De Afscheiding van 1834. Deel 9. Provincie Gelderland
(1991)–C. Smits– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 155]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Hoofdstuk 12
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1. TyperingOver de voorgeschiedenis van de Afgescheiden gemeente te LunterenGa naar voetnoot2 is weinig bekend. In de eerste plaats: het archief van de Hervormde gemeente in genoemd dorp bevat geen gegevens aangaande de Afscheiding. Verder: mag het dan in de jaren na 1834 niet op grote schaal zijn gekomen tot een zich officieel losmaken van de Hervormde kerk, feitelijk braken velen in de streek Barneveld, Lunteren en Ede met dit genootschap en zochten hun heil in gezelschappen.Ga naar voetnoot3 We noemen slechts één voorbeeld, zij het ook uit het tijdvak 1870 tot 1880. ‘In de Lunterse buurtschap NederwoudGa naar voetnoot4 kwamen in de jaren zeventig los van enige kerk gezelschappen bijeen bij W. Meiling op “Bitterschoten” en bij Kees [Cornelis] VersteegGa naar voetnoot5 in “De Kromme Hoek”. Soms preekte er ook wel een oefenaar, zoals in de mulderswoning van de Walderveense molen, waar Aart Pol oefende en in boerderij “De Kuit” van Wouter Koudijs. Bekende oefenaars uit die tijd waren Jan Alberts uit Utrecht en Jacob Floor uit Loosdrecht. Kerkelijk vonden de gezelschapsmensen een onderdak bij een van de “kleine kerken” in de omgeving, de afgescheiden gemeenten te Lunteren, Scherpenzeel of Renswoude, terwijl de hervormden die het in Lunteren onder de voorwerpelijke prediking niet konden uithouden, naar Ede liepen om daar ds. W. Kraijenbelt | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 156]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
of later ds. W.R. Kalshoven te beluisteren. Onder hen was ook de Lunterse schaapsherder Hendrikus Roelofsen.’Ga naar voetnoot6 Reeds uit dit citaat zien we, welk een bijzonder terrein - met vele namen - we hebben betreden. Een wereld echter, die wel overlevering, doch weinig schriftelijke neerslag, en zeker geen notulen, heeft opgeleverd. Wenden we ons tot de historie van de Afgescheiden gemeente te Lunteren. Haar geschiedenis is voor onze studie kort - immers tot 1869; bovendien valt er over de eerste jaren van haar bestaan weinig te vermelden. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
2. Het ontstaan van de Afgescheiden gemeente; beginjarenIn de beide hiervóór genoemde gedenkschriften van ‘Lunteren’Ga naar voetnoot7 wordt vermeld dat de oudste gegevens slechts kunnen worden ontleend aan een opstel geschreven door W. de Nooij ‘Herinnering van het ontstaan van de Gereformeerde Kerk te Lunteren’.Ga naar voetnoot8 De Nooij werd in 1853 te Lunteren geboren en woonde daar ten huize van zijn grootouders tot 1873. Ook hij moet hebben geput uit overlevering, althans voor de vijftiger jaren. De Nooij dan vertelt dat de Hervormde kerk te Lunteren in de jaren rond 1850 werd bediend door een ‘liberale’ predikant. Deze, J.G. van den Steen kwam als candidaat te Lunteren in 1832 en hij bleef aldaar zonder een beroep te hebben ontvangen, tot zijn emeritaat in 1871. Zijn kerkeraad was van dezelfde liberale kleur ‘en daarbij zeer onkundig in de zaken van Gods Woord, maar wel zoo wijs dat van de menschen die Gods Woord lief hadden in het ouderlingenambt niemand gekozen werd’. In het dorp heersten drankmisbruik en bijgeloof.Ga naar voetnoot9 In de vijftiger jaren wordt te Lunteren een beweging tot ‘afscheiding’ merkbaar. Het is niet duidelijk of deze ontwikkeling is op gang gebracht en bevorderd door personen van buiten deze plaats. Vaag komt de vermaarde ds. Cornelis van den Oever naar voren en gezien de gang van zaken rond 1862 lijkt ons dit niet onwaarschijnlijk.Ga naar voetnoot10 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 157]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Rond 1861 tekenen zich te Lunteren twee groepen af die voor ons onderwerp van belang zijn. De éne omvat een aantal personen die lid zijn van de Afgescheiden gemeente te Renswoude, de andere is een gezelschap dat vergadert bij smid G.J. Koops is de Dorpsstraat. Over elk van beide groepen een enkel woord. In het VIERDE DEEL hebben we de Afgescheiden gemeente te Renswoude behandeld. De afstand Lunteren-Renswoude is hemelsbreed ruim zes kilometer. In het oudste ledenregister van ‘Renswoude’ vinden we dat nà 1859, maar vóór 1864 zich de volgende personen uit Lunteren bij Renswoude aansloten.Ga naar voetnoot11
De personen van wie de namen cursief zijn gedrukt vinden we onder de eerste leden van de Afgescheiden/Kruisgemeente te Lunteren. Deze ‘buiten’-gemeente van Renswoude vergaderde op de boerderij van Aart Lagerweij in Meulunteren. De meeste van de genoemden woonden in Meulunteren of in Neder- en Oeverwoud ten noorden van Lunteren. Circa 1864 is Lagerweij ouderling van Renswoude en Rijk Evers diaken. In mei 1863 vraagt en ontvangt ouderling Gerrit Jan Hendriks - één van de eerste Afgescheidenen te Renswoude aan de classicale vergadering verlof eens in de veertien dagen naar Lunteren te gaan ‘om de godsdienstoefening te leiden’, aangezien een groot gedeelte van de gemeente aldaar woont.Ga naar voetnoot12 Zoals reeds aangestipt, vinden we - circa 1864 - enige leden van deze groep bij de in 1862 geïnstitueerde gemeente te Lunteren; van de anderen weten we weinig. Vaststaat dat de ‘buiten’-gemeente van Renswoude te Lunteren na 1869 niet meer wordt genoemd.
Volgens het ‘opstel’ van W. de Nooij vergaderde rond 1860 de andere groepGa naar voetnoot13 bij de genoemde Gerrit Jan Koops. We lezen dat daar onder anderen samen kwamen
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 158]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
In het eerste notulenboek van de Afgescheiden gemeente te LunterenGa naar voetnoot15 vinden we de aantekening: ‘De Gereformeerde gemeente onder 't Kruis te Lunteren werd door de prediking des Woords in het jaar 1862 (5 Augustus) gesticht en heeft hare openbare godsdienstoefening tot het jaar 1864 door gebrek aan een kerkgebouw in het huis van G.J. Koops te Lunteren uitgeoefend. In het bovengenoemde jaar 1864 heeft de gemeente een kerkgebouw en pastorij aangekocht. Bij dit citaat is enige toelichting op haar plaats. Reeds uit de naam van de gemeente is het duidelijk dat zij als Kruisgemeente is ontstaan, nader behorende tot het kleine verband van kerken dat Cornelis van den Oever volgde, nadat deze door de Gereformeerede kerk (onder het kruis) was uitgestoten.Ga naar voetnoot16 Dan, niet wordt medegedeeld, en niet bekend is, wie de gemeente heeft geïnstitueerd. G.J. Koops woonde Dorpsstraat 103 (thans); het eerste kerkgebouw verrees daarnaast, op de plek waar nu (1990) het aannemingsbedrijf van N. Koops is gevestigd. Herman Cramer werd in 1831 te Ootmarsum geboren en overleed in 1917 te Hilversum. Na te Barmen, Duitsland, tot evangelist te zijn opgeleid, arbeidde hij onder Abraham Capadose ('s-Gravenhage) in een vereniging voor inwendige zending. Toen deze vereniging werd ontbonden, sloot hij zich aan bij de genoemde kerkengroep Van den Oever. Na een korte opleiding bij C. van den Oever werd hij 11 april 1860 ‘tot de kerkelijke bediening toegelaten’. Kort nadien is hij ‘Predikant’ geworden van een (wellicht ‘vrije’) gemeente te Meppel.Ga naar voetnoot17 We hebben geen grond aan de juistheid van de datum van zijn bevestiging te Lunteren - 6 maart 1864 - te twijfelen.Ga naar voetnoot18 Ook de bevestiger van Cramer - ds. J. de Haan (1840-1871) - behoorde rond 1864 tot de Van-den-Oever-groep.Ga naar voetnoot19 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 159]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Volgens de notulen van de onderhavige gemeente - zij beginnen met 18 maart 1864 - was de samenstelling van de kerkeraad op laatstgenoemde datum als volgt: H. Cramer, praeses; G. Harskamp, ouderling. Diaken was Egbert Wolfswinkel. Kerkmeesters: G.J. Koops en Teunis van den Brink. Op 21 maart 1864 wordt H. van der Weerd als tweede ouderling gekozen; kerkmeester T. van den Brink als tweede diaken. Op 16 november wordt diaken Wolfswinkel vervangen door Cornelis Versteeg. Tenslotte: 21 december 1866 wordt Gerrit Hol tot ouderling gekozen. Inmiddels heeft ds. Cramer een poging gedaan - met zijn gemeente? - te worden aanvaard door de ‘hoofdstroom’ der Kruisgemeenten. In de notulen van de Algemene vergadering van 4 oktober 1865 lezen we: ‘De Heer H. Cramer komt in de Vergadering met het verzoek als leeraar te worden opgenomen in de schoot der Kerk. De Vergadering vindt geene vrijmoedigheid aan zijn verzoek te voldoen’.Ga naar voetnoot20 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
3. Aansluiting bij het kerkverband van de AfgescheidenenTwee jaren later zoekt ds. Cramer met zijn kerkeraad aansluiting bij de Afgescheidenen. Aangezien de datum die daarbij in de literatuur wordt genoemd afwijkt van die welke uit notulen met name uit die van de classis Arnhem, kan worden afgelezen, zullen we de gebeurtenissen kroniekmatig beschrijven.Ga naar voetnoot21 Notulen classis Arnhem inzake Lunteren 15 okt.1867, art. 6. In de vergadering is aanwezig ds. H. Cramer, predikant van de gemeente onder 't kruis te Lunteren alsmede Gijsbert Hol, ouderling en Teunis van den Brink, diaken. Zij wensen ‘in onze kerk’ te worden opgenomen. Intermezzo: op grond van het bovenstaande mogen we zeggen dat ‘Lunteren’ op 15 oktober 1867 werd opgenomen in het verband der Christelijke Afgescheiden gemeenten. Dit wordt bevestigd door een - ongedateerde - aantekening in de notulen van de kerkeraad. ‘Op de 15e October 1867 zijn Leeraar en gemeente tot eene vereeniging met de Christelijke Afgescheiden Kerk in Nederland gekomen. Genoemde vereeniging is op de Classis Arnhem getroffen.’ Vervolgen we onze lezing van de notulen classis Arnhem. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 160]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
31 maart 1868 (de eerste vergadering na 15 okt. 1867Ga naar voetnoot22): Lunteren niet vertegenwoordigd. Uit de notulen van de kerkeraad te Lunteren blijkt dat de classicale commissie 25 november 1869 genoemde plaats heeft bezocht. Na enige discussie lezen we als slotsom: ‘... toch was er bij allen’ - namelijk tijdens de vergadering van commissie en gemeente - ‘begeerte te vereenigen’. Zo is dan na horten en stoten de gemeente Lunteren definitief in het kerkverband opgenomen. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
4. Ds. H. Cramer, W. Schaap; eerste ledenAls laatstgenoemde vergadering wordt gehouden, is ds. H. Cramer reeds geruime tijd daarvóór vertrokken naar Beekbergen. Hij preekte 22 maart 1868 afscheid.Ga naar voetnoot23 Hij wordt opgevolgd door Willem Schaap, geboren in 1807 te Katwijk, van 1853 tot 1870 lerend ouderling te Zeist. In dezelfde hoedanigheid wordt hij 6 december 1870 te Lunteren bevestigd. Reeds op 22 juli 1871 overlijdt hij aldaar.Ga naar voetnoot24 Begin 1870 waren ouderling: Rijk Evers en Aart Lagerweij; diaken: Teunis van den Brink en Jan Evers. Terzijde merken we op dat het eerste kerkgebouwtje aan de Dorpsstraat dienst heeft gedaan tot 28 juli 1905, op welke datum een nieuw bedehuis in gebruik werd genomen aan de (huidige) Oranjestraat, dezelfde plaats als waar thans de gemeente vergadert. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 161]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Tenslotte geven we een lijst van eerste leden, zoals we deze vinden in het register 1862-...Ga naar voetnoot25
|
|