De Afscheiding van 1834. Deel 9. Provincie Gelderland
(1991)–C. Smits– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 197]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Hoofdstuk 15
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1.‘De Aaltense beroeringen in 1750’Evenals te Nijkerk - de ‘Nijkerksche beweging’ van 1749-1751Ga naar voetnoot4 - is er ook te Aal ten van begin 1750 tot 1751 of 1752 een revival geweest onder de protestantse bevolking, met ongeveer dezelfde verschijnselen als in eerstgenoemde plaats.Ga naar voetnoot5 De gebeurtenissen betroffen, kort gezegd, het tot bekering komen van tal van personen, onder grote lichamelijke benauwdheden en andere aandoeningen. Naar de mening van D. Nauta moet de opwekking worden gezien als een uitloper van de geestelijke opwekking die omstreeks 1742 in Schotland haar hoogtepunt vond en die in Nederland bekend werd door enige brochures geschreven door Hugh Kennedy, predikant van de Schotse gemeente te Rotterdam.Ga naar voetnoot6 Van 1733 tot 1762 stond te Aalten de Hervormde predikant Philippus de Roy. Gezegd mag worden dat hij, evenals ds. Gerard Kuypers te Nijkerk, niet negatief stond tegenover de uitingen van de personen die het sterkst bij de revival waren betrokken, maar daarin - afgezien van excessen - het werk van de Heilige Geest zag.Ga naar voetnoot7 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 198]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Merkwaardig is dat in de notulen van de Gereformeerde kerk (na 1816: Hervormde gemeente) te Aalten met geen woord gerept wordt van de geestelijke opwekking; hetzelfde geldt van de notulen van de classis Zutphen over de jaren 1750 en 1751.Ga naar voetnoot8 Echter, in de notulen van de kerkeraad van de Gereformeerde kerk te Dinxperlo vinden we onder 13 september 1750 het volgende. ‘Voorts is er dien helen herfst niets bijzonders in het kerkelijke voorgevallen, waardig onse aantekening. Dan alleen, dat God airede van April af hebbe gelieven wat meer zeegens en schijnsel te vergunnen op onzen dienst en velen onsterflike zielen op hun eeuwig heijl hebben beginnen te denken; dermate zelfs, dat sig een goed aantal van onse toehoorders, zo binnen als buiten de kerk van traanen, hartgeklop, slaan op de borst, zugten, hikken en snikken, luidkeels hunnen droevigen en rampzaligen toestand uitteroepen, niet konden weerhouden, waar voor den Hartveranderenden en magtigen HemelGod voor eeuwig gedankt zij. Hij doe het werk opregt en deurbrekende worden!’Ga naar voetnoot9 Heeft de opwekking - over kortere of langere tijd gerekend - gevolgen gehad voor het geestelijk leven te Aalten en omgeving? A. SchoutenGa naar voetnoot10 meent - hij schreef dit in 1931: ‘Omstreeks 1750 heeft er tijdens Ds. Philippus de Roy een bizondere geestelijke opwekking in Aalten plaats gevonden. Of deze geestelijke opwekking nog gevolgen heeft gehad, van beteekenis voor de reformatie van 1834-1844,Ga naar voetnoot11 is niet met zekerheid te zeggen. Wel neigen we er toe, hier verband te zien. Een bizonderheid is, dat in 1750 het aantal Rooms-Katholieken en Gereformeerden ongeveer even groot was. Thans tellen de R.-Katholieken maar ruim 18% van de bevolking.’ | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
2. Ontstaan en structuurAlvorens enige bijzonderheden uit het hervormde archief te Aalten te noemen, geven we een korte uiteenzetting over het ontstaan en de structuur van de Afgescheiden gemeente.Ga naar voetnoot12 Zij is ontstaan uit de ‘moedergemeente’ te Varsseveld, maar het is niet duidelijk hoe de relatie van deze groep tot de Aaltense Afgescheidenen gedurende de jaren 1837 tot circa 1842 is geweest.Ga naar voetnoot13 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 199]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Volgens een door A.H. Swijtink ingesteld onderzoek, woonden in de jaren 1850-1851 de meeste Afgescheidenen in de buurtschappen Barlo, Dale en Lintelo - deze liggen als een kleine krans aan de noordzijde om het dorp Aalten.Ga naar voetnoot14 Lintelo ligt het dichtst bij Varsseveld; de afstand van deze buurtschap tot het kerkgebouw ‘De Keurhorst’Ga naar voetnoot15 bedraagt 3 kilometer, die tot het dorp Aalten 41/2. We zullen zien dat enige Afgescheidenen uit Lintelo vóór dat zij braken met het Hervormd kerkgenootschap vermoedelijk lid waren te Varsseveld - zij werden geen lid van de Afgescheiden gemeente te Aalten, maar bleven geografisch waar zij waren. De band van de Afgescheidenen in de andere buurtschappen, in het dorp Aalten en in Bredevoort, met de gemeente te Varsseveld, moet echter - gelet op de afstanden - aanmerkelijk losser zijn geweest. Dan, het archief van de Afgescheiden gemeente te AaltenGa naar voetnoot16 is uiterst pover. De ledenregisters die bewaard zijn, vangen aan na het door ons behandelde tijdvak; gevraagd kan worden of er oudere hebben bestaan. Het eerste notulenboek omvat de periode 1846-1856; daarna is er een hiaat tot 1860. Genoemd boek levert bovendien nagenoeg niets op voor deze publicatie, daar de verslagen summier zijn. Behalve enige namen leren zij ons slechts, dat in de beginjaren, evenals te Varsseveld, niet zozeer vergaderingen van de kerkeraad als wel ‘gemeente-vergaderingen’ werden gehouden. Een tweede overeenkomst met ‘Varsseveld’ is, dat van haar leven gedurende de eerste decennia weinig kan worden gezegd: de korte notulen lopen parallel met de acta van de classis Varsseveld - de gemeente te Aalten wordt, behalve bij de presentie nauwelijks genoemd. Van het reconstrueren van een eerste ledenlijst moeten we afzien, dit in tegenstelling tot Varsseveld.Ga naar voetnoot17 De zaak is dat de beschikbare bronnen te weinig onderling samenhangen. ScholtenGa naar voetnoot18 geeft, bij het noemen van een schrijven door de Varsseveldse gemeente 20 juni 1840 gericht aan de burgemeester van Wisch, de namen van de personen met woonplaats Aalten die ‘tot onze gemeente behooren en vermoedelijk onze Godsdienstoefeninge zullen bijwonen’.Ga naar voetnoot19 Maar er is slechts geringe overeenstemming met de ondertekening van het nog te noemen request van Aalten aan de Koning in 1843. Wellicht zijn niet alle personen die Scholten noemt lid geworden te Aalten - een deel van hen kan zijn teruggekeerd tot de | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 200]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Hervormde kerk. Schouten geeft een kleine 50 namenGa naar voetnoot20 die hij vond in het notulenboek 1846-1856. Derhalve zijn zij niet alle van personen die bij de stichting der gemeente lid werden; bovendien ontbreken vaak voorletters of zijn deze verhaspeld. Het enige materiaal ten aanzien van het geheel van de eerste leden is de ondertekening van het request aan de Koning 1843, alsmede - ook voor de later-aangeslotenen - de bevolkingsregisters 1850-1860.Ga naar voetnoot21
Over de datum van instituering der gemeente hangt een lichte sluier. We hebben de volgende gegevens. In de notulen van de provinciale vergadering van Gelderland van 27 april 1842 wordt bij de splitsing in classes (Apeldoorn en Varsseveld) gesproken van de gemeente te ‘Breevoort’ - bedoeld is die te Bredevoort en Aalten.Ga naar voetnoot22 Bij de presentie van de eerste vergadering van de classis Varsseveld - 14 december 1842 - wordt aangetekend ‘zijnde er van Bredevoort niemand tegenwoordig’.Ga naar voetnoot23 Schouten, die vermoedelijk archiefstukken onder ogen heeft gehad die sindsdien zijn verloren gegaan, vermeldt in een noot: ‘Deze’ - bedoeld werd de eerste - ‘ouderlingen en diakenen zijn “tot het ambt geroepen en daarin bevestigd” Juli 1843’; ook schrijft hij dat in augustus 1843 een beroep werd uitgebracht op Derk Breukelaar.Ga naar voetnoot24 Het feit dat de schrijver een gedeelte tussen aanhalingstekens plaatste lijkt aan te geven dat hij de uitdrukking in een handschrift heeft gevonden. Wij concluderen dat de gemeente te Aalten volgens de regels van het gereformeerde kerkrecht in juli 1843 is geïnstitueerd, maar dat zij daarvóór reeds meer dan een jaar heeft bestaan, met al dan niet verkozen leidinggevende personen (op de meerdere vergaderingen veelal ‘afgevaardigden’ genoemd). Een dergelijke situatie heeft op vele plaatsen bestaan, vaak doordat een predikant niet in de gelegenheid was, voor de bevestiging over te komen. Het meest waarschijnlijk achten we dat ds. J.W. ten Bokkel, die zondag 16 juli 1843 te Winterswijk werd bevestigd, of zijn bevestiger, kort na genoemde datum de gemeente te Aalten heeft geïnstitueerd. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
3. Voorgeschiedenis; Hervormd archiefHet aantal afgescheidenen te Bredevoort is beperkt gebleven. Voor het jaar 1840 worden vier à zes personen genoemd.Ga naar voetnoot25 Maar in 1834 - en wel | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 201]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
licht eerder - heeft daar het gezelschap-houden, evenals in de Aaltense buurtschappen, een zekere omvang bereikt. We vinden hierover in het dagboek van Jan Derk te Winkel (Voorname lotgevallen...) het volgende:Ga naar voetnoot26 ‘1834. December Ondanks de oefeningen van genoemde Steeds is Bredevoort geen centrum van de Afgescheidenen geworden.
Het archief van de Hervormde gemeente te AaltenGa naar voetnoot29 levert ten aanzien van ons onderwerp het onderstaande. Aan het einde van het jaar 1835 (zonder precieze datum) vinden we ‘In de maanden September en October 1835 eenige personen goed gevonden hebben om zich van het bestaande kerkgenootschap af te scheiden met name: Lammert Geurink, Antonij Knuevers en [Johanna] Geertruid Elizabeth Navis, Derk Jan Klumpenhouwer, H. Wevers, B. Goorhuis en Hendrik Jan te Kotte heeft de kerkeraad goed gevonden het Klassikaal Bestuur van Zutphen te hooren. Welk bestuur in hunner vergadering van 2 December 1835 bepaald en den Kerkeraad aangeschreven heeft om die personen in dezen ten wille te zijn. We merken op dat we de personen van wie de namen door ons zijn gecursiveerd, aantroffen bij de ondertekening van de brief eind 1835 aan ds. H.P. Scholte geschreven.Ga naar voetnoot31 De genoemden, behalve Lammert Geurink en Antonij Knuevers werden (blijvend) lid te Varsseveld.Ga naar voetnoot32 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 202]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Midden 1836 staat aangetekend, dat ter tafel komt: ‘Een door Derk Willem Navis en Jh. Rekswinkel onderteekend schrijven, waarin deze aan den Kerkeraad kennis geven van hunne afscheiding van de Hervormde Gemeente en Kerk.’.Ga naar voetnoot33 Ook deze personen vonden we onder de leden van de Afgescheiden gemeente te Varsseveld. De laatste vermelding aangaande afscheiding is die van G. Veldhorst (wellicht is bedoeld Gerrit Jan Veldhorst) op 28 november 1836. Onttrekkingen na deze datum werden niet aangetekend, zodat ook het hervormd archief geen houvast biedt voor een reconstructie van een eerste ledenregister. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
4. Vonnis; erkenningHet enige vonnis geveld over Afgescheidenen te Aalten inzake verboden godsdienstoefeningen is, dat door de rechtbank van eerste aanleg te Zutphen op 1 augustus 1838Ga naar voetnoot34 veroordeeld werden Anthony Brummelkamp te Hattem en Derk Willem Navis,Ga naar voetnoot35 37 jaar, landbouwer, geboren en wonende te Aalten. Op 1 juli 1838 is een godsdienstoefening gehouden op de boerderij ‘Navis’ in Lintelo; hierbij is het heilig avondmaal bediend. Brummelkamp krijgt ƒ 100,- boete, Navis ƒ 25,-.
Circa 8 oktober 1843 richten de Aaltense Afgescheidenen zich tot de Koning met een verzoekschrift waarin zij erkenning vragen.Ga naar voetnoot36 Zij verklaren onder meer het Utrechtse reglement tot het hunne te hebben aangenomen; tot ouderling hebben zij gekozen Gerrit Bouhuis en Arend Jan Pennings, tot diaken Frederik Heijerman en Jan H. Kappers ‘terwijl de verkondiging des Goddelijken Woords en de bedieningen der Bondzegelen onder hun is opgedragen aan Jan Wildenbeest en Jan Willem ten Bokkel, dewelke als zodanig kennelijk dienstbaar en werkzaam zijn in of onder hunne naburige Gemeenten te Varsseveld en Winterswijk tot dat zij naar hoop en wensch ook daarin voor zich zeiven voorzien zullen zijn.’. Hun erediensten zullen zij uitoefenen ‘in een daartoe opterichten Kerkgebouw op een stuk land op den Esch bij het dorp Aalten en wel ten Noordoosten Kadastraal bekend als tuin in Sectie I no. 1701 ter groote 12 Roeden en 40 Ellen’.Ga naar voetnoot37 Het request werd, zoals we zullen zien, ondertekend door 35 mannelijke leden. De gemeente wordt erkend bij koninklijk besluit van 12 januari 1844, no. 113.Ga naar voetnoot38 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 203]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Het eerste kerkgebouw van de Afgescheidenen te Aalten (‘1844’). De consistorie werd later gebouwd. In 1914 werd het gebouw gesloopt. Op de plek ernaast verrees in dat jaar de huidige Oosterkerk
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
5. Eerste AfgescheidenenZoals reeds aangeduid in paragraaf 2, menen wij dat voor het noemen van de eerste Afgescheidenen, afgezien van enige personen vermeld in het hervormd archief, slechts met zekerheid kan worden geput uit de
Interieur van het eerste kerkgebouw
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 204]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
ondertekening van bovengenoemd request en, voor het tijdvak 1850-1860, uit de bevolkingsregisters van Aalten. Deze elementen leiden tot onderstaand resultaat.
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 205]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Volgens de statistiek - bijlage II - bedroeg het aantal Afgescheidenen in Aalten in 1849 circa 264, in 1856 was dit 335.Ga naar voetnoot40 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
6. Ds. D. Breukelaar (1846-1888); emigratieDerk Breukelaar werd 28 december 1814 te Varsseveld geboren en overleed te Aalten 10 januari 1892Ga naar voetnoot41; hij is predikant te Aalten - zijn enige gemeente - geweest van 24 september 1846Ga naar voetnoot42 tot aan zijn emeritaat in 1888. Reeds in augustus 1843 werd door Aalten een beroep op D. Breukelaar uitgebracht - hij was toen klompenmaker. Hij begaf zich daarop naar de opleiding van A. Brummelkamp te Arnhem en werd, zoals gezegd, in september 1846 tot predikant van Aalten bevestigd. Breukelaar huwde 19 november 1847 Johanna Hendrika Pennings.Ga naar voetnoot43 Het echtpaar kreeg, wonende in de pastorie ‘'t Grotenhuis’, negen kinderen. De drie zoons Gerrit Jan, Johannes en Willem werden eveneens predikant. Breukelaar krijgt van één van zijn opvolgers een loffelijk judicium.Ga naar voetnoot44 ‘De werkzaamheid van Ds Breukelaar bepaalde zich tot een rustige bearbeiding van zijne gemeente. En daarin gaf hij zich dan ook geheel. In een deugdelijke vorming van het opkomend geslacht lag voor hem de hoop voor de toekomst; daarom werd door hem veel werk gemaakt van het catechetisch onderwijs, dat door hem uit gebrek aan beter lokaliteit gegeven werd in de “waschkamer” van het Grotenhuis. Werd hij onverwachts door andere bezigheden verhinderd zijn catechisanten te onderwijzen, dan liet hij zich vervangen door zijn uitnemende echtgenoote, die daarmee verdienstelijken arbeid heeft verricht. Om krachtig voort te bouwen op het eenmaal gelegde fundament, werd gedurende het gansche jaar driemalen per week door hem gepreekt; tweemalen op den Dag des Heeren en éénmaal op een avond in de week.’ Wat de emigratie betreft, in het kort, het volgende. Swijtink heeft gevondenGa naar voetnoot45 dat uit Aalten in 1846 voor het eerst Afgescheidenen vertrokken naar de Nieuwe wereld - onder hen waren tien gezinshoofden. In 1847 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 206]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
emigreerden drie Afgescheiden gezinshoofden. Na dit jaar is de emigratie over haar hoogtepunt heen. Van 1848 tot 1853 is er geen sprake van landverhuizing vanuit Aalten. In 1854: 54 gezinshoofden, onder wie vier Afgescheidenen. Ook in de jaren daarna komt de emigratie niet tot stilstand. Toch constateert Swijtink dat bijvoorbeeld de gemeente te Winterswijk een veel groter verlies aan leden - en aan financiële draagkracht - heeft geleden: ‘... het overgrote deel van de Afgescheidenen bleef Aalten trouw’. Bij de ramp met het stoomschip ‘Phoenix’ 27 november 1847 op Lake Michigan, waarover we schreven in het vorige hoofdstuk, kwamen de uit Aalten (Lintelo) afkomstige vroegere voorman van de Afscheiding te Varsseveld Derk Willem Navis, zijn moeder Johanna Lieftink, zijn vrouw Johanna Rexwinkel en zijn vijf kinderen om het leven.Ga naar voetnoot46
Mede door de emigratie, al is deze voor Aalten niet spectaculair, blijft de grootte van de gemeente - evenals die te Varsseveld - nagenoeg gelijk; over de jaren 1856-1862 wordt deze opgegeven als 335 leden, over het tijdvak 1863-1874 als 412. De Doleantie, ter plaatse in 1887, is in de Aaltense gemeenschap een ingrijpender gebeurtenis geworden dan de Afscheiding. Na laatstgenoemd jaar groeit het aantal Gereformeerden sterk uit. In het begin van de twintigste eeuw bereikt het zielental van de Gereformeerde kerk te Aalten de drieduizend. |
|