De Afscheiding van 1834. Deel 8. Provincie Noord-Brabant
(1988)–C. Smits– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 49]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||
Hoofdstuk 4
| |||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 50]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||
(Loon op Zand), J. Polhuis ('s Grevelduin Capelle), Andries Potters (De Werken), Gerrit Rombout (Dussen), C. Teuling (Veen?Ga naar voetnoot5), Corns. Verhagen (Rijswijk), Arie Verkuijl (Genderen).Ga naar voetnoot6 Een provinciale vergadering van 28 juli 1837 gehouden te Almkerk, aanvaardde de provinciale kerkenorde 1837.Ga naar voetnoot7 Te Sleeuwijk werd 20 februari 1838 een provinciale vergadering gehouden. Er waren zestien afgevaardigden onder wie ds. Meerburg. De marechaussee trachtte de vergadering te ‘overvallen’, maar dit mislukte doordat deze dienaren der wet te vroeg kwamen en nog slechts een luttel aantal personen bijeen was. Toch werden vijf broeders die niet in het bezit waren van een reispas voor de burgemeester geleid, maar na ‘eenig oponthoud’ in vrijheid gesteld.Ga naar voetnoot8 Op 16 februari 1841 werd door ‘Noord-Brabant’ een brief opgesteld voor ‘de overige provinciale vergaderingen’ waarin werd opgewekt te trachten een algemene synode te doen samenkomen, waarop ‘vereeniging en verzoening’ zou kunnen worden tot stand gebracht. De brief werd getekend door A. van Malsen te Hooge Zwaluwe.Ga naar voetnoot9 Tenslotte: op een vergadering gehouden te Meeuwen 6 augustus 1843 werd de, in de ‘Inleiding’ reeds uitvoerig besproken, Brabantse kerkenorde aangenomen. De provincie telde toen drie predikanten: P.J. de Bruin (Andel c.a.), G.F. Gezelle Meerburg (Almkerk), P. Zonne (Genderen). | |||||||||||||||||||||||||||||||||
Algemene zaken (1858-1871)In deze paragraafGa naar voetnoot10 zullen we een kleine bloemlezing geven van meer algemene zaken verhandeld op de provinciale vergaderingen in bovengenoemd tijdvak. De samenkomsten werden gehouden in de plaatsen: Almkerk, Andel, Genderen, 's-Hertogenbosch, Heusden, Meeuwen en Nieuwendijk. We zien hieruit dat het centrum van de Afscheiding in deze jaren ligt in het Land van Heusden en Altena. Te Heusden, centraal gelegen en gemakkelijk langs (Merwede en) Maas per boot bereikbaar, werd ongeveer de helft van het aantal vergaderingen gehouden, vaak in de woning van ouderling Cornelis Duijser.
Tijdens de vergadering van 5 mei 1858 zien we de drie classes: Klundert, Almkerk en Genderen vertegenwoordigd. Bij de ‘presentie’ worden de volgende afgevaardigden genoemd. | |||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 51]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||
Op dezelfde vergadering komt een grensregeling aan de orde. Zij betreft ‘de gemeente Meeuwen, daar Leden van de Dussensche polder in Almkerk ter kerke gaan, terwijl de armen ten laste der gemeente Meeuwen blijven. Na langdurige beraadslaging oordeelt de Vergadering dat de drie Buitenpolders van Dussen - grensscheiding Buitendijk op het water de Bleek af - behooren en steeds kerkelijk behoord hebben tot de gemeente Almkerk en Emmichoven, terwijl de Dussensche polder verder behoort en kerkelijk vereenigd blijft met de gemeente Meeuwen en Dussen’.Ga naar voetnoot11 In de herfst van 1858Ga naar voetnoot12 hebben zich twee proponenten van de in 1854 geopende Theologische School te Kampen aangemeld voor het peremptoir examen: Freerk Hajer (ook Haaijer), beroepen te Genderen en Willem Pouseboudt de Jonge, beroepen te Meeuwen. Het verslag van het examen luidt in de notulen als volgt. ‘De vergadering besluit om kerkeraadsleden van de Gemeenten in de Provincie toe te laten tot het bijwonen dezer vergadering, alsmede ook met bijzondere toestemming andere leden der gemeente... | |||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 52]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||
Besloten wordt de kerkeraden der gemeenten in de classis Klundert (Klundert, Willemstad en Zevenbergen) te vermanen ‘over hunne herhaalde afwezigheid op de Provinciale vergadering’. Evenwel zal deze classis nog tweemaal afwezig zijn; daarna - met ingang van eind 1860 - is zij onder leiding van haar predikanten (D. Vliegenthart, J. Holster en anderen) bijna zonder onderbreken, vertegenwoordigd. | |||||||||||||||||||||||||||||||||
1859Ga naar voetnoot15In dit jaar werden voor de Theologische School te Kampen de volgende bedragen bijeengebracht.
| |||||||||||||||||||||||||||||||||
1861Ga naar voetnoot16Over de Kruisgemeente te Dinteloord - zij nam 8 februari 1861 het besluit aansluiting te zoeken bij het kerkverband van de Christelijke Afgescheidenen - en haar predikant Johannes Holster (te Dinteloord 1858-1864) lezen we het volgende. ‘De Gemeente onder 't kruis te Dinteloord had hare begeerte te kennen gegeven om met hare Leeraar zich met de Christelijke Afgescheidene Gereformeerde Gemeente te vereenigen. Ds. VliegenthartGa naar voetnoot17 geeft hierover inlichtingen aan de vergadering en Holster, die tegenwoordig was, deelt de vergadering de redenen mede, die hem bewegen, genoemde vereeniging te begeeren. De vergadering oordeelt na langdurige beraadslagingen om te trachen tot vereeniging te geraken... Voorts wordt besloten dat Holster onderzocht zal worden in de kenmerkende leerstukken der Gereformeerde Kerk, en eene predicatie zal houden. | |||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 53]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||
... Voorts heeft Holster gepredikt en heeft de vergadering... bovenvermeld onderzoek gedaan, na aanroeping van des Heeren Naam. De vergadering besluit om de Gemeente Dinteloord met J. Holster als hare predikant in de gemeenschap der Christelijke Afgescheidene Gemeente op te nemen, en wordt van dit besluit aan J. Holster en zijnen Ouderling A. van Bezooijen kennis gegeven. De vergadering oordeelt het noodzakelijk dat de predikant Holster als Leeraar en de thans fungerende Ouderlingen en Diakenen als zoodanig behooren te worden bevestigd; en wordt er eene commissie benoemd om in overleg en medewerking met de Classis Klundert daartoe over te gaan. Hiertoe worden benoemd Ds. N.H. Dosker en Ds. S. Evenhuis.’ | |||||||||||||||||||||||||||||||||
1863Ga naar voetnoot18Ds. Jan Bavinck is voor het eerst aanwezig, na 16 november 1862 te zijn bevestigd te Almkerk. Hij zal tot aan zijn vertrek naar Kampen - ook daar was hij predikant - in 1873, de provincie Noord-Brabant dienen. | |||||||||||||||||||||||||||||||||
1866Ga naar voetnoot19De provincie krijgt in dit jaar opnieuw versterking. Candidaat Lucas Lindeboom, geboren in 1845, doet zijn intrede te 's-Hertogenbosch 14 oktober 1866, na op 5 september peremptoir te zijn geëxamineerd. In 1873 Vertrekt hij naar Zaandam. Van 1883 tot 1917 zal hij hoogleraar zijn te Kampen. | |||||||||||||||||||||||||||||||||
1869We lezen: ‘Komt ter sprake de vraag of men het gebruik van een weinig sterken drank ter verfrissching zal behouden of voor goed afschaffen. Tot het laatste wordt besloten’.Ga naar voetnoot20 Verder: ‘Wordt besloten den heer C. Duijser, Ouderling te Heusden, die vele jaren lang Scriba der Vergadering is geweest, den dank der Vergadering te doen kennen voor de diensten als zoodanig de Provincie bewezen. Tevens besloten dien broeder herte-benoemen als Provinciaal Correspondent’.Ga naar voetnoot21 Zes weken later zal Cornelis Duijser de schoonvader worden van zijn opvolger als scriba, Lucas Lindeboom. | |||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 54]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||
1870Het verwondert niet dat ds. L. Lindeboom - de man die in de Afgescheiden kerken de opdracht tot evangelisatie heeft verdedigdGa naar voetnoot22 - in dit opzicht in zijn omgeving van zich heeft laten horen. We vinden: ‘Komt in behandeling het voorstel van de Klasse Genderen, dat de Provinciale Vergadering de Inwendige ZendingGa naar voetnoot23 behartige, en de Klassen daartoe opwekke, of eene Commissie voor Inwendige Zending benoeme. De Vergadering besluit de Klassen daartoe op te wekken. Ds. Lindeboom geeft verslag van zijne in Tilburg begonnen werkzaamheden en verzoekt de Vergadering ƒ 100,- beschikbaar te stellen om daar voor een jaar een gebouw te huren, en ook door prediking de evangelisatie aldaar krachtig te bevorderen. De Vergadering vindt geen vrijheid om qua Vergadering geld te beloven; doch velen van de leden der Vergadering verklaren zich bereid om voor die zaak een bijdrage uit eigen beurs te beloven, terwijl Ds. [J.] Kuiper [te Meeuwen] zich bereid verklaart en benoemd wordt om Ds. Lindeboom in alles terzijde te staan. Totaal wordt ƒ 92,50 toegezegd...’.Ga naar voetnoot24 De classis Genderen legt een tweede voorstel op de vergadertafel, namelijk dat bij de regering zal worden aangedrongen op ‘herroeping der vonnissen en terugbetaling der boeten, tijdens en vanwege de Afscheiding geveld en afgedwongen door de Regering’. Sommige leden zijn voor, anderen tegen, maar de voorslag wordt afgestemd.Ga naar voetnoot25 | |||||||||||||||||||||||||||||||||
1871Op 4 januari van dit jaar komt een provinciale vergadering bijeen, waar wordt gesproken over de heer Gerard de Braai ‘candidaat bij de Classe Middelburg, volgens artikel 8 der Dordtsche kerkorde,Ga naar voetnoot26 en beroepen te Dinteloord’.Ga naar voetnoot27 In de lastbrief van de classis Klundert is verzocht De Braai te examineren. ‘Uit zijne stukken blijkt dat hem in Zeeland reeds magt is gegeven tot volle uitoefening van de Evangeliebediening. Na eenig beraad meent de Vergadering dat als een fout in den vorm te moeten beschouwen, en besluit dien broeder te onderzoeken in de Exegese en Predikkunde, de kennis onzer Symbolische en Liturgische Schriften, de Dogmatiek en de Pastoraal, nadat hij... over een door hem zeiven te kiezen tekst zal hebben gepredikt.’Ga naar voetnoot28 | |||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 55]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||
Als De Braai heeft gepreekt over Jesaja 45 vers 24a wordt het examen in de genoemde vakken afgenomen. Aan het eind daarvan ondervraagt de praeses - J. Bavinck - hem ‘met hoogen ernst naar den toestand zijner ziel, of hij gelooft dat Jezus zijn Heiland is, waarop hij bevestigend antwoordt met mededeling van een en ander dat daarop betrekking heeft. Daarna vraagt de Praeses hem hoe hij er toch toe gekomen is om de heerlijke betrekking van Christelijk Onderwijzer te trachten te verwisselen met het Leeraarsambt,Ga naar voetnoot29 waarop geantwoord wordt dat hij van jongs af tot dat ambt lust heeft gevoeld, en die lust in den laatsten tijd steeds sterker geworden is, en ook anderen hem opgewekt hebben zich daartoe in den weg te stellen, zoodat hij meende zich aan de Classis te moeten aanbieden, om door hare beslissing te weten wat de Heere wilde. Op de vraag: waarom hij dan niet liever naar de Theologische School te Kampen gegaan was, antwoordde hij gemeend te hebben dat de ingeslagen weg toch ook eene wettige was, dien velen hem aanrieden, en dien hij ook met het oog op zijn 37 jarigen leeftijd verkieselijker achtte.’Ga naar voetnoot30 Bij de beraadslaging na het onderzoek blijkt dat ‘het algemeen oordeel niet gunstig is’. Vooral de preek en het examen in de exegese worden onvoldoende geacht. Evenwel: na een langdurige gedachtenwisseling stemmen 5 leden der vergadering tegen en 9 vóór de toelating. Als de candidaat weer is binnengeroepen en hem de uitslag wordt medegedeeld, ontvangt hij van de praeses ‘de broederlijke opwekking zich toch veel in de kennis en verklaring der Heilige Schrift te oefenen - hetgeen die broeder belooft’.Ga naar voetnoot31
Het is ds. Lindeboom blijkbaar niet gelukt aanstonds een lokaal in Tilburg te huren, waarvan onder ‘1870’ een en ander werd vermeld. Eind 1871 deelt hij mede ‘dat in de laatste dagen uitzigt geopend is op het verkrijgen van een preeklocaal te Tilburg, hetwelk tot nu toe, trots alle pogingen, niet gelukte’.Ga naar voetnoot32 Het zal echter tot 1874 duren, eer de permanente huisvesting van de gereformeerde evangelisatie kan worden betrokken: Lange Nieuwstraat 51. Nadat in 1894 de Gereformeerde Kerk te Tilburg is geïnstitueerd, doet dit gebouwtje dienst als bedehuis, en wel tot 1923.Ga naar voetnoot33 |
|