De Afscheiding van 1834. Deel 7. Classes Rotterdam en Leiden
(1986)–C. Smits– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 462]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Hoofdstuk 40
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1. De KruisgemeenteGa naar voetnoot5Het enige dat we in gedrukte stukken van deze gemeente ‘te Zegwaart’ vinden betreft het tijdvak 1850-1852. Zeer waarschijnlijk heeft zij niet langer bestaan dan gedurende deze drie jaren. In 1850 is een ‘lastbrief’ geschreven voor de Algemene vergadering van de Kruisgezinden; voor 1851 en 1852 geldt hetzelfde; in 1851 wordt de gemeente ingedeeld bij de classis Haarlem.Ga naar voetnoot6 We zouden gaarne de samenstelling van de kerkeraad hebben leren kennen, maar de lastbrieven van vóór 1855 zijn niet bewaard. De gegevens, door A. van der SpekGa naar voetnoot7 genoemd, wijken enigszins af van het hier boven vermelde. Opgemerkt zij dat laatstgenoemde in 1878 werd geboren en | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 463]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
zich beroept op mededelingen van Pieter Koster (1852-1931) die van 1887 tot 1899 te Zoetermeer oefenaar is geweest.Ga naar voetnoot8 Van der Spek dan, schrijft dat er in 1854 (dit jaartal lijkt ons onjuist) te Zoetermeer-Zegwaard een ‘zeer klein hoopje’ was dat zich van de Hervormde kerk had afgescheiden. Ongeveer gedurende tachtig jaar stonden er predikanten van de Groninger richting.Ga naar voetnoot9 Pieter van Dijke zou meer dan eens zijn ‘opgetreden’ in een huis in de Vlamingstraat (Zoetermeer).Ga naar voetnoot10 Enkelen ‘zochten voedsel onder de prediking van Ds. Ledeboer te Benthuizen’. Toen een kind dat bijna een jaar oud was, door de vele werkzaamheden van Ledeboer - Van Dijke werd pas in 1851 predikant - nog niet gedoopt was, werd contact gezocht met ds. C. van den Oever te Rotterdam. ‘Deze kwam enkele malen, totdat van hem... minder goede dingen ter oore kwamen. Nu besloot men aan Ds. van den Oever te schrijven, dat hij niet meer behoefde te komen, en dat men zich als leden bij de afgescheiden gemeente te Leiden had laten inschrijven’. De afstand naar deze plaats was echter twee en een half uur gaans. ‘Dientengevolge begon men zelf geregeld godsdienstoefeningen te houden.’ Naar wij menen is wellicht de volgorde van het door Van der Spek beschrevene anders geweest. In de jaren 1850-1852 was men verbonden met de Kruisgemeenten (C. van den Oever). Mogelijk is daarna ds. P. van Dijke voorgegaan. Een feit is dat, als Zoetermeer wordt geïnstitueerd, de Afgescheidenen aldaar lid zijn van de gemeente Hooigracht te Leiden. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
2. De Afgescheiden gemeente (vanaf 1862)Hoewel het archief van deze gemeente over de eerste tijd klein van omvang is - het belangrijkste ervan is door A. van der Spek in zijn Herinneringen verwerkt, kunnen we zeggen dat we met 1862 grond onder de voeten krijgen. In de classicale notulen (Leiden) van dit jaar lezen we ‘Er zijn leden te Leiden (Hooigracht) die te Zegwaard en Zoetermeer wonen. Op verzoek van deze leden zal er een gemeente te Zoetermeer worden gesticht.’Ga naar voetnoot11 De gemeente werd in opdracht van de classis geïnstitueerd 29 mei 1862 door de predikanten C. Roobol (Leiden) en W.J. Weijenberg (Alphen aan den Rijn); eerstgenoemde hield een predicatie.Ga naar voetnoot12 J. van Kempen was de eerste ouderling, J. van Os werd diaken.
Het eerste wat de gemeente doet, is het vragen van erkenning aan de Koning.Ga naar voetnoot13 In een verzoekschrift, gedateerd 8 mei 1862, wordt onder meer verklaard dat | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 464]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
het reglement van Rijnsburg (bijlage III) ‘als het hunne wordt aangenomen’. Het is door de volgende 21 personen ondertekend. (Een B voor de naam betekent: woont te Berkel en Rodenrijs)
Hieruit zien we dat van de 21 ondertekenaars - naar we aannemen alle belijdende leden van mei 1862 - er negen te Berkel en Rodenrijs woonden.Ga naar voetnoot15 Krijn Vogelaar had acht kinderen. De gemeente zal in dit jaar, evenals in 1865, circa 50 zielen hebben omvat. De gemeente wordt erkend bij koninklijk besluit van 16 juni 1862, no. 74.Ga naar voetnoot16 Hierin vinden we vermeld dat zij haar openbare eredienst zal uitoefenen ‘in het gebouw aan de Dorpsstraat te Zegwaart, gequoteerd No. 42’. Aangaande dit eerste kerkje vermeldt A. van der Spek dat het met geleend geld in april 1862 werd gekocht voor ƒ 1800. Het werd tot pastorie ingericht toen in 1867 op een aangrenzend terrein een groter kerkgebouw werd gesticht. In de voorgevel van het tweede kerkje werd een gedenksteen aangebracht, waarop staat: ‘De eerste steen gelegd door Cornelis Veldhuyzen. - Hoe lieflijk zijn uw woningen o Heere der Heirscharen.’Ga naar voetnoot17
In april 1863 wil de kleine gemeente de 34-jarige ongehuwde Jan Stadt te Nijeveen bij Meppel, die ‘te Zegwaard door in het openbaar te spreken, heeft | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 465]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
gesticht, in haar midden hebben’. Het tractement zal bestaan uit ‘kost, inwoning en ƒ 50 per jaar’. De bedoeling is dat hij zich verder zal bekwamen tot het leraarsambt. De classicale vergadering aan wie dit begeren wordt voorgelegd, gaat met één en ander accoord.Ga naar voetnoot18 Stadt oefent te Zoetermeer van april tot december 1863; daarna te Hasselt tot eind 1867, waarna hij naar de Verenigde Staten vertrekt.Ga naar voetnoot19 De notulen van de classis Leiden, die van de classis Delft (vanaf 1865) leren ons dat in het tijdvak 1862-1870 (onder anderen) de volgende personen ouderling waren - chronologisch: J. van Kempen, C. van der Spek en K. Vogelaar. Diaken: J. van Os, K. Vogelaar, C. Veldhuyzen. In 1865 ontvangt de gemeente haar eerste predikant: J.P. van der Maas; deze Staat te Zoetermeer van 29 Oktober 1865 tot 5 mei 1867. Hij wordt opgevolgd door G. Lampen (13 Oktober 1867 tot 27 maart 1870). Krijn Vogelaar (1819-1897)
|
|