De Afscheiding van 1834. Deel 9. Provincie Gelderland
(1991)–C. Smits– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 178]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Hoofdstuk 14
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 179]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Vanwege de omvangrijke literatuur over de Afscheiding te Varsseveld c.a. zullen we ons in dit hoofdstuk hier en daar beperken tot het geven van een samenvatting, met verwijzing naar de desbetreffende publicatie.Ga naar voetnoot5 | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1. Het begin; notulen Hervormde kerkDe notulen van de Hervormde kerk te VarsseveldGa naar voetnoot6 van 5 april 1835 vermelden ‘... dat zommige leden de Gezangen bij den Openbare Godsdienst niet mede zongen, weinig gebruik van den gemeenschappelijken Godsdienst maakten en ter vervanging daarvan in het een of ander huis oefeningen hielden, doch niet op het uur der Godsdienst... de vergadering oordeelt dat zij zich zoo weinig mogelijk tegen de zoodanigen moest verzetten, menende dat dit de beste weg ware om geene grote scheuring aan te rigten.’ Over het houden van gezelschap in Varsseveld en naaste omgeving is verder nagenoeg niets bekend.Ga naar voetnoot7 Volgens de notulen van de kerkeraad van 4 oktober 1835 wendden Berend Groot Nibbelink (Gendringen)Ga naar voetnoot8 en Lammert Rademaker (Varsseveld) zich twee dagen daarvóór tot de Hervormde predikant L.F. Westerbeek van Eerten (te Varsseveld c.a. 1819-1845) met bezwaren die onder meer betrekking hadden op het beantwoorden van de vragen van het doopsformulier.Ga naar voetnoot9 We vinden: ‘Art.1. Maakte de predikant bekend dat zich vrijdags tevooren twee leden van deze gemeente bij hem vervoegt hadden, met name Berend Grootnibbeling en Lammert Rademaker, ten einde zoo zij betuigden over zaken den Godsdienst rakende te zamen te spreken; | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 180]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
In deze discussie sprak Groot Nibbelink als zijn overtuiging uit dat in de prediking de leer van de diepe ellende van de mens en die van de weg der verlossing niet tot hun recht kwamen. De predikant wierp hem tegen dat hij die leer volgens het ‘Catechetisch onderwijs’Ga naar voetnoot10 alsmede volgens ‘het Woord van Jezus en Zijne apostelen’ bracht, gelijk de gemeente kon getuigen en ook Groot Nibbelink zou moeten getuigen, als hij geregeld de godsdienst in de kerk bijwoonde, maar daar hij dit naliet ‘het hem ging gelijk allen, die den verachtenswaardige Scholte, gewezen predikant te Genderen aankleefden...’. Groot Nibbelink bleef er echter bij dat hij zijn kind niet wilde laten dopen in de Hervormde kerk, waarop de predikant zei ‘dat de eeuwige gelukzaligheid niet aan den doop verbonden was en dat Groot Nibbelink, wat hem aanging, zijn kind ongedoopt kon laten liggen en op zijn tijd, wanneer het tot onderscheid van jaren mocht komen, tot de Doopsgezinde christengemeente kon laten overgaan’.Ga naar voetnoot11 Nadat Groot Nibbelink en Rademaker zich enige ogenblikken hadden beraden, overhandigden zij de predikant het volgende stuk: ‘Aan de Kerkeraad van de zoogenaamde Hervormde Gemeente van Varsseveld Het trekt de aandacht dat de brief slechts is ondertekend door Rademaker, terwijl toch wordt gesproken van ‘Wij ondergeteekenden...’ - B. Groot Nibbelink scheidt zich 11 oktober 1835 schriftelijk af. In de notulen van 4 oktober 1835 lezen we tevens dat Arent Jan Klompenhouwer en zijn vrouw Christina Rexwinkel zich afscheiden.Ga naar voetnoot13 De kerkeraad besloot naar aanleiding van deze onttrekkingen ‘de afgedwaalden zoo veel mogelijk te regt te brengen of aan hun zelven over te laten. En bij aldien zij tot armoede mogten vervallen (hetwelk God verhoede) hun evenwel niet te onthouden van het centjen dat voor den armen gegeven wordt’.Ga naar voetnoot14 Nog vinden we in dezelfde notulen: | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 181]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
‘Art.8. Wat volgens het bovenstaande geschied is en wat ook nog van velen uit deze gemeente gedaan kan worden, wij houden ons aan het waarachtig geloof en de liefde, en willen het eerste voor ons zelven - de laatste aan God, Jezus Christus, ons zelven en den naaste betonen’. De notulen van de kerkeraad van 11 oktober 1835 vermelden de afscheiding per brief van Gerrit Geesink, Berend Groot Nibbelink en Johanna Geertruid Hofs (de vrouw van Hendrik te Ronde). Aangezien Groot Nibbelink het stuk heeft geschreven, ontvangt hij een schrijven waarin onder meer staat ‘... dat wij met zeker leedwezen zijne missive gelezen hadden; dat wij hem aanraden om Gods Woord met meer verstand te lezen, en dat wij in zijne afscheiding berusten, hem daarbij het gebruik des Avondmaals en het ten doop houden van zijn kind verbiedendeGa naar voetnoot15 tot dat hij beterschap in dezen belooft en bewezen zou hebben’.Ga naar voetnoot16 In een aantekening na laatstgenoemde notulen vinden we dat ‘Hendrik Jan Hengeveld uit het bredenbroek en Ruesink anders den Soeten genaamd van de vroedvrouwGa naar voetnoot17 zich insgelijk hebben afgescheiden’. Tenslotte: ‘Dewijl er geen bijzonderheden waren, welke eene vergadering voor het Avondmaal in Jannuarij en April noodzakelijk maakte, zoo zij dit tot bewijs dat er geene meerdere Separatisten in deze Gemeente zijn opgegeven, althans zich niet hebben aangegeven’. Hierboven registreerden we acht personen; in het rapport van het classicaal bestuur van Zutphen circa 1 februari 1836 wordt gesproken van vijf Afgescheidenen te Varsseveld c.a.Ga naar voetnoot18 Alvorens dit ‘bericht’ van commentaar te voorzien, noemen we een laatste gegeven aangaande de Afscheiding in de hervormde notulen. In mei 1838 vinden we dat drie broers Wildenbeest, JanGa naar voetnoot19, Lammert en Roelof, ter vergadering komen. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 182]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Zij behoren ‘tot de secte der separatie’. Zij uitten verscheidene klachten inzake de leer van de predikant ‘hetwelk tot vervelens toe duurde’.Ga naar voetnoot20
Noch het getal vijf, noch het aantal acht, hierboven genoemd, geeft echter de stand van zaken met betrekking tot de Afgescheidenen aan per 1 februari 1836. Want reeds circa 5 november 1835 doet zich het merkwaardig feit voor dat 19 volwassenen mede voor 28 kinderen zich met een brief richten tot ds. H.P. Scholte, dan te Gorinchem.Ga naar voetnoot21 De groep verklaart verspreid te wonen over ‘Gendringen, Dinxperlo, Aalten en Wisch’. Men acht zich verplicht zich met Scholte en zijn gemeente te ‘hereenigen’ en in deze gemeenschap te worden ‘op en aangenomen’. Het meest de aandacht trekt, niet de precieze inhoud van de brief, maar de omstandigheid dat hij werd geschreven. Het is niet duidelijk hoe de voorman Berend Groot Nibbelink er toe is gekomen zich tot Scholte te wenden.Ga naar voetnoot22 Een ambtelijke relatie tussen laatstgenoemde en de Afgescheidenen te Varsseveld is niet tot stand gekomen, maar het schrijven leert ons, dat er eind 1835 te Wisch, Dinxperlo en Gendringen (‘Varsseveld c.a.’)Ga naar voetnoot23 ongeveer negentien Afgescheidenen - behalve de kinderen - woonden. Wellicht hebben niet allen hun onttrekking aan de Hervormde kerk schriftelijk gemeld, bijvoorbeeld aangezien zij niet-lid-maten waren. De namen van de elf nog niet genoemde ondertekenaars zijn de volgende:
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
2. Plaatsen van samenkomst; vervolging; ‘doopdiensten’Zoals reeds gezegd, Varsseveld was de moeder-gemeente voor de Afgescheidenen in de Achterho ek. Reeds vóór de instituering in 1837 kwam men samen, in de gemeente Wisch bij A. Colenbrander, A. Heinen, A.J. Klompenhouwer en L. Oberink, in Aalten (Lintelo) bij D.W. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 183]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Navis, alsmede in Gendringen (Breedenbroek) bij B. Groot Nibbelink.Ga naar voetnoot25
Hoewel het veelvuldig-houden van samenkomsten door de Afgescheidenen in de Achterhoek niet heeft geleid tot inkwartiering - zoals in andere delen van Gelderland - mag op grond van verstoring van godsdienstoefeningen en veroordeling door de rechtbank te Zutphen ook voor Varsseveld en omgeving worden gesproken van vervolging. We noemen in de eerste plaats het gebeuren rond een samenkomst 12 februari 1836 onder Varsseveld gehouden in de woning van kleermaker Evert Heinen. Als de vergadering enige tijd gaande is, treden de vrederechter en de burgemeester binnen. In de buurt zijn ook enige ‘gerechtsdienaren en veldwachters’. D. Koops - voor zover we weten nietafgescheiden - is dan bezig met het uitspreken van een gebed. Na een daartoe gegeven bevel werd de vergader-ruimte ‘binnen weinige oogenblikken ontruimd’. De burgemeester over de samenkomst rapporterende aan de gouverneur van Gelderland merkte onder meer op ‘... dat mij kennis was gegeven dat op gisterenavond onder Varsseveld eene vergadering zoude gehouden worden van personen die zich werkelijk of met de daad afscheiden van het erkend Hervormde kerkgenootschap, en dat men tevens in die vergadering over zou gaan tot het benoemen of kiezen van ouderlingen en diaconen’.Ga naar voetnoot26 Onzes inziens kan niet met zekerheid worden gezegd dat het voornemen bestond ambtsdragers te verkiezen. Merkwaardig is wat de officier van justitie bij de rechtbank te Zutphen, mr. W.L.F.C. van RappardGa naar voetnoot27 - ook hij ontving, evenals de gouverneur, een proces-verbaal - over de bijeenkomst van 12 februari schreef aan de vrederechter van het canton Ter-Borg (deze zond een afschrift aan de burgemeester).Ga naar voetnoot28 Uit zijn woorden blijkt dat hij een eigen en (tegenover zijn superieuren) onhoudbare uitleg gaf aan artikel 291 van het wetboek van strafrecht.Ga naar voetnoot29 ‘Ik heb de eer gehad te ontvangen het bij UWEG. missive gevoegd Proces Verbaal betrekkelijk de te Varsseveld gehouden Godsdienstige vereeniging, mogende ik niet afzijnGa naar voetnoot30 UWEG. mijne bijzondere tevredenheid te betuigen over de wijze waarop deze zaak door UWEG. is behandeld en geconstateerd. Het was mij hierbij aangenaam te vernemen dat geen afgezette Predicant aan het hoofd der vereeniging is gevonden en dat men ook niet is overgegaan tot | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 184]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
het benoemen van ouderlingen of diaconen of tot het constitueeren van een nieuwe Godsdienstige gezindheid. In mijne wijze van zien is dan ook een vervolging voor de correctioneele Regtbank minder doelmatig, en zal ik mij bepalen met de hoofdpersonen Koops en KlompenhouwerGa naar voetnoot31 gelijk met de persoon van Evert HeinenGa naar voetnoot32 in het Parket te ontbieden en ernstig over hun gedrag te onderhouden waartoe eene dagvaarding hierbij gaat. Op 27 en 28 maart 1837-27 maart was tweede Paasdag - werden de Afgescheidenen te Varsseveld c.a. voor de tweede maal geconfronteerd met de justitie. De samenkomsten werden gehouden op de boerderij ‘Holderslag’, Breedenbroek, gemeente Gendringen - thans Brokkenstraat 12 - bewoond door het gezin B. Groot Nibbelink. Zij werden geleid door ds. A. Brummelkamp. Op 27 maart, 's avonds, waren 200 à 300 mensen bijeen. Op 28 maart, 's morgens, werden zes kinderen gedoopt - het was de eerste ‘doopdienst’. De beklaagden in de naar aanleiding van deze samenkomsten aangespannen rechtbank waren:
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 185]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Op 27 maart zijn Groot Nibbelink en Rademaker bevestigd als ouderling, Te Ronde en Klompenhouwer als diakenGa naar voetnoot33 - zij worden mitsdien gekwalificeerd als ‘bestuurders of bewindvoerders’. Bovenstaande gegevens maken duidelijk dat 27 maart 1837 de datum is van de instituering van de gemeente te Varsseveld; tevens behelzen zij de namen van de eerste ambtsdragers. In plaats van ouderling B. Groot Nibbelink werd 30 juni 1838 Arent Colenbrander gekozen (bevestiging 3 november 1838). Op 28 maart 1837 werden de volgende kinderen gedoopt:
Brummelkamp wordt 17 mei 1837 te Zutphen veroordeeld tot betaling van ƒ 100,- boete, Groot Nibbelink tot ƒ 50,- en de andere beklaagden elk tot ƒ 25,-; totaal ƒ 225,-, vermeerderd met ƒ 18,89 aan kosten.Ga naar voetnoot35
In één adem noemen we de tweede en derde ‘doopdienst’. De tweede werd gehouden vrijdag 8 september 1837 op de boerderij 't Heegt van Arent Jan Klompenmaker, thans Entingweg 1 te Varsseveld. Er werden drie kinderen gedoopt.Ga naar voetnoot36 De burgemeester van Wisch schrijft hierover aan de officier bij de rechtbank te Zutphen onder meer dat de vergadering uit slechts twaalf à dertien mensen - onder wie A. Brummelkamp - | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 186]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
heeft bestaan ‘en alzoo de ten dezen opzichte bestaande verordeningen niet zijn overtreden’. De burgemeester heeft Klompenhouwer verzocht ‘telkens, wanneer er eene vergadering mogt gehouden worden, mij of iemand van het gemeentebestuur daarvan zou kennis geven; hij heeft zulks echter niet aangenomen...’.Ga naar voetnoot37 De derde bediening van de doop wordt verrricht door A. Brummelkamp op zaterdag 30 juni 1838 tijdens een ‘gemeente-vergadering’ bij Evert of Lammert Oberink. Ook deze samenkomst leidt niet tot een vonnis van de rechtbank te Zutphen.Ga naar voetnoot38
In het archief van de arrondissementsrechtbank te Zutphen berusten drie vonnissen aangaande de Afgescheidenen te Varsseveld; zij werden geveld in 1839 en 1840. Op 30 juni 1839 is ten huize van A.J. Klompenhouwer een ‘vereeniging’ van meer dan twintig personen gehouden; het avondmaal is bediend en enige leden hebben belijdenis des geloofs afgelegd. Aanwezig waren een kleine tweehonderd personen. Aan het avondmaal namen dertig à veertig personen deel. De burgemeester van Wisch vermeldt in zijn procesverbaal dat ‘alle Zondagen dergelijke bijeenkomsten worden gehouden’. Anthony Brummelkamp heeft de dienst geleid. Hoewel Arent Colenbrander, 32 jaar, landbouwer, Lammert Rademaker en Dirk Veldhorst, 35, landbouwer, aanvankelijk in staat van beschuldiging zijn gesteld, worden zij door de rechtbank 1 oktober 1839 vrijgesproken. Zij zijn slechts aanwezig geweest, maar hebben geen daden van beheer verricht - A.J. Klompenhouwer heeft wijselijk zelf gecollecteerd. Op dezelfde datum als hiervoor genoemd wordt A. Brummelkamp veroordeeld tot betaling van ƒ 100,- en A.J. Klompenhouwer tot ƒ 50,-.Ga naar voetnoot39 Bij vonnis van 7 oktober 1840 worden Klaas Wildeboer, 30, bedienaar des Goddelijken Woords, geb. te Oude Pekela en wonende te Rijssen alsmede A.J. Klompenhouwer veroordeeld wegens een godsdienstoefening gehouden op de boerderij van laatstgenoemde op 19 augustus. Wildeboer krijgt ƒ 50,- boete, Klompenhouwer ƒ 25,-.Ga naar voetnoot40 Tenslotte: op 25 november 1840 worden A. Brummelkamp, ‘predikant bij de gemeente der Afgescheidenen te Schiedam’ en A.J. Klompenhouwer veroordeeld wegens een samenkomst op 5 oktober 1840 op de boerderij van laatstgenoemde gehouden. Er waren circa 300 personen bijeen. Brummelkamp, als oude bekende van de rechtbank, wordt opnieuw beboet, met ƒ 100,-, Klompenhouwer met ƒ 50,-.Ga naar voetnoot41 | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 187]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
3. Eerste AfgescheidenenDe Afgescheidenen die in de beginjaren tot de gemeente Varsseveld c.a. behoorden, woonden, zoals we reeds aanstipten in de burgerlijke gemeenten Wisch, Gendringen, Dinxperlo, Aalten (met Bredevoort), Winterswijk en Groenlo.Ga naar voetnoot42 In 1841 werd Winterswijk, circa 1843 werd Aalten zelfstandig. Vanwege de grote aantallen der leden, zullen we in deze paragraaf de leden uit Aalten, Bredevoort, Winterswijk en Groenlo niet vermelden; zij worden genoemd in de hoofdstukken 15 (Aalten) en 16 (Winterswijk). Ook de namen van de kinderen laten we achterwege. Voor enige bijzonderheden die we hieronder zullen weglaten, verwijzen we naar eerdere publicaties.Ga naar voetnoot43 Reeds vermeldden we dat de gemeente te Varsseveld c.a. in 1848, dat wil zeggen na het zelfstandig-worden van Aalten en Winterswijk alsmede na de aderlating door emigratie in 1846 en 1847,Ga naar voetnoot44 circa 330 zielen omvatte. De volkstelling van 1849 geeft aan aantallen Afgescheidenen: Wisch (Varsseveld) 162, Dinxperlo 64, Gendringen 67, Aalten 264 en Winterswijk 53; totaal 610. In Wisch, Dinxperlo en Gendringen tezamen woonden er 293. We menen derhalve te moeten vasthouden aan bovengenoemd aantal van circa 330 zielen van Varsseveld c.a. rond 1848.Ga naar voetnoot45 In onderstaande lijst zijn de leden vermeld die in 1835 tot circa 1840 lid werden. Cursief = tekent in 1841 een nog te noemen request aan de Koning
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 188]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 189]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
4. Erkenning; eerste kerkgebouwGedateerd 16 februari 1841 wendt de gemeente zich met een request tot de Koning, waarin zij haar verlangen te kennen geeft ‘in de Burgerlijke Maatschappij erkend en toegelaten te worden’.Ga naar voetnoot47 Verklaard wordt onder meer dat men het Utrechtse reglement heeft aangenomen; dat A. Colenbrander G.J.z. en L. Rademaker ouderling zijn, alsmede A.J. Klompenhouwer en H. te RondeGa naar voetnoot48 diaken en dat | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 190]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
‘wij ter uitoefening onzer openbaare Godsdienst een gebouw wenschen te vervaardigen. Dat wij intusschen onze openbaare eeredienst wenschen uitteoefenen in een schuur bij A. Colenbrander onder Varsseveld Wijk C 514’.Ga naar voetnoot49 Het adres werd ondertekend door 41 personen, van wie we de namen in de vorige paragraaf hebben gegeven (cursief gedrukt). De gemeente wordt erkend bij koninklijk besluit van 8 juni 1841, no.94.Ga naar voetnoot50
Na enige verwikkelingen inzake de keuze van een stuk grond voor kerkbouw wordt begin 1842 een gedeelte van het terrein van de reeds genoemde boerderij ‘De Keurhorst’ buurtschap Sinderen onder Varsseveld gekocht, de plaats van het huidige bedehuis.Ga naar voetnoot51 Het kerkgebouw werd midden 1842 in gebruik genomen. In 1844 wordt in de onmiddellijke omgeving - eveneens op het terrein van ‘De Keurhorst’ - een pastorie gebouwd; de eerste predikant Jan Wildenbeest is dan reeds meer dan een jaar - namelijk sedert 15 januari 1843 - in de gemeente werkzaam. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
5. Gemeentelijk leven 1838-1854Ga naar voetnoot52Hoewel het ontstaan en de eerste ontwikkeling van de gemeente te Varsseveld c.a. in het kader van de geschiedenis der Afscheiding alle aandacht verdient - immers zij was de ‘moedergemeente’ in de Achterhoek - valt aangaande haar verdere leven slechts weinig te vermelden. Het verwondert derhalve niet dat zij in de classicale notulen, afgezien van de ‘presentie’ slechts een enkele maal wordt genoemd. Ook moeten we constateren dat het aantal notulen over het door ons behandelde tijdvak betrekkelijk gering is; er werden - voor zover kan worden nagegaan - weinig vergaderingen gehouden.Ga naar voetnoot53 We zullen ons beperken tot enige hoofdzaken.
Het eerste gebeuren waardoor het leven der gemeente enigszins werd verstoord - een zaak die tot 1854 aan de orde blijft! - is de verwikkeling rond de voorman Berend Groot Nibbelink (1805-1862), wonende op ‘Holderslag’ te Breedenbroek, gemeente Gendringen. Op 1 augustus | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 191]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1833 huwde hij te Wisch, als weduwnaar van Gerritje Rexwinkel, Hendrika Krienen, halfzuster van laatstgenoemde. De bruidegom is dan 28 jaar, de bruid 16.Ga naar voetnoot54 Als in zovele Afgescheiden gemeenten heeft een zodanig huwelijk - van een man met een hele of halve zuster van zijn overleden vrouw - ook te Varsseveld moeiten gegeven.Ga naar voetnoot55 Aanstonds na de bevestiging van Groot Nibbelink tot ouderling - 27 maart 1837 - rezen er in de gemeente bezwaren tegen zijn bediening: dit tweede huwelijk zou ‘bloedschendig’ zijn. Via classis en provincie kwam deze zaak - als vraag - op de synode 1837. Deze vergadering oordeelde dat zij, op grond van Gods Woord geen vrijheid vond een huwelijk als het bedoelde bloedschendig te verklaren en te verbieden. ‘Evenwel oordeelt de Synode, over zulk eene gewigtige zaak geen overhaastend oordeel te moeten vellen, maar in deze het oordeel der buitenlandsche kerken te moeten vragen’.Ga naar voetnoot56 Nadat op grond van deze voorlopige conclusie de provinciale vergadering van Gelderland van 7 februari 1838 Groot Nibbelink had opgewekt zijn ontslag als ouderling te vragen, legde hij aanstonds zijn ambt neer.Ga naar voetnoot57 In juni 1846 werd Groot Nibbelink opnieuw als ouderling gekozen, en ook deze maal werd uit de gemeente bezwaar ingebracht op grond van zijn huwelijk met de halfzuster van zijn overleden vrouw.Ga naar voetnoot58 De kerkeraad brengt het geval op de provinciale vergadering, doch door haar wordt deze zaak terugverwezen naar kerkeraad en gemeente te Varsseveld. Groot Nibbelink werd daarop in zijn ambt bevestigd.Ga naar voetnoot59 Na het overlijden van ds. J. Wildenbeest - 5 april 1852; men zie hierna - begeert de gemeente haar ouderling Groot Nibbelink als predikant. Op 22 oktober wordt een gemeentevergadering gehouden waar 75 belijdende leden aanwezig zijn. Handelend over het beroepingswerk, worden 45 stemmen uitgebracht op B. Groot Nibbelink en 23 op J.W. ten Bokkel, dan predikant te Ommen.Ga naar voetnoot60 De gekozene vraagt voorzichtigheidshalve | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 192]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
advies van de classicale vergadering en deze oordeelt dat deze roeping naar den Woorde Gods was, en hij haar moest opvolgen. Groot Nibbelink begeeft zich dan naar de opleiding van A. Brummelkamp te Arnhem.Ga naar voetnoot61 In deze jaren komt de zaak van het ‘bloedschendige huwelijk’ tweemaal op een generale synode. Die van 1840 verwierp het huwelijk van een man met de zuster van zijn overleden vrouw, hoewel zij tevens uitsprak dat het in een ‘gewoon lid’ kon worden gedragen als het reeds was gesloten.Ga naar voetnoot62 De synode van 1849 bevestigde het gevoelen van haar voorgangster in 1840,Ga naar voetnoot63 die van 8 tot 29 juni 1854 eveneens.Ga naar voetnoot64 De uitspraak van de synode 1854 is voor B. Groot Nibbelink aanleiding zich te wenden tot de classicale vergadering van 12 juli 1854. We vinden het volgende: ‘De broeder Nibbelink verzoekt de vergadering hem te ontslaan van zijn ouderlingschap naardien de Synodale vergadering aangaande een huwelijk met de zuster zijner overledene vrouw verwezen heeft naar het bepaalde op de Synode 1840 en 1849 waarvan hoofdzaak is, omdat het niet welluidt; als lid dragen, maar niet het opzienersambt te bekleeden. De vergadering oordeelt: B. Groot Nibbelink is tot zijn overlijden in 1862 ouderling gebleven, maar zoals uit het bovenstaande valt af te leiden, is het niet gekomen tot zijn ordening als predikant. Enige maanden na de classicale uitspraak wordt J.F. Bulens bevestigd: 8 november 1854.
Van midden 1838 tot eind 1839 wordt de gemeente beroerd door de stellingen van D. Coops, wever, te Heurne, gemeente Dinxperlo. Uit de notulen van de kerkeraad blijkt dat Coops en zijn aanhang - onder wie B. Ovink - afzonderlijk bijeenkomen, maar van tijd tot tijd de ‘gemeentevergaderingen’ te Varsseveld bezoeken. De in het gezelschap Coops verkondigde meningen over doop, bekering en structuur van de kerk zijn uiterst verward. Het is niet van belang deze te vermelden, temeer daar Coops c.s. aan de gemeente leerstellingen toeschrijven, waarvan geen sprake is. Tijdens één van de gemeentevergaderingen merkt ds. Brummelkamp op - hij is als ‘consulent’ aanwezig - ‘dat de Satan door soortgelijke dingen, waarin misverstand heerscht, de gemeente zoekt te verderven’. Nadat de kerkeraad aan de groep Coops enige brieven heeft geschreven, breekt alle contact af. Het blijkt dat Coops nimmer tot de | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 193]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
gemeente heeft behoord, haar ook niet wenst te erkennen; B. Ovink wordt begin 1840 weer Hervormd.Ga naar voetnoot66
In het voorgaande viel het woord ‘gemeentevergaderingen’. Het is een verschijnsel dat we aantreffen in het eerste en tweede notulenboek van de kerkeraad. In de vergaderingen gehouden van 1838 tot 1854 vinden we dat steeds een groter of kleiner aantal belijdende mannelijke leden met de kerkeraad bijeenkomt. Scholten merkt op dat er in 1863 - negen jaar na de komst van ds. J.F. Bulens - voor het eerst ‘een officieele kerkeraadsvergadering gehouden wordt’.Ga naar voetnoot67 Het is een bijzonderheid die we in meer Afgescheiden gemeenten, ook in dit werk, hebben gevonden of nog zullen vinden. Op deze zaak heeft J. van der Sluis voor een belangrijk deel zijn boek Het independentisme in de Graafschap... gebaseerd. Na een brede historische inleiding komt de schrijver tot de conclusie dat het independentisme naar zijn grondvorm de volgende hoofdtrek vertoont: ‘De Independenten gaan uit van de verkiezing. De Heere heeft volgens hen sommigen van eeuwigheid uit louter genade voor de zaligheid bestemd. Die verkorenen roept Hij krachtdadig door Zijn Geest en Woord, zoodat zij komen tot levend geloof. Uit zulke uitverkorenen alleen mag een gemeente bestaan. Slechts hij, die bewijs van zijne verkiezing kan geven, mag in een gemeente worden opgenomen. Krachtens deze verkiezing staan in een gemeente alle leden gelijk. De een mag niet over den ander, maar slechts met den ander regeeren. Het Independentisme erkent dus slechts het recht van het individu, den persoon. Bovendien alleen het recht van het individueele, het persoonlijke... De vergadering der uitverkorenen regeert dus zichzelf en de ambtsdragers hebben slechts uitvoerende macht... Omdat alle uitverkorenen gelijk staan, mag de eene uitverkorene niet over den ander, maar slechts met den ander regeeren. De eene vergadering van geloovigen staat dus met de andere gelijk. Classikale, Provinciale en Synodale vergaderingen hebben wel eene raadgevende, maar geen beslissende macht.’Ga naar voetnoot68 Welnu, hoewel ‘Varsseveld’ dient te worden getypeerd als een van de Brummelkampiaanse, ‘Gelderse’ gemeenten, kan toch niet worden gezegd dat dit independentisme in haar werd gevonden.Ga naar voetnoot69 Bedoelde gemeenten kenmerken zich door een zekere onverschilligheid ten aanzien van de Dordtse kerkenorde, maar er is geen enkele aanwijzing of uitspraak die aantoont dat het door Van der Sluis beschreven independentisme te Varsseveld, ruimer gezegd in de Achterhoek onder de Afgescheidenen ingang heeft gevonden. Het gebeuren met G.J. Groot Nibbelink bewijst het tegendeel, Gerrit Jan Groot Nibbelink, oudere broer van Berend, werd in 1802 te Varsseveld geboren en overleed 11 maart 1876 te Silvolde. In 1834 verhuisde hij als ongehuwde jonge man met zijn ouders en zijn broer Adolf naar boerderij | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 194]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Velds te Silvolde. Het gezin werd, komende van de Hervormde gemeente te Varsseveld, ingeschreven in de registers van die te Silvolde. De moeder en de beide zoons voegden zich in 1835 bij de Afgescheidenen te Varsseveld c.a. Van 1838 tot 1844 fungeert Gerrit Jan als scriba van de kerkeraad, zonder dat hij ambtsdrager is. Eind 1844, onder het predikantschap van J. Wildenbeest, toont G.J. Groot Nibbelink dat hij de beginselen van het zuivere independentisme is toegedaan. We vinden hierover in de notulen van de kerkeraad ‘Is door G.J. Groot Nibbelink voorgesteld en aangedrongen dat alle leden der gemeente gelijk raad en bestier hadden over de Leer, Tucht en Dienst in de gemeente. En dat het Ambt van den Leeraar en ouderlingen zich in dezen alleen onderscheidde in werking,Ga naar voetnoot73 waartegen door den Leeraar en een der ouderlingen is geprotesteerd en hun gevoelen verklaard, als dat zij door den Heere tot opzieners waren gesteld, en ook aan den Heere verantwoording waren verschuldigd. Maar dat ingeval er eenig Lid mogte zijn, die vermeende eenige reden tot beklag te zien, zij dan ten allen tijd verantwoordelijk zijn voor hun doen. Verder is nog weer veel gesproken over het houden van Classicale en Provinciale vergaderingen, maar eindelijk besloten om zulks te laten rusten tot eene volgende vergadering.’.Ga naar voetnoot74 In de notulen van de volgende vergadering lezen we dat de discussies over bovengenoemde onderwerpen worden ‘gestaakt’, opdat, aldus ds. Wildenbeest ‘er toch geene verbreking der gemeente uit mogte vloeijen’.Ga naar voetnoot75 Maar op 19 mei 1845 wordt de bespreking voortgezet. Ds. Wildenbeest verklaart dat de Heere door middel van Zijn gemeente opzieners roept ‘om de Gemeente te leeren, te leiden, te regeren naar Zijn Woord’ en dat de gemeente ‘in zaken die in verschil zijn als ook in algemeene zaken moeten handelen met Classen, Provinciale en Sinodale vergaderingen’. G.J. Groot Nibbelink stelt daartegen ‘dat de Opzienders hunnen last wat te leeren, hoe te regeeren moeten ontvangen van al de leeden der Gemeente, en dat men geene Classen, Provinciale en Sinodale vergaderingen moet erkennen om in vereeniging met hen te handelen - en zoo is de zaak tegen Eikanderen blijven staan.’.Ga naar voetnoot76 We zien uit het voorgaande dat ds. Wildenbeest één en andermaal de gereformeerde leer ten aanzien van de regering der kerk naar voren | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 195]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
brengt. Er is bij hem geen spoor van independentisme. En er is niets wat kan doen vermoeden dat G.H. Groot Nibbelink met zijn gevoelens in de gemeente ingang heeft gevonden. Zoals we reeds aanstipten: de naam van laatstgenoemde wordt nà 1845 niet meer gevonden, noch in de notulen noch in een nieuw-aangelegd ledenregister.
Jan Wildebeest, die we in dit hoofdstuk reeds noemden, werd in 1808 te Gendringen geboren. Hij voegde zich 24 juni 1839 bij de gemeente. Reeds 11 september 1839 werd hij door haar tot predikant begeerd. Enige weken later begaf hij zich naar ds. A. Brummelkamp te Hattem, teneinde door deze te worden opgeleid. Met Brummelkamp verhuisde hij naar Schiedam en van daar in 1842 naar Arnhem. Hoewel hij zeer opzag tegen de heilige bediening, onderwierp hij zich 10 november 1842 aan het vereiste examen voor de provinciale vergadering van Gelderland en werd 15 januari 1843 te Varsseveld bevestigd door ds. Brummelkamp.Ga naar voetnoot77 Gezegd mag worden dat Wildenbeest met een gebrekkige opleiding ‘van achter de ploeg’, de gemeente Varsseveld c.a. op een bekwame wijze heeft bediend. Enige malen werd door hem voor een beroep bedankt. Hij overleed na een korte ziekte 5 april 1852, op 43-jarige leeftijd.Ga naar voetnoot78 | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
6. Gemeentelijk leven 1854-1869Aangaande dit tijdvak kan weinig anders worden genoemd dan dat Johan Fredrik Bulens predikant was. Bulens werd 2 november 1820 te Dordrecht geboren en overleed te Varsseveld 17 december 1889. Circa 1830 verhuisde zijn ouderlijk gezin naar Velp, waar zijn vader een schoenmakerszaak opende. In 1832 overleed in genoemde plaats zijn moeder. Het gezin viel uiteen: Johan Fredrik werkte in Arnhem, maar bleef in Velp wonen; hij werd opgeleid tot schoenmaker. Met zijn verloofde Helena Maria Catharina Oosterman ging hij over tot de Afgescheiden gemeente te Arnhem en na zijn huwelijk in 1846 stelde een enigszins bemiddelde vrouw hem in staat de predikantsopleiding van Brummelkamp te Arnhem te volgen. Hij stond te Varsseveld van 8 november 1854 tot aan zijn overlijden 17 december 1889. Hij was de drijvende kracht bij het stichten van een christelijke school te Varsseveld; deze kon, nadat vele moeilijkheden waren overwonnen, 13 mei 1868 worden geopend. Ook van hem mag worden gezegd, dat hij de gemeente, die in de beginjaren ook Doetinchem omvatte, op een goede en wijze manier heeft geleid.Ga naar voetnoot79 | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
7. EmigratieTot slot van dit hoofdstuk een enkel woord over de Afgescheiden emigranten uit de gemeente Wisch gedurende de jaren 1845-1850, van wie minstens 22 personen zijn omgekomen voor zij hun bestemming | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 196]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
hadden bereikt. Volgens L. Hoogkamp moeten de volgende namen van gezinshoofden of alleenstaande personen worden genoemd.Ga naar voetnoot80
Bij de grote ramp met het stoomschip ‘Phoenix’ op Lake Michigan 27 november 1847 - het schip ging door brand onder - kwamen van de, 171 opvarenden 144 personen om het leven. Het aantal omgekomen Nederlanders wordt berekend op 127.Ga naar voetnoot82 Voor de gemeente te Varsseveld luidt de lijst van verongelukten - althans voor zover bekend - als volgt: Arent Colenbrander en zijn vrouw Christina Geesink met vijf kinderen; Hendrik Jan te Kotte en zijn vrouw Aaltjen Nagel met vier kinderen; Lammert Oberink en zijn vrouw Willemiena Hofs met drie kinderen;Ga naar voetnoot83 Roelof Wildenbeest, weduwnaar met drie kinderen. |
|