De Afscheiding van 1834. Deel 9. Provincie Gelderland
(1991)–C. Smits– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 207]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Hoofdstuk 16
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1. Hervormd archiefHet archief van de Hervormde gemeente te Winterswijk bevat nagenoeg geen gegevens over de Afscheiding. Toch hebben in de jaren 1839 tot 1842 - zoals we nader zullen zien - ruim 50 volwassenen met deze organisatie gebroken en in 1843 circa 25. De notulen van de kerkeraad zijn niet summier, maar zij bevatten voornamelijk zaken van financiële aard: gedingen over kerkelijke goederen etc. Het enige wat we vinden is een brief, gedateerd mei 1840, van achttien personen die verklaren zich af te scheiden.Ga naar voetnoot3 De meeste namen vinden we terug in het ledenregister van de | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 208]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Afgescheiden gemeente, zodat het niet nodig is deze hier te vermelden.Ga naar voetnoot4 | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
2. Instituering; eerste Afgescheidenen; emigratieDe Afgescheiden gemeente te Winterswijk is, voorzover we kunnen nagaan, geïnstitueerd 6 april 1841. We baseren ons op de ‘titel’ van de eerste ledenlijst: ‘Naam Register van de Leden der Christelijk Afgescheidene Gemeente te Winterswijk gesticht den 6 april 1841 - door den Leeraar der Afgescheidene Gemeente K. Wildeboer’. Het gegeven is enigszins pover, want in het eerste notulenboek van de kerkeraad, dat begint met een vergadering van 12 december 1840 (!) wordt van instituering niet gerept.Ga naar voetnoot5 Gezien echter enige vermeldingen in de notulen - men zie paragraaf 4 - achten we het waarschijnlijk dat de eerste ambtsdragers inderdaad op genoemde datum zijn bevestigd. We merken nog op dat Klaas Marinus Wildeboer (1809-1842) 22 september 1839 te Rijssen predikant werd en van 1 april 1841 tot 27 september 1841 tevens aan de gemeente te Lochem en te Velp (Gld.) was verbonden. Daarna stond hij korte tijd te 't Zand (Gr.) en te Zuid-Beijerland: in laatstgenoemde plaats overleed hij 17 september 1842.Ga naar voetnoot6 Het ‘Naam Register...’ opent met drie inschrijvingen - ‘Datum van aanneming’ - van 30 juni 1839: zij worden gevolgd door achttien van het jaar 1840. We dienen dit zo te zien dat de desbetreffende personen voor de instituering van Winterswijk (min of meer) bij de gemeente te Varsseveld waren aangesloten.Ga naar voetnoot7 Voor de beroepen in onderstaande lijst hebben we de bevolkingsregisters van Winterswijk geraadpleegd; deze vangen aan met 1820. Bij analyse blijkt dat in de buurtschap Kotten - circa 5 kilometer ten zuidoosten van het dorp Winterswijk nabij de grens met Duitsland gelegen - aanvankelijk de meeste Afgescheidenen woonden.
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 209]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 210]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Bovenstaande lijst omvat tot en met H.L. Zweedijk-Eest 71 leden; van dezen emigreerden er 46 naar Noord-Amerika in het tijdvak 1845 tot 1855 - dit is een kleine 65%. Ongeveer dezelfde verhoudingen vinden we als we het ‘Naam Register...’ analyseren tot 1848, zoals we in de inleiding van dit hoofdstuk reeds opmerkten. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
3. Erkenning; huisvestingAlvorens één en ander te vermelden aangaande het leven der gemeente, noemen we het feit dat zij zich 26 februari 1842 tot de Koning wendt ten- | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 211]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
einde erkenning te verzoeken.Ga naar voetnoot10 Het request, waarvan we de ondertekening reeds hebben beschreven, bevat de namen van 48 personen. G. Elverdink tekent als (enige) ouderling, G.W. Wilterdink als (enige) diaken. Verklaard wordt dat de gemeente het Utrechtse reglement heeft aangenomen. De openbare eredienst zal voorlopig worden uitgeoefend in het achterhuis van de boerderij van Evert de Roos, staande in de buurtschap Kotten ‘zulks in afwachting dat zij’ - bedoeld is de gemeente -‘een kerkgebouw zal gesticht hebben, op het stuk land, gelegen op den Zonnebrink, bij Winterswijk, kadastraal Sectie I no. 397’.Ga naar voetnoot11 De gemeente wordt erkend bij koninklijk besluit van 14 juni 1842, no.29.Ga naar voetnoot12 | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
4. Gemeentelijk leven 1840-1869Zo volledig en nauwkeurig als het ‘Naam Register...’ is bijgehouden, zo onvolledig en soms duister zijn de notulen van de kerkeraad over het door ons behandelde tijdvak - er zijn hiaten in 1841, over een deel van de jaren 1844-1847 en 1855-1858. Toch krijgen we een indruk van de hoofdlijn in het gemeentelijk leven gedurende de eerste decennia. Een van de belangrijkste facetten hiervan is de reeds genoemde emigratie en daarmede samenhangend de moeiten van de kleine achterblijvende schare een predikant te vinden of te behouden. De vergaderingen van de kerkeraad hadden gedurende de eerste jaren min of meer het karakter van vergaderingen der gemeente, evenals te Varsseveld en Aalten. De notulen vangen aan met een bijeenkomst van 12 december 1840. De gemeente is dan nog niet geïnstitueerd, zodat het niet verwondert dat twee ouderlingen van de ‘moederkerk’ te Varsseveld, namelijk A. Colenbrander en L. Rademaker, mede aanwezig zijn. Verder zien we daar alle ‘mansleden’ die op genoemde datum waren ‘aangesloten’Ga naar voetnoot13: G. Elverdink, G.W. Hesselink, H.J. Hesselink, J.A. Lomans, G.J. Oonk, J.B. Oonk, E. de Roos, G.J. Sieverdink, G.W. Wilterdink, H.J. Wilterdink en J.A. Wilterdink. Ook werd de vergadering bezocht door enige personen die zich kort nadien zouden aansluiten: H.J. ter Borg, G.J. Rensink, J.A. Sikkink en J.B. Sikkink.Ga naar voetnoot14 Het blijkt dat er moeilijkheden zijn geweest. Welke, maken de notulen ons niet duidelijk. We lezen slechts: ‘Werd door A. Colenbrander gevraagd of er ook persoonlijk of meer algemeen bezwaren in de Gemeente werden gevonden, waarop algemeen werd betuigd dat zulks vroeger wel plaats had gehad. Maar zij in opregtheid konden betuigen dat hetzelfde door Gods genade was weggenomen.’.Ga naar voetnoot15 | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 212]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Deze betuiging maakt de weg vrij, staande de vergadering, over te gaan tot het verkiezen van ambtsdragers. Met algemene stemmen wordt G.W. Hesselink tot ouderling en tot ‘onderwijzer der jeugd’Ga naar voetnoot16 gekozen, G.W. Wilterdink tot diaken.Ga naar voetnoot17 De volgende vergadering werd gehouden 2 februari 1841. Weer zijn beide ouderlingen uit Varsseveld aanwezig alsmede ds. K. Wildeboer. Er zijn bezwaren gerezen tegen de verkiezing of de verkozenen, van 12 december 1840. Opnieuw blijven we in het ongewisse welke de aard van de moeite was, maar het resultaat is, dat de verkiezing ongedaan wordt gemaakt.Ga naar voetnoot18 Eerst 3 maart 1841 komt de gemeenteGa naar voetnoot19 bijeen, dan bestaande uit elf - mannelijke, belijdende - leden. De vergadering staat onder leiding van G. Elverdink. Laatstgenoemde wordt met meerderheid van stemmen gekozen tot ouderling en G.W. Wilterdink op dezelfde wijze tot diaken. Verder wordt uit de overigen die allen een gelijk aantal stemmen hebben verkregen, door middel van het lot verkozen tot ouderling J.A. Wilterdink en tot diaken HJ. Wilterdink.Ga naar voetnoot20 Maar in een naschrift bij deze notulen lezen we: Op den 9. Maart 1941 bovenstaande beroeping van ouderlingen en diakenen door Dm. K. Wildeboer onderzocht zijnde hoedanig de stemming was toegegaan, verklaarde dat er slechts op eene ouderling en eene diaken van de 11 leden 6 stemmen waren gevallen, terwijl op den 2den ouderling en diaken minder dan de halve leden hadden gestemd, zoo bleek dat de Heere er tot nog toe slechts eene ouderling en diaken verkoos en moesten zich daarmede vergenoegen zullende broeder G. Elverdink tot ouderling en broeder G.W. Wilterdink tot diaken nader onderzocht en vervolgens bevestigd worden.’. Men is blijkbaar na de vrije stemmingen van 3 maart 1841 op 9 maart niet opnieuw tot verkiezing overgegaan. Voorlopig arbeidt in de gemeente één ouderling en één diaken. Het trekt de aandacht dat de aanvankelijk tot ouderling gekozen G.W. Hesselink op de achtergrond raakt. Na het ‘naschrift’ vertonen de notulen een hiaat tot 15 september 1841. We nemen aan - vergelijk paragraaf 3 - dat de ambten in de gemeente in de tussentijd zijn ingesteld, en wel op 6 april 1841, door ds. K. Wildeboer. Op 15 september 1841 wordt student Jan Willem ten BokkelGa naar voetnoot21 beroepen. Uitgebracht worden 24 stemmen; 23 stemmen vóór het beroep, één lid stemt blanco | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 213]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
‘omdat hij niet wist, of hij op eenen reeds in den dienst des Heeren arbeidenden Leeraar (daar dit wel het begeerlijkst voor hem was, maar waar tegen zich ook noch weder bezwaar opdeed) zoude stemmen, dan een die daartoe wierdt opgeleid.’.Ga naar voetnoot22 Hoewel zijn studie nog niet is voltooid, verklaart Ten Bokkel in een brief van 11 oktober 1841 geschreven uit Schiedam, het beroep aan te nemen.Ga naar voetnoot23 We mogen er van uitgaan dat hij zondag 16 juli 1843 is bevestigd, want deze dag is volgens het ‘Naam Register...’ de ‘datum van aanneming’ door de gemeente. J.W. ten Bokkel (1815-1888); reproductie van een tekening bewaard in archief C.A.G.K. te Winterswijk
Vóór de komst van Ten Bokkel ziet men reeds dat het, op zijn zachtst uitgedrukt, niet effectief is, bijeenkomsten der gemeenteleden te houden, in plaats van gewone vergaderingen van de kerkeraad. De broeders zul- | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 214]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
len er ook geen tijd voor hebben gevonden. Op 17 januari 1842 worden benoemd om met de opzieners ‘uit naam der gemeente’ de vergaderingen van de kerkeraad te bezoeken: G.W. Hesselink, H.J. Hesselink, G.J. Oonk, J.B. Oonk, E. de Roos en J.A. Wilterdink; ‘de overige leden hebben vrijheid dezelve al dan niet bij te wonen’.Ga naar voetnoot24 Bij gebrek aan kerkgebouw wordt in de jaren 1842-1843 op twee of drie plaatsen vergaderd. We lezen hierover: ‘Is met eenparig goedvinden besloten, om voortaan wegens algemeene behoefte aan Turf en andere brandstoffen, en verder in het belang der gemeente zijnde omstandigheden, om provisioneel de Godsdienstige samenkomsten in twee te splitsen te Winterswijk bij Broeder G.W. Hesselink en te Kotten bij Broeder J.A. Wilterdink.’.Ga naar voetnoot25 Daarnaast werd, zoals we zagen, vergaderd bij Evert de Roos, eveneens te Kotten. In 1842 wordt van G.J. Slats en S. Slats voor de prijs van ƒ 235,- een stukje bouwland op de Zonnebrink aangekocht met de bedoeling daar een kerk te bouwen. Bij het ontbreken van rechtspersoonlijkheid koopt E. de Roos de grond voor de gemeente. Nadat voor ƒ 1.500,- is ingetekend - als lening tegen 4% rente - kan tot aanbesteding worden overgegaan.Ga naar voetnoot26 Aangezien in de notulen van 16 november 1843 wordt gesproken over de vervaardiging van meubilair voor de kerk, mogen we met ZwaalGa naar voetnoot27 veronderstellen dat het gebouw begin 1844 in gebruik werd genomen; het heeft dienst gedaan tot het jaar 1905. ‘Winterswijk’ heeft niet alleen te lijden gehad van de emigratie, maarzoals we reeds in hoofdstuk 13 vermeldden - ook van het feit dat de eerste twee predikanten al na korte tijd vertrokken. Zo ds. Ten Bokkel: hij preekt 10 november 1844 afscheid wegens vertrek naar Ommen, daar hij zich niet kan verzetten tegen de grote aandrang door zijn oud-leermeester Van Raalte en door genoemde gemeente uitgeoefend.Ga naar voetnoot28 Eind 1843 worden een ouderling en twee diakenen gekozen naast de fungerende ambtsdragers. J.A. Wilterdink wordt ouderling, E. de Roos en J.W. Wilterdink, diaken. Opgemerkt dient dat bij de stemming - die mondeling wordt gehouden - de kerkeraad ‘eenige personen heeft voorgesteld’, met andere woorden: het is een verkiezing met candidaatsstelling volgens de Dordtse kerkenorde. Verder: er is weliswaar geen behoefte aan drie diakenen, maar één van de ambtsdragers is tevens voorzanger en kan derhalve niet collecteren!Ga naar voetnoot29 Diaconale zorgen zijn er in deze jaren weinig.Ga naar voetnoot30 De tweede predikant is Apolonius Gerardus de Waal (1813-1889) die te Winterswijk staat van 2 november 1845 tot 20 september 1846.Ga naar voetnoot31 De oorzaak van dit spoedig vertrek was, zoals we zagen in hoofdstuk 13, van | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 215]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
financiële aard. Reeds in 1845 komt in Winterswijk de emigratie op gang; ds. De Waal constateert dat de gemeente niet voldoende in staat is hem te salariëren. Op 15 juni 1846 wordt in een vergadering met gemeenteleden over de trek naar Noord-Amerika gesproken. De kerkeraad wil blijkbaar weten waaraan hij toe is. We lezen: ‘Verder ieder afzonderlijk gevraagd over hun denkbeeld over 't persoonlijk vertrek naar America, niemand heeft bepaaldelijk voornemen te vertrekken, maar vele letten op de wenken des Heeren.’.Ga naar voetnoot32 In deze woorden komt de gedachtengang van vele Afscheidenen naar voren, namelijk, dat de toorn Gods op Europa rust - merkbaar onder meer in de aardappelziekte - en dat, evenals van de zon, de weg van Gods genade en mitsdien van de kerk, in westelijke richting zal zijn.Ga naar voetnoot33 Er bestaan geen notulen over het tijdvak 4 juli 1846 en 23 november 1847, een stand van zaken die ongetwijfeld op rekening van de emigratie van leden van de kerkeraad dient te worden gesteld. Op 24 november 1847 zijn G. Elverdink en G.J. Oonk ouderling, E. de Roos en B.W. Onnink, diaken.Ga naar voetnoot34 De derde predikant is Winandus Koopmann (1822-1898); hij stond te Winterswijk van 7 augustus 1852 tot 3 juli 1855.Ga naar voetnoot35 Evenals zijn beide voorgangers en zijn opvolger werd hij opgeleid door A. Brummelkamp. Zwaal schrijft, dat over de tijd van ds. Koopmann ‘bitter weinig is genotuleerd, zodat we er niet veel van kunnen vertellen.’Ga naar voetnoot36 De gemeente heeft in deze periode te kampen gehad met ‘een sectarische gezelschaps-geest’, die enige leden van de kleine groep trachtte mee te slepen. Zelfs de eerste ouderling G. Elverdink werd meegetrokken, waarop hij werd ontslagen. Na te zijn afgesneden, evenals zijn vrouw, keren beiden in 1855 tot de gemeente terug. Kort daarna emigreert het echtpaar.Ga naar voetnoot37 Na het ontslag van G. Elverdink is de samenstelling van de kerkeraad: W. Koopmann; G.J. Oonk, B.H. Einink, J.W. Einink, ouderlingen. Diakenen zijn: E. de Roos, B.W. Onnink en J.D. Voskuil.Ga naar voetnoot38 Het vertrek van W. Koopmann - in 1855 - luidt een vacature in die tot eind 1867 zal duren. In deze periode komt een merkwaardige samenwerking tot stand, namelijk met de ‘Vereeniging van de Vrienden der Waarheid’, een groepering van verontruste leden der Hervormde kerk. In sommige plaatsen mondde de beweging uit in de Doleantie van 1886.Ga naar voetnoot39 De ‘Vrienden’ onder leiding van de catechiseermeester J.D. te | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 216]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
WinkelGa naar voetnoot40 ontvangen van de kerkeraad der Afgescheidenen toestemming voor hun godsdienstoefeningen van het kerkgebouw van laatstgenoemden gebruik te maken. In feite beleggen de ‘Vrienden’ de kerkdiensten die ook door de Afgescheidenen worden bezocht. Af en toe ‘mag’ een Afgescheiden predikant optreden.Ga naar voetnoot41 Al spoedig komen er moeilijkheden, bijvoorbeeld als de Afgescheiden kerkeraad toezicht wil houden op het deelnemen aan het avondmaal.Ga naar voetnoot42 De verhouding van beide groepen verslechtert verder als J.D. te Winkel een collecte alsdus aankondigt: ‘Weer een collecte voor de afgescheidenen ten behoeve van de inlandsche zendingszaak’ en vooral wanneer blijkt dat hij al die collecten zag als een ‘de gemeente op de beurs zitten’. Tenslotte doen bezwaren tegen de prediking van Te Winkel, waarbij deze niet van kritiek wil horen, de ‘samenwerking’ tot een einde komen.Ga naar voetnoot43 Ook de classis wordt omstreeks deze tg121ijd in de zaak gemengd.Ga naar voetnoot44 In de vergadering van de kerkeraad wordt gerapporteerd, dat de classis ernstige bezwaren heeft tegen de gang van zaken te Winterswijk; aangedrongen wordt op ‘verandering’.Ga naar voetnoot45 En dan wordt de breuk met de ‘Vrienden’ definitief. We lezen in de notulen van 16 mei 1850: ‘Door de afgescheiden Gemeente wordt op aandrang der Classis van die Gemeente het contract namentlijk Winterswijk met de vereeniging vrienden der Waarheid opgezegd, zoodat zes maanden na heden dit contract gesloten op den 6 November 1858... ophouwd te bestaan, onder bepaling echter dat de afgescheiden Gemeente de vereeniging wil doen voortgaan, wanneer de vereeniging van vrienden der Waarheid zich op een kerkelijk standpunt steld, en zich aansluit aan een van die kerkgenootschappen waarin de leer onzer vaderen word geleerd en beleden volgens der geloofsbelijdenis der Gereformeerde kerk’.Ga naar voetnoot46 In 1862 wordt in plaats van B.H. Einink, Tobias te Winkel tot ouderling gekozen; J.W. Einink was reeds in 1858 geëmigreerd. De samenstelling van de kerkeraad voor deze jaren is niet geheel duidelijk. Eind 1867 zijn G.J. Oonk en T. te Winkel ouderling. Vermoedelijk is dan J.D. Voskuil de enige diaken. Eerst op 19 oktober 1864 neemt de kleine en zwakke gemeente het beroepingswerk weer ter hand.Ga naar voetnoot47 Het tractement wordt vastgesteld op 450 à 500 gulden.Ga naar voetnoot48 Op 18 oktober 1867 kan - eindelijk - een beroep worden uitgebracht: ds. Manus Sipkes te Beekbergen.Ga naar voetnoot49 Deze aanvaardt de roe- | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 217]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
ping en doet 8 december 1867 zijn intrede. Hij staat tot aan zijn overlijden - 2 december 1895 - te Winterwijk. Ds. Manus Sipkes (1830-1895)
Zoals we reeds in hoofdstuk 5 (Beekbergen) vermeldden, huwde Sipkes in 1857 Jannetje Zwanenburg; zij overleed in 1866 op 39-jarige leeftijd, haar man vijf jonge kinderen nalatende. Deze gebeurtenissen zullen ongetwijfeld een stempel op zijn leven hebben gezet. Bij de komst van Sipkes te Winterswijk wordt een vacature van langer dan twaalf jaren afgesloten. Volgens Zwaal had de gemeente dringend behoefte aan vaste en doelbewuste leiding - immers zij was door ‘vele gebeurlijkheden bewogen’.Ga naar voetnoot50 Verder schrijft Zwaal: ‘Wat de prediking van Ds. Sipkes betreft is er wel een enkele keer moeilijkheid geweest. Waarschijnlijk houdt dit hiermede verband, dat deze leraar een overtuigd chiliast was en dit geenszins onder stoelen en banken stak. Er verscheen hierover zelfs een brochure van zijn hand.Ga naar voetnoot51 Veel lezen we hierover echter niet | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 218]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
in de notulen. Een enkele maal is er een klagende broeder, maar de kerkeraad oordeelt, dat deze “vervuld is met vooroordeel tegen den Leeraar” en dat uit zijn spreken blijkt dat hij weinig acht heeft geslagen op het onderwijs en de prediking’.Ga naar voetnoot52 Reeds voor het verschijnen van genoemde brochure, namelijk in 1875 - dus na het door ons behandelde tijdvak - legt ds. Sipkes op de classicale vergadering de volgende verklaring af. ‘Het is mijne volkomene overtuiging dat het Woord Gods ons bekend maakt met de toevergadering der Gemeente tot den Heer en dat eens de Heer met Zijne Gemeente zal verschijnen tot verlossing van Zijn volk Israël en de oprichting van het duizendjarig vrederijk, waarin de Koninkrijken der aarde zullen zijn van onzen God en Zijnen Christus... Daar deze overtuiging met enkele punten der belijdenis in strijd is, acht ik mij geroepen uwe vergadering daarmee in kennis te stellen.’Ga naar voetnoot53 De vergadering levert op deze woorden geen commentaar. Dit ondanks het feit dat de landelijke synode van 1863 duideljk had uitgesproken dat het onderhavige gevoelen ‘geen leer der Gereformeerde kerk is’.Ga naar voetnoot54 De classis Varsseveld en de gemeente te Winterswijk gaan blijkbaar ook in 1875 soms hun eigen weg... | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
5. De ramp met de ‘Phoenix’De ramp met het stoomschip ‘De Phoenix’ dat 21 november 1847 op Lake Michigan door brand onderging - door ons reeds gememoreerd in de twee voorgaande hoofdstukken - heeft van de emigranten uit Winterswijk een hoge tol geëist.Ga naar voetnoot55 Het totaal van omgekomen en vermiste passagiers uit deze plaats bedroeg 72; gered werden 10 personen. We geven hieronder de namen van de Afgescheidenen die bij de ramp betrokken waren als omgekomen, vermist of gered. We beperken ons echter tot degenen die reeds in paragraaf 2 werden genoemd.
|
|