de eerste predikant, Willem Eichhorn, gekomen van de kleine Kruisgemeente te Huizen, door ds. D. Klinkert van Zwolle, bevestigd.Ga naar voetnoot91 Zondag 15 april 1855 deed hij zijn intrede en 11 november 1860 preekte hij afscheid wegens vertrek naar de Kruisgemeente te Tricht.Ga naar voetnoot92 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 257]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Aanvankelijk vergaderde de Kruisgemeente in het huis bij de molen van Joost Kok,Ga naar voetnoot93 ongeveer op het terrein van het tegenwoordige station NS; daarna verhuisde men naar de Berkelkade en kwam men samen in een achterhuis of schuur van het huis (in 1923) no. 13.Ga naar voetnoot94 Maar in 1856 koopt de gemeente een pand in de KomsteegGa naar voetnoot95 voor de som van ƒ 4.375,-. De kosten van inrichting etc. beliepen ƒ 1300,-.Ga naar voetnoot96 Gebouw Komsteeg no. 4; als kerk gebruikt van 1856-1889
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 258]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Op 31 januari 1859 zijn de volgende personen ambtsdrager: W. Eichhorn, J. Baarschers, Hermannus Uiterwijk, ouderlingen; W. Bannink, Jacob Beuzekamp, diakenen. Als secretaris fungeert Hendrik Lodewijk Harmsen.Ga naar voetnoot97 In de beginjaren woonden enige leden te Doesburg, Doetinchem en Markelo,Ga naar voetnoot98 alsmede in (of nabij) de dorpen Barchem en Gorssel.Ga naar voetnoot99 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
9. Eerste ledenUit het ledenregister blijkt dat circa 1860 de onderstaande personen bij de gemeente waren aangesloten. Bij deze lijst dient te worden gevoegd die van de namen van de elf personen (cursief), genoemd in paragraaf 2 van hoofdstuk 18 (Barchem). Déze leden gingen in 1863 over van de Kruisgemeente te Zutphen naar die te Barchem.
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 259]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Hierboven worden tezamen met de ‘Barchemse leden’ 88 personen genoemd: 25 echtparen en 28 alleenstaanden (althans: slechts man of vrouw is lid). Indien een echtpaar in het bezit zou zijn geweest van gemiddeld drie kinderen zou dit betekenen 75 kinderen. Onze raming is dat de gemeente in 1860: 88 + 75 = 163 zielen omvatte. In 1869 zijn het er ongeveer 200. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
10. Het tijdvak 1861-1869; ds. N.J. EngelbertsOver dit tijdvak valt niet zo veel te vertellen. Dit is mede een gevolg van het feit dat de notulen uiterst summier zijn. Zij omvatten nauwelijks meer dan vermeldingen aangaande de vier (!) beroepen uitgebracht op N.J. Engelberts en mededelingen over de wijziging in de samenstelling | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 260]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
van de kerkeraad etc. Om met dit laatste te beginnen - we noemen slechts dat 11 februari 1863 J. Baarschers en H. Uiterwijk ouderling zijn; J. Beuzekamp en G.J. Zwiers diaken. Op 5 januari 1869 zijn ouderling: J. Beuzekamp en J. Vosselman, diaken: G.H. van den Berg en R.A. Everts. Op 3 november 1862 wordt N.J. Engelberts voor de vierde maal beroepen, en wel op een tractement van ƒ 700,- per jaar en vrij wonen. Op 8 februari 1863 doet hij zijn intrede, na op dezelfde dag te zijn bevestigd door zijn voorganger W. Eichhorn. In Engelberts had de gemeente een bekwame voorganger verkregen. Zo was hij één der meest op de voorgrond tredende kruisdominees èn bij de pogingen tot vereniging met de (overige) Afgescheidenen èn bij de totstandkoming daarvan. Hij staat te Zutphen tot 3 juli 1870. Nicolaas Jacobus Engelberts (1831-1918)
Nicolaas Jacobus Engelberts werd in 1831 te Vlissingen geboren en overleed in 1918 te Eefde. In 1860 werd hij candidaat tot de heilige dienst. Hij diende de gemeenten te Bierum 1860, Zutphen 1863, 's Gravenzande 1870, Hazerswoude 1873, Waddinxveen 1874, Uithoorn 1879, Giessendam 1884; in 1897 ging hij met emeritaat. In 1862 huwde hij Gardina Geertruida Bast uit Eefde, die hem veertien kinderen schonk, van wie hij er acht op jeugdige en drie op volwassen leeftijd verloor. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 261]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
11. BesluitNadat in juni 1869 te Middelburg de vereniging tot stand is gekomen van de Afgescheidenen en de Kruisgezinden, worden ook te Zutphen aarzelende pogingen tot een samengaan ondernomen. We vinden in de notulen van de Kruisgemeente: ‘Vereeniging getroffen tusschen de Gereformeerde Kerk en de Christelijke Afgescheidenen. En in de notulen van de Afgescheiden gemeente vinden we onder 20 juli 1869: ‘Ds. van Andel zegt een verzoek ontvangen te hebben van de thans met onze Kerk vereenigde oud Gereformeerde Gemeente alhier, om wegens afwezigheid van den Leeraar Engelberts aldaar aanstaande Zondagmiddag te prediken. Aangezien de dominee en de Kerkeraad gaarne zusterlijk met de nieuwe zuster willen omgaan zoo wordt goedgevonden dit verzoek in te willigen, en de [eigen] Kerk 's avonds stil te zetten, daar dominee geen driemaal preeken kan op eenen Zondag.’. Bovenstaande woorden geven geen blijk van een grote blijdschap over de tot stand gekomen vereniging, doch wellicht is de vreugde wel uitgesproken, maar niet genotuleerd. In het vervolg blijkt echter dat een samengaan in de eerste jaren na 1869 niet kan worden bereikt. Hoewel buiten het bestek van deze publicatie vallend, noemen we het volgende. In de notulen van de Afgescheiden gemeente vinden we in een ‘Naschrift’ van de notulen van 11 augustus 1870, dat op de classicale vergadering is gesproken over ‘ineensmelting met de Gemeente uit de Komsteeg. Het werd door sommigenGa naar voetnoot105 wenschelijk geoordeelt en anderen tot nog toe niet raadzaam, daar er bij hun gevonden worden die Ds. van Andel niet kunnen hooren enz.’. Inderdaad - de opvattingen van Van Andel vormden één van de beletselen. Op 4 oktober 1870 spreekt de gemeentevergadering Komsteeg uit dat men wel wil verenigen, maar niet met ds. J. van Andel. Er zijn 25 mansleden aanwezig - op één na zijn allen tegen vereniging.Ga naar voetnoot106 Nadat Van Andel is vertrokken - november 1873 - komt de ‘ineen- | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 262]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
smelting’ van beide gemeenten echter evenmin tot stand.Ga naar voetnoot107 Eerst 6 december 1877 wordt de vereniging een feit. Er wordt dan één kerkeraad geformeerd. Predikant is op dit tijdstip Martinus van der MastGa naar voetnoot108 die sedert 13 april 1873 de gemeente Komsteeg diende. De ‘nieuwe’ kerkeraad omvat acht ouderlingen; daarnaast zijn er acht diakenen.Ga naar voetnoot109 |
|