De Afscheiding van 1834. Deel 6. Het Réveil en ds. H.P. Scholte. Correspondentie
(1984)–C. Smits– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 32]
| |
Hoofdstuk 3
| |
1. (Amsterdam 10 september 1839)Ga naar voetnoot3In onderstaand schrijven gaat het voornamelijk over J.W. Rosenthal, van wie maar weinig bekend is. In de acta van de synode van de Afgescheidenen van 1840 vinden we aangaande hem het volgende: | |
[pagina 33]
| |
Daarvóór had de ex-rabbijn zich aangemeld als lid van de Afgescheiden gemeente te Groningen. In de notulen van de kerkeraad aldaar wordt gesproken over ‘met zijn huisgezin’.Ga naar voetnoot5 In dezelfde notulen van enige dagen later vinden we dat uit een brief van ds. H.P. Scholte te Utrecht blijkt, dat ‘die broeder van de gemeente te Utrecht wordt verstoten, alwaar hij lidmaat is’ aangezien hij zijn van hem gescheiden vrouw ‘wederom heeft aangenomen, 't welk Z.E.W. meent strijdig te zijn met Gods Woord, te meer daar hij oordeelt dat zijne vrouw heeft gehoereerd.’Ga naar voetnoot6 Na bovengenoemde synode zorgt de kerkeraad te Groningen er voor, dat de ƒ 30,- welke voor Rosenthal te Amsterdam is gecollecteerd, aan hem zal worden gezonden ‘indien hij een christelijke wandel leide’.Ga naar voetnoot7 Waarde Broeder in onzen Heere Jezus Christus, Die band bestaat, daar het ons om Christus en zijn heil te doen is; mogten wij eenstemmig wandelen in alles waarin wij tot de zelfde overtuiging gekomen zijn, door de Genade Gods. Ik zag gaarne dat het met Rosenthal nu goed gaat, en gij de beste verwachtingen omtrent hem koestert. Toen ik hem zag, was ik niet zoo geheel met hem vereenigd daar er iets onbestemds in zijn spreken was en daar er in de Recommandatie brief iets was, dat ons eenig vooroordeel moest geven. Er komen dikwijls zoodanige aanrakingen en het ontbreekt dikwijls aan geduld en wijsheid van boven om elke zoodanige verschijning goed te beoordelen. - Beschouwden wij elk die aan onze deur schelt, als van God gezonden, het zoude dikwijls anders zijn, maar de menschelijke natuur blijft lui en als wij misleid worden, maakt het ons schuw. - Gij zijt nu in de gelegenheid geweest zijn gemoedsbestaan te onderzoeken en verheugt mij de liefde waarmede hij bij u ontvangen is. Naar ik verneem is de beste weg na[ar] Berlijn thans per stoomboot over Hamburg. De gehele reis kost ƒ 75 à ƒ 80 voor een persoon en men komt op den 5[den] dag aan. Nu vertrekt de stoomboot van hier het eerst weder de 15 Sept. maar de reiziger moet dan den 14[den] des nachts te twaalf uur aan boord zijn. Hij kan dus met het geld dat gij verzameld hebt reeds ver komen en moet toch maar kort te Berlijn blijven. Ik zou niet alles in specie medegeven, maar voor een gedeelte een Wissel nemen. Vergun mij ook het inleggende bij uw fonds te voegen, en geloof mij, ter medewerking in dezen bereid en met opregte heilbede voor u en uw huisgezin Uw Vriend en Broeder Willem de Clercq | |
[pagina 34]
| |
2. Amsterdam 11 september 1839Vriend en Broeder! Gisteren heb ik u geschreven, zoo als ik toen over de zaak en den door u genoemden persoon gevoelde. - Sedert echter is mij iets voorgekomen dat mijn eerste indruk enz. over R. eenigsints verlevendigde, en dat geheel zonder mijn wil of verlangen tot mij kwam. Ik wil u dus in geen werk der liefde terug houden, nog eenigsints doen verflaauwen, maar alleen die voorzigtigheid aanbevelen, die ook dikwijls bij die liefde zoo noodzakelijk is. Ik mogt het niet op het hart houden. Het is om de eer van Christus en van Zijn gemeente op aarde, dat ik mij er toe gedrongen voel. Nog eens, volbreng uw plan maar doe het in voorzigtigheid, en beproef alles waartoe aanleiding zou kunnen bestaan. Uw Vriend en Broeder Willem de Clercq | |
3. Amsterdam 18 maart 1840De in dit schrijven genoemde Betsy (Elizabeth) Gurney (1780-1845) geboren te Norwich, Midden-Engeland, huwde in 1800 Joseph Fry.Ga naar voetnoot8 Het echtpaar kreeg twaalf kinderen. Kort voor haar trouwen voltrok zich in haar een grote geestelijke verandering; zo legde zij al haar sieraden af en ging spreken tijden de ‘meetings’ van de Quakers, tot welke religieuze groepering zij door geboorte behoorde. Vriend en Broeder! Ik geraakte hier dezer dagen in kennis met Elizabeth Fry en hare beide geleiders de Heeren GurneyGa naar voetnoot9 en Allan.Ga naar voetnoot10 Hoewel niet in alles met hen eens trof mij toch hunne levendige belangstelling in de verbreiding van het Evangelie, en hunne hartelijke gezindheid omtrent hunne medemenschen.
| |
[pagina 35]
| |
van HallGa naar voetnoot11 Engelsch genoeg verstaat om er iets aan te hebben. Doe haar s.v.p. onze hartelijke groeten. Haar brief is wel ontvangen. Uw Vriend Willem de Clercq |
|