De Afscheiding van 1834. Deel 6. Het Réveil en ds. H.P. Scholte. Correspondentie
(1984)–C. Smits– Auteursrechtelijk beschermdbron
C. Smits, De Afscheiding van 1834. Deel 6. Het Réveil en ds. H.P. Scholte. Correspondentie. J.P. van den Tol, Dordrecht 1984
codering
DBNL-TEI 1
Wijze van coderen: standaard
logboek
-
verantwoording
gebruikt exemplaar
particuliere collectie
algemene opmerkingen
Dit bestand biedt, behoudens een aantal hierna te noemen ingrepen, een diplomatische weergave van De Afscheiding van 1834. Deel 6. Het Réveil en ds. H.P. Scholte. Correspondentie van C. Smits uit 1984.
redactionele ingrepen
p. 12: accolades verspreid over meerdere regels kunnen in deze digitale versie niet weergegeven worden. Daarom wordt de accolade hier, met bijbehorende tekst, op iedere regel herhaald.
p. 51: in het origineel is een gedeelte van de tekst slecht leesbaar. De redactie heeft de tekst tussen vierkante haken aangevuld.
p. 311: de kop ‘Bijlagen’ is tussen vierkante haken toegevoegd.
Bij de omzetting van de gebruikte bron naar deze publicatie in de dbnl is een aantal delen van de tekst niet overgenomen. Hieronder volgen de tekstgedeelten die wel in het origineel voorkomen maar hier uit de lopende tekst zijn weggelaten. Ook de blanco pagina's (binnenkant voorplat, 6, binnenkant achterplat, achterplat) zijn niet opgenomen in de lopende tekst.
[ voorkant stofomslag]
De Afscheiding van 1834
ZESDE DEEL: Het Réveil en ds. H.P. Scholte. Correspondentie
Dr. C. Smits
Onder de Afscheiding van 1834 wordt die geestelijke beweging verstaan, waarbij rond 1834 velen de Nederlandse Hervormde kerk verlieten en tot eigen kerkelijke organisatie kwamen.
Zoals reeds uit deze formulering blijkt: de Afscheiding van 1834 was een Nederlandse beweging, hoewel de vruchten ervan ook worden gevonden in landen als de Verenigde Staten, Canada, Zuid-Afrika en Australië.
Van het Réveil daarentegen moet in de eerste plaats worden gezegd dat het een Europese beweging is geweest.
Dr. M. Elizabeth Kluit, die vanwege haar fundamentele Réveilstudie wel ‘de prinses onder de Réveilkenners’ is genoemd, gaf de volgende omschrijving: ‘Réveil, opwekking, een geestelijke opleving uit het laatst der 18e en de eerste helft der 19e eeuw in West- en Midden-Europa, zich voltrekkend als reactie op het deïstisch rationalisme en als verzet tegen een ...dogmatisch confessionalisme... In velerlei opzicht is deze opleving een voortzetting van het Protestantse piëtisme en mysticisme der 17e en van het begin der 18e eeuw.’
Ds. Hendrik Peter Scholte (1805-1868), één van de leiders van de Afscheiding, moet - in tegenstelling tot bijvoorbeeld de predikanten H. de Cock en S. van Velzenworden gezien als iemand die in het tijdvak dat in deze publucatie wordt behandeld, namelijk 1823-1847, heeft gestaan op de grens van de geestelijke wereld van Réveil en Afscheiding. Dit boek legt hiervan op vele plaatsen getuigenis af. Het spreekt vanzelf dat deze positie van Scholte in de eerste plaats moet worden verklaard uit een innerlijke keuze. Maar als we kennisnemen van het
(zie tweede inslag)
Uitgeverij
J.P. van den Tol - Dordrecht
[ voorplat]
DE AFSCHEIDING VAN 1834
Zesde deel
Het Réveil en ds. H.P. Scholte. Correspondentie
dr. C. Smits
[pagina 1]
DE AFSCHEIDING VAN 1834
Zesde deel
[pagina 2]
Deze uitgave is tot stand gekomen met steun van de Nederlandse organisatie voor zuiver-wetenschappelijk onderzoek (Z.W.O.)
[pagina 3]
DE AFSCHEIDING VAN 1834
Zesde deel
Het Réveil en ds. H.P. Scholte. Correspondentie
door
dr. C. Smits
J.P. van den Tol - 1984 - Dordrecht
[pagina 363]
INHOUD
Woord vooraf | 7 | |
Afkortingen | 9 | |
Verkorte titels van bij herhaling geciteerde boeken | 9 | |
Inventaris-nummers Scholte Papers | 12 | |
Inleiding | 13 | |
Hoofdstuk 1. | Twee brieven van L.W. Bilderdijk | 22 |
Inleiding. 1. Zonder datum en plaats; waarschijnlijk september 1832. 2. Haarlem ‘Tusschen September en October 1832’. | ||
Hoofdstuk 2. | Twee brieven van A. Capadose | 29 |
Inleiding. 1. 's-Gravenhage 16 augustus 1838. 2. 's-Gravenhage 27 januari 1844. | ||
Hoofdstuk 3. | Drie brieven van W. de Clercq | 32 |
Inleiding. 1. (Amsterdam 10 september 1839). 2. Amsterdam 11 september 1839. 3. Amsterdam 18 maart 1840. | ||
Hoofdstuk 4. | Achtentwintig brieven van mr. I. da Costa | 36 |
Inleiding. 1. Amsterdam (‘van huis’) 4 december 1828. 2. Amsterdam 6 oktober 1829. 3. Amsterdam 9 november 1829. 4. Amsterdam 5 december 1829. 5. Amsterdam 11 december 1829. 6. Amsterdam 28 april 1830. 7. Amsterdam 27 oktober 1830. 8. Amsterdam ongedateerd; vermoedelijk zaterdag 4 december 1830. 9. Amsterdam 27 juli 1831. 10. Amsterdam 30 januari 1832. 11. Amsterdam (maandag) 14 mei 1832. 12. Amsterdam 1 juni 1832. 13. Amsterdam 9 augustus 1833. 14. Amsterdam 17 oktober 1833. 15. Amsterdam 13 november 1833. 16. Amsterdam 29 november 1833. 17. Amsterdam 30 december 1833. 18. Amsterdam 1 maart 1834. 19. Amsterdam 16 maart 1834. 20. Amsterdam (‘van huis’) 28 april (1836). 21. Amsterdam (‘van huis’) 6 mei (1836). 22. Amsterdam (‘van huis’) 13 juli 1836. 23. Amsterdam 18 februari 1840. 24. Amsterdam 14 juni 1842. 25. Amsterdam 22 januari 1843. 26. Amsterdam 8 februari 1843. 27. (Amsterdam) ongedateerd; eind 1843. 28. Amsterdam 25 januari 1844. |
[pagina 364]
Hoofdstuk 5. | Elf brieven van mr. J.W. Gefken | 97 |
Inleiding. 1. 16 april 1835. 2. 26 mei 1835. 3. 19 november 1835. 4. 19 januari 1836. 5. 23 februari 1836. 6. 26 augustus 1839. 7. 9 oktober 1839. 8. 29 november 1839. 9. 4 april 1840. 10. 23 april 1840. 11. 29 december 1840. | ||
Hoofdstuk 6. | Twee en twintig brieven van mr. D. graaf van Hogendorp alsmede twee brieven van M.C. van Hogendorp-van Hogendorp | 115 |
Inleiding. 1. (maandag) 14 juli 1834. 2. 23 november 1834. 3. 20 december 1834. 4. 31 december 1834. 5. 11 februari 1835. 6. 14 maart 1835. 7. 28 maart 1835. 8. 4 april 1835. 9. 15 april 1835. 10. Ongedateerd, circa 7 december 1835; brief van M.C. van Hogendorp-van Hogendorp. 11. 5 januari 1836. 12. 20 januari 1836. 13. 12 februari 1836. 14. 16 augustus 1836. 15. 4 juni 1839. 16. 6 juni 1842. 17. 24 juni 1842. 18. 26 juli 1842. 19. 24 oktober 1842 (‘des avonds’). 20. 26 november 1842. 21. 3 juni 1843. 22. 14 juni 1843; brief van M.C. van Hogendorp-van Hogendorp. 23. 26 juni 1843 (‘des avonds’). 24. (Zaterdag) 27 januari 1844. | ||
Hoofdstuk 7. | Acht brieven van ds. L.G. James alsmede een brief van C. James-van der Made | 158 |
Inleiding. 1. Breda 10 december 1830. 2. Breda 17 januari 1831. 3. C. James-van der Made, Breda 21 maart 1831. 4. Breda 29 juli 1831. 5. Breda 5 september 1831. 6. Breda 9 februari 1832. 7. Breda 4 april 1833. 8. Breda 14 mei 1834. 9. Breda 29 januari 1844. | ||
Hoofdstuk 8. | Vijf brieven van mr. C.M. van der Kemp | 175 |
Inleiding. 1. 's-Gravenhage 1 mei 1834. 2. 's-Gravenhage 4 maart 1835. 3. 's-Gravenhage 4 februari 1836. 4. 's-Gravenhage 11 februari 1836. 5. 's-Gravenhage 27 januari 1844. | ||
Hoofdstuk 9. | Vijf brieven van V. Koningsberger | 187 |
Inleiding. 1. Genève 27 september 1836. 2. Genève 3 november 1836. 3. Genève 27 februari, 7 maart 1837. 4. Genève 10 juli 1837. 5. Genève 4-8 september 1837. | ||
Hoofdstuk 10. | Twaalf brieven uit de correspondentie H.P. Scholte - W. Messchert | 224 |
Inleiding. 1. Scholte, Leiden 29 september 1830. 2. Scholte, Ginneken 25 november 1830. 3. Scholte, Amsterdam 24 oktober 1832. 4. Scholte, Doeveren 30 juli 1833. 5. Scholte, Doeveren 31 januari 1834. 6. Scholte, Doeveren 17 juni 1834. 7. W. Messchert, Amsterdam 3 november 1834. 8. Scholte, 's-Gravenhage 7 november 1834. 9. W. Messchert, Amsterdam 8 november 1834. 10. Scholte, Doeveren 14 februari 1835. 11. J.D. Brandt aan W. Messchert, Amsterdam 24 februari 1835. 12. W. Messchert, Rotterdam 28 januari 1844. |
[pagina 365]
Hoofdstuk 11. | Zeventien brieven van H. baron van Zuylen van Nijevelt | 251 |
Inleiding. 1. 23 augustus 1841. 2. 5 maart 1842. 3. 18 mei 1842. 4. 16 januari 1843. 5. 18 oktober 1843. 6. 28 november 1843. 7. 26 januari 1844. 8. 11 maart 1844. 9. 2 december 1844. 10. 2 januari 1845. 11. 7 juni 1845. 12. 16 juli 1845. 13. Waterland bij Beverwijk 4 augustus 1845. 14. 4 oktober 1845. 15. 28 april 1846. 16. 2 mei 1846. 17. 19 mei 1846. | ||
Hoofdstuk 12. | Zestien condoleantie-brieven bij het overlijden van S.M. Scholte-Brandt, 23 januari 1844 | 276 |
Inleiding. 1. A. Abrahamsz, Amsterdam 26 januari 1844. 2. A. Abrahamsz, Amsterdam 30 januari 1844. 3. Ds. E. Begemann en echtgenote, Amsterdam 31 januari 1844. 4. Mr. J.J.L. van der Brugghen, Nijmegen 26 januari 1844. 5. Ds. C.C. Callenbach, Nijkerk 19 februari 1844. 6. M.J. Chevallier, Amsterdam 30 januari 1844. 7. Ds. S.J. de Hoest, Nijkerk 7 februari 1844. 8. Ds. J.J. Knap (Sr.), Doornspijk 9 februari 1844. 9. Mr. H.J. Koenen, Amsterdam 31 januari 1844. 10. F.A.C. Koenen-Pauw, Amsterdam 28 januari 1844. 11. Ds. J. de Liefde, Zutphen 24 januari 1844. 12. Ds. D. Molenaar, 's-Gravenhage 26 januari 1844. 13. Ds. J.J. le Roy, Oude Tonge 28 januari 1844. 14. Ds. B.J.H. Taats, Elspeet 26 januari 1844. 15. J.J. van Toorenenbergen, Dordrecht 31 januari 1844. 16. P. Varkevisser, Scheveningen 28 januari 1844. | ||
Hoofdstuk 13. | Zes brieven uit het buitenland | 297 |
Inleiding. 1. I.F. Sander, Wichlinghausen (‘in Barmen im Wupperthale’) 26 augustus 1826. 2. I.F. Sander, (zonder plaatsnaam) 14 mei 1827. 3. J.F. Haastert, Wertherbruch bei Rees 24 maart 1835. 4. A.J.L. Galland, Genève (Oratoire) 25 oktober 1836. 5. Ver Mehr, Rotterdam 20 november 1842. 6. W.P. Tiddy, Breda 12 januari 1847. | ||
Bijlage I | Het ‘Album amicorum’ van H.P. Scholte | 311 |
Bijlage II | De oorspronkelijke tekst van de brieven in hoofdstuk 7 genoemd, voor zover geschreven in het Frans | 338 |
Bijlage III | De oorspronkelijke tekst van de brieven in hoofdstuk 13 genoemd, voor zover geschreven in het Duits of Frans | 344 |
[pagina 366]
Literatuur | 349 |
Chronologische lijst der brieven | 352 |
Register van personen | 356 |
[ achterkant stofomslag]
leven van Scholte. zien we de vele personen uit binnen- en buitenland, die hem in de eerste plaats, niet met de sfeer van de Afscheiding, maar met de wereld van het Réveil in aanraking brachten.
In dit boek komen voor onze aandacht in totaal 140 brieven, geschreven door personen uit het Nederlandse Réveil: Capadose, Da Costa. De Clercq. Gefken. Dirk graaf van Hogendorp, ds. James, Van der Kemp en anderen. We worden ook geconfronteerd met het Réveil in Zwitserland en België. Bij de 44 blaadjes uit het ‘Album amicorum’ van Scholte zijn er die ons over de landsgrenzen brengen.
Dr. Cornelis Smits werd in 1917 te Gorinchem geboren. Hij bekleedde enige functies als leraar, is oud-rector van het Gereformeerd Lyceum te Groningen en medewerker van het Nederlands Dagblad. Hij verklaart gaarne een zoon van de Afscheiding te zijn. Ondanks de vele gebreken die hij, inzonderheid gedurende de eerste jaren in het kerkelijke leven van de Afgescheidenen moet constateren, is het zijn vaste overtuiging dat we mogen spreken van een reformatie der kerk. die voor ons land tot grote zegen is geweest. Zijn EERSTE DEEL over de Afscheiding van 1834 beschrijft ‘Gorinchem en Beneden-Gelderland’, het TWEEDE ‘Classis Dordrecht’, het VIERDE ‘Provincie Utrecht’; met het DER DE, VIJFDE en dit ZESDE DEEL is het belangrijkste van het archief van ds. H.P. Scholte, de zogenaamde Scholte Papers, bewaard te Pella, Iowa, USA, gepubliceerd.
Dr. Smits werkt thans aan een ZEVENDE DEEL: (Zuid-Holland) ‘Classes Rotterdam en Leiden’.
Uitgeverij
J.P. van den Tol - Dordrecht
ISBN 90 6389 466 X