| |
| |
| |
Hoofdstuk 18
Barchem
In de vorige eeuw was Barchem een buurtschap behorende tot de burgerlijke gemeente Laren. Thans maakt het dorp deel uit van Lochem. Het ligt vijf kilometer ten zuiden van deze stad. In 1840 woonden er 300 personen, merendeels Hervormd - zij kerkten aanvankeljk te Lochem - en vonden hun bestaan in de landbouw.Ga naar voetnoot1 De Hervormde gemeente te Barchem dateert van 1861. In haar archief wordt niets gevonden aangaande de Afscheiding.Ga naar voetnoot2 Hoe zou het ook kunnen? Want de Kruisgemeente te Barchem - op deze wijze kanaliseerde zich aldaar de breuk met het Hervormd Kerkgenootschap - werd in 1863 geïnstitueerd; bovendien hadden reeds vóór dit jaar enige ingezetenen van Barchem met de Hervormde kerk gebroken en zich circa 1860 aangesloten bij de Kruisgemeente te Zutphen, zoals we nader zullen zien.
| |
1. Ontstaan
Voorin het oudste notulenboek van de Kruisgemeente te BarchemGa naar voetnoot3 vinden we het volgende.
‘Geschiedenis van de Vorming en Stichting der Gereformeerde Gemeente te Barchem 1863.
In het jaar 1857 behaagde het de Heere Jezus Christus alhier te Barghem, alwaar geen spoor van Gods Kerk was overgebleven, Zijnen Heiligen Geest uit te storten; waardoor bij velen eene beroering ontstond, gepaard met eene begeerte naar Gods dienst; doch de meesten keerden later tot de leugenleer en de wereld terug,Ga naar voetnoot4 terwijl sommigen krachtig werden getrokken uit het rijk des Duivels en der zonde, en overgebracht tot het verborgen geestelijk ligchaam van Christus, waaruit de behoefte onstond naar de reine prediking des Woords.
Nadat wij geruimen tijds herwaarts en derwaarts geloopen hadden om te onderzoeken waar zich de Gemeente Gods uitwendig openbaarde en het Woord Gods zuiver werd verkondigd, ten einde wij ons daarmede kerkelijk konden vereenigen en onze geestelijke behoeften konden worden vervuld, zoo beliefde het de Heer door Zijne goede Voorzienigheid ons te Zutphen te brengen alwaar wij in de Gereformeerde Gemeente het Woord Gods hoorden ver- | |
| |
kondigen naar de behoeften onzer zielen met dat gevolg, dat wij ons in het jaar 1860 aan die Gemeente door openbare belijdenis verbonden.Ga naar voetnoot5
Van tijd tot tijd werd toen alhier ook het Woord des levens verkondigd en daar het ledental een weinig toenam, zoo werden in het jaar 1863 den 7 Julij de leden alhier en in den omtrek tot eene gemeente gevormd door den Eerw. Heer N.J. Engelberts Predikant bij de Gereformeerde Gemeente te Zutphen, in tegenwoordigheid van den Ouderling J. Baarschers en den Diaken J. Beusekamp beiden van dezelfde Gemeente.
Bij die gelegenheid preekte Z.E.W. over Efeze 4 vers 3Ga naar voetnoot6 en werden door de leden verkozen tot Ouderling A. Regelink en tot Diaken M. Kottelenberg welke toen openbaar in hunne diensten werden bevestigd. Overmits de Gemeente nog zeer klein was en de leden met elkander in liefde en vrede leefden, zoo werden in den beginne geene Kerkeraads Vergaderingen gehouden en later slechts wanneer zulks noodig was...’
Het slot van de ‘Geschiedenis...’ dat we hierboven weglaten, bevat, in het kader van ‘geene Kerkeraads Vergaderingen’ een korte vermelding van censuur uitgeoefend voor 19 december 1866, de datum waarmee de notulen beginnen. Dit slot luidt als volgt:
‘In Januarij 1865 is door den Kerkeraad het Avondmaal ontzegd aan het lidmaat Gerrit Jan Dijkman wegens (1) huisselijke twist en oneenigheid welke hij aan anderen had medegedeeld en daardoor die twist had vermeerderd. Hierbij was gekomen (2) openbare Sabbathschennis. Over beide zaken was gemeld lidmaat dikwijls doch tevergeefsch vermaand. In het voorjaar 1866 is na voorgaande vermaning met goedkeuring van de ClassisGa naar voetnoot7 de tweede openbare afkondiging der bovengenoemde censure geschied.’
| |
2. Eerste leden
De gemeente die reeds omstreeks 1864 haar eerste bedehuis verkreeg - op de plaats van het huidige kerkgebouw: Beukenlaan 8 - heeft steeds leden geteld in de dorpen Barchem, Ruurlo en Zwiep, alsmede tot 1888 ook te Vorden.
De gemeente is klein geblevenGa naar voetnoot8 - van 1871 tot 1892 werden, afgezien van dopelingen en een tweetal passanten, slechts 22 nieuwe leden ingeschreven. We geven hieronder de namen van de eerste belijdende leden,
| |
| |
nader van de personen die zich in het tijdvak 1863 tot 1870 aansloten.Ga naar voetnoot9 De gegevens aangaande geboortejaar en beroep ontlenen we aan de bevolkingsregisters van de voormalige gemeente Laren (Gld.) - thans gemeente Lochem - buurtschappen Barchem en Zwiep.
jaartal voor de naam = jaar van aansluiting |
jaartal achter de naam = geboortejaar |
naam cursief = vóór instituering lid te ZutphenGa naar voetnoot10 |
1863 |
Gerrit KottelenbergGa naar voetnoot11 en zijn vrouw: |
1832 |
akkerbouwer |
wonende te Zwiep; overl. 1904 |
1867 |
Reindina Velderman |
1847 |
|
te Zwiep; overl. 1923 |
1863 |
Harmen Kottelenberg |
1824 |
akkerbouwer |
te Zwiep; overl. 1894 |
1863 |
Jan Kottelenberg en zijn vrouw: |
1832 |
landbouwer |
overl. 1893 |
1863 |
Hermina Velderman |
1837 |
|
overl. 1912 |
1863 |
Mannes Kottelenberg en zijn vrouw: |
1829 |
landbouwer |
overl. 1901 |
1863 |
Anneken Kottelenberg |
1836 |
|
met attestatie |
1863 |
Hendrika Velderman |
1834 |
|
dochter van E. Velderman; naar Geesteren 1871 |
1864 |
Gerrit Jan Dijkman |
|
afgesneden |
|
1864 |
Henders DijkmanGa naar voetnoot12 |
|
|
|
1864 |
Willem Oltvoort en zijn vrouw: |
1843 |
landbouwer |
overl. 1924 |
1864 |
Janna Velderman |
|
|
overl. 1878 |
1864 |
Berend Visschers |
1827 |
knecht |
overl. 1891; knecht bij J. Kottelenberg Ruurlo; |
1865 |
Hendrikus Berenschot |
|
|
wonende te overl. 1883 |
1865 |
Geertruida MeulenbruggeGa naar voetnoot13 |
1841 |
meid |
meid bij G. Oltvoort in 1869 naar Bierum (Gn.) |
1867 |
Hendrik Gerrit Oltvoort Gz. |
1845 |
knecht |
naar Vorden 1898 |
| |
| |
| |
3. Gemeentelijk leven tot 1869
De vergaderingen van de kerkeraad - met zeer korte notulen - zijn, zoals gezegd, begonnen op 19 december 1866. We lezen dat op deze dag de consulent N.J. Engelberts te Zutphen, aanwezig is: hij is vergezeld van zijn ouderling Johannes Baarschers. In de vergadering komt G.J. Dijkman. Een nieuwe grief tegen hem is dat hij te Geesteren het avondmaalheeft gevierd. Hij verwerpt de opnieuw aan hem gedane vermaning.Ga naar voetnoot14 Op 22 april en 3 mei 1867 wordt genotuleerd dat Dijkman te Geesteren kerkt.Ga naar voetnoot15 Verder lezen we niet meer over hem, maar we vonden hierboven reeds dat hij is afgesneden.
In de jaren 1863 tot 1866 bezoekt Anton Regelink de Algemene vergaderingen.Ga naar voetnoot16 Mannes Kottelenberg, hoewel diaken, wordt in 1867 als afgevaardigde benoemd.Ga naar voetnoot17 Eind 1868 - als A. Regelink attestatie naar Zutphen ontvangt - wordt ‘met groote meerderheid van stemmen’ Mannes Kottelenberg tot ouderling gekozen en Gerrit Oltvoort tot diaken.Ga naar voetnoot18 In 1869 gaat Barchem mee in de vereniging van Afgescheidenen en Kruisgezinden, zoals deze haar beslag kreeg op de synode te Middelburg. Maar de notulen van de kerkeraad spreken hierover met geen woord. Ook in de jaren 1871 tot 1882 zijn de notulen uitermate sober - zij beslaan over dit tijdvak in totaal slechts vier bladzijden.Ga naar voetnoot19
|
-
voetnoot2
- In paragraaf 1 van hoofdstuk 17 vermeldden we dat ook het archief van de Hervormde gemeente te Lochem geen gegevens aangaande de Afscheiding bevat.
-
voetnoot3
- ‘Notulen kerkeraad 1863-1897’. Behalve uit dit boek putten we uit: ‘Lidmaten 1863-..’ en ‘Gedoopte kinderen 1862-...’. Een enkel gegeven ontlenen we aan NAVGK.
-
voetnoot4
- De betekenis van deze woorden is niet geheel duidelijk. Is er in Barchem een revival geweest - evenals in andere plaatsen, bijv. Giessen-Rijswijk (ACHTSTE DEEL 243-251) - waarna velen terugkeerden tot de Hervormde kerk?
-
voetnoot5
- De Kruisgemeente te Zutphen werd 26 dec. 1853 geïnstitueerd. Men zie hoofdstuk 19.
-
voetnoot6
- Efeze 4 vers 3: “... U benaarstigende te behouden de eenigheid des Geestes door den band des vredes”.
-
voetnoot7
- De classis Gelderland van de Kruisgemeenten, die van 1859 tot 1869 heeft bestaan, omvatte sedert 1863: Apeldoorn, Arnhem, Barchem, Tricht en Zutphen. Men zie: NAVGK 331 (1859, art. 22), 423 (1865, art. 51), 511 (1868, art. 20) en 607-609. De notulen van haar vergaderingen werden tot heden niet gevonden.
-
voetnoot8
- Tussen 1910 en 1920 omvatte de gemeente circa 60 zielen.
-
voetnoot9
- Achterin het boek ‘Gedoopte kinderen 1862-...’ vinden we de aantekening, dat in de eerste 48 jaar van het bestaan van de gemeente 1862-1910 (in 1862 werd één kind gedoopt, wellicht te Zutphen of, reeds vóór de instituering te Barchem) 44 kinderen werden gedoopt, onder wie 24 van de familie Oltvoort en 16 van de familie Kottelenberg.
-
voetnoot10
- Men zie hiervoor: hoofdstuk 19; J. Waterink, Geschiedenis der Gereformeerde kerk te Zutphen, Zutphen 1923, 79-80.
-
voetnoot12
- Henders is een zeldzame voornaam, afgeleid van Hendrik.
-
voetnoot13
- Wellicht een zuster van Gerrit Jan Meulenbrugge, geb. 1836 te Vorden; overl. Bierum (Gn.) 1886. Deze werd in 1869 predikant te Bierum. Men zie voor hem De Haas II, 246.
-
voetnoot15
- Idem 22 april 1867, art 4.; 3 mei 1867, art. 1.
-
voetnoot17
- Er is blijkbaar verhindering gekomen, want volgens de notulen 1867 was er van Barchem slechts een ‘lastbrief’ - NAVGK 495.
-
voetnoot18
- Not. kerker. 31 dec. 1868, art. 3 en 4; 4 febr. 1869, art. 1 en 3.
-
voetnoot19
- Pas in 1899 ontvangt de gemeente in combinatie met die te Lochem (ontstaan na de Doleantie) een oefenaar in de persoon van H. Ormel; van 1917 tot 1921 is A. Terpstra haar eerste predikant, eveneens in combinatie met Lochem.
|