De Afscheiding van 1834. Deel 3. Documenten uit het archief ds. H.P. Scholte, bewaard te Pella, Iowa, U.S.A.

[p. 328]

Hoofdstuk 23
Autobiografische schets van H.P. Scholte

Inleiding

Naar wij menen is het stuk, dat wij in dit hoofdstuk reproduceren, in navolging van dr. L. Oosterdorp het beste te typeren met het woord ‘schets’. Immers: het geeft niet meer dan enige op zich zelf staande vermeldingen aangaande het leven van Scholte, in het kader van bijzonderheden betreffende het politieke en geestelijke leven in Nederland en de Verenigde Staten.

Door Oostendorp wordt slechts een klein gedeelte van de schets vermeld.¹

In de datering van het document moet enige onbepaaldheid blijven. Scholte overleed in 1868. Het jaartal 1860 wordt nog genoemd. Derhalve moet het stuk zijn geschreven in het tijdvak 1860-1868. Maar aangezien de amerikaanse burgeroorlog (1861-1865) - waarmee in Pella en door Scholte zeer intensief is meegeleefd - niet wordt genoemd, vermoeden wij dat het kort na 1860 is opgesteld.

Waar door Scholte een fout in de spelling is gemaakt, is de juiste schrijfwijze achter het betreffende woord tussen haakjes vermeld. Grammaticale fouten zijn door ons niet aangegeven.

1 L. Oostendorp, H.P. Scholte, Leader of the Secession of 1834 and Founder of Pella, Franeker 1964, pag. 182-187.

[p. 329]

Tekst

I came here in 1847 with between 700 and 800 Hollanders and laid out the town of Pella, which is the center of a colony at present in a flourishing condition. Directly after our settling here we made our first declaration to become citizens, so as to identify ourselves as soon as possible with the land of our adoption, with the religious and political institutions we were acquainted before we did leave the old country. The reason of emigration was principally the conviction that the social condition of the old country was such that there was no opportunity for the honest poor and for men of small means to better their condition or to sustain themselves and families, while in this country there was opening and prospect for honest labour. The great majority of the Colonists did belong religiously to such Christians as had seperated from the National establishment, for the reason that since 1835 the National Clergy had persecuted ministers who preached Evangelical Truth, and even trough (through) their Synod had induced the Civil Gouvernment (Government) to punish with fine and imprisonment congregations for religious worship consisting of more than 20 persons. Before I resolved to direct the attention for emigration to the United States, I have tried with some others to induce the Netherland Gouvernment (Government) to give us occasion to make free settlements in the island of Java, but it seemed that the Gouvernment (Government) did rather wish to avoid such settlements. I then directed mij attention to America, and after a careful study of the natural resources of the Western States and of the social condition of the inhabitants, I made my choice for Iowa, and I am not disappointed, as far as the natural condition is concerned. I should however not complain if we could have a little more well educated society. I was born in 1805 gratuated in 1832 at the University of Leyden. In 1830 and 1831 I served with a corps of students in the army for the suppression of the rebellion in Belgium. Since I have been here I have taken an interest in affairs of our Country, and being acquainted with the political vieuws (views) of Henry Clay¹ long be-

1 Henry Clay (1777-1852), op de voorgrond tredend Amerikaans politicus. Bekend geworden onder meer door het opstellen van zijn economisch ‘American system’ en het zogenaamde ‘slavencompromis’ tussen Noord en Zuid.

[p. 330]

fore I had any idea of emigrating to America, I joined the Whig party and remained with that party as long as it existed. I did not vote for Freement¹ because I consider him an excellent engineer, but totally unfit to be President of the U.S. In 1860 I was one of the Vice Presidents of the Chicago Convention where Lincoln was nominated.² At this time my preference was for Seward,³ but afterwards I became perfectly satisfied with the election of Lincoln. I have always been an opponent of Slavery without approving the Abolitionists, which I still consider as a visionary political sect, well able to destroy but not to build up, and connected with other wild theories such as womans right, spiritualism and free love tending to sap the foundations of our National system, and to make a mudpool of libertinage and lawlessness of our Country. Religiously I have not joined any particular denomination, because I recognize no other rule of faith but the Sacred Scriptures, and according to those Scriptures no other bond of Christian fellowship but love. Doctrinal you can consider me strictly orthodox without using expressions stamped by clerical authority, and I hold communion with those who believe sincerely the Gospel of Salvation. I believe firmly the return of the Lord from heaven to establish His kingdom over the whole earth and to subdue all worldpower inimical to His reign, but do not consider it in accordance with the Scriptures to fix the dates, or to look upon Napoleon as the Anti-Christ, and I reject as total subversive of Bible truth the idea advanced in Dr. Baldwin's Armageddon,⁴ that God hates monarchy as the spawn of the devil, and that the millennium shall consist in a world republic headed by the U. States.

1 J.C. Frémont (!), Amerikaans staatsman met een spectaculaire loopbaan - ‘soldier explorer, politican, popular hero’ (R.B. Nye and J.E. Morpurgo, A History of the United States: 2; Penguin Books; Baltimore 1972, page 453). In 1856 werd Frémont candidaat voor de Republikeinen.

2 Scholte werd in 1860 van Democraat, Republikein. Dit veroorzaakte grote opschudding in zijn omgeving; Oostendorp, a.w., pag. 185.

3 William H. Seward werd in 1860 tot de ‘Abolitionisten’ gerekend. Ondanks dat had Scholte aanvankelijk voorkeur voor hem, kennelijk wegens zijn sterk voorstaan van de afschaffing van de slavernij.

4 Samuel D. Baldwin, Armageddon etc., Cincinnati, 8th Revised edition 1854.

[p. 331]

Vertaling¹

Ik kwam hier in 1847 met 700 à 800 Hollanders en legde de plaats Pella aan; deze is het middelpunt van een kolonie, die thans in een welvarende toestand verkeert. Aanstonds na onze vestiging in dit land legden wij onze eerste verklaring af om burgers te worden, teneinde ons zo spoedig mogelijk te vereenzelvigen met het land dat wij hebben geadopteerd; met de godsdienstige en politieke instellingen waren wij bekend voordat we ons oude vaderland verlieten. De reden van onze emigratie was hoofdzakelijk de overtuiging dat de maatschappelijke toestand in het oude vaderland zodanig was dat daar geen gelegenheid was voor de eerlijke armen en voor lieden van geringe middelen, hun omstandigheden te verbeteren of zichzelf en hun gezinnen van levensonderhoud te voorzien, terwijl er in dit land kansen en vooruitzichten waren voor eerlijke arbeid. De meerderheid der kolonisten behoorde in godsdienstig opzicht tot de groep van Christenen die zich hadden afgescheiden van de Staatskerk vanwege het feit, dat sedert 1835 de geestelijken van deze kerk de predikanten die de Evangelische waarheid verkondigden hadden vervolgd, en zelfs door middel van hun Synode de burgerlijke overheid hadden bewogen tot het straffen met boete en gevangenisstraf van godsdienstige samenkomsten met meer dan 20 personen. Alvorens ik besloot de aandacht voor emigratie te richten op de Verenigde Staten, heb ik tezamen met anderen getracht de Nederlandse regering er toe te bewegen, ons toe te staan vrije nederzettingen te stichten op Java, maar het leek mij dat de regering zodanige nederzettingen wenste te vermijden. Daarna richtte ik mijn aandacht op Amerika, en na een zorgvuldige studie van de natuurlijke hulpbronnen van de Westelijke Staten en de maatschappelijke conditie van de bewoners, koos ik Iowa, en ik ben niet teleurgesteld wat betreft de natuurlijke omstandigheden. Ik zou het echter niet betreuren indien we een enigszins meer beschaafde gemeenschap zouden vormen. Ik ben geboren in 1805 (en) behaalde in 1832 mijn graad aan de universiteit van Leiden. In 1830 en 1831 diende ik met een corps studenten in het leger bij het onderdrukken van de opstand in België. Sedert ik hier ben, heb ik belang gesteld in de aangelegenheden van ons land, en daar ik bekend was met de politieke inzichten van Henry Clay lange tijd

1 Men zie bij deze vertaling ook de vijf voorgaande noten van dit hoofdstuk.

[p. 332]

voordat ik enig idee had van naar Amerika te emigreren, werd ik lid van de partij van de Whigs en bleef er lid van zo lang deze partij bestond. Ik stemde Freement niet, omdat ik in hem wel een uitstekend ingenieur zie, maar hem totaal ongeschikt acht voor president van de U.S. In 1860 was ik één van de vice-presidenten van de conventie te Chicago waar Lincoln candidaat werd gesteld. Op dat tijdstip ging mijn voorkeur uit naar Seward, maar daarna werd ik volkomen tevreden met de verkiezing van Lincoln. Ik ben altijd een tegenstander geweest van slavernij zonder de handelwijze van de Abolitionisten goed te keuren, welke ik nog steeds beschouw als een fantastische politieke secte, zeer goed in staat te vernielen maar niet om op te bouwen, en verbonden met andere wilde theorieën als (gelijke) rechten voor vrouwen, spiritisme en vrije liefde, er toe neigende de fundamenten van ons nationale systeem te ondermijnen, en van ons land een modderpoel van losbandigheid en wetteloosheid te maken. Wat het godsdienstige betreft: ik heb mij niet gevoegd bij enig bijzonder kerkgenootschap, aangezien ik geen ander richtsnoer voor het geloof erken dan de Heilige Schrift, en in overeenstemming daarmee geen andere band van Christelijke gemeenschap dan de liefde. In leerstellig opzicht kan men mij beschouwen als streng orthodox zonder ooit gebruik te maken van formules gewaarmerkt door kerkelijke autoriteit en ik onderhoud gemeenschap met allen, die het evangelie van de verlossing oprecht geloven. Ik geloof vast de wederkomst van Jezus Christus uit de hemel om Zijn koninkrijk op de gehele aarde te vestigen en alle aardse macht die Zijn regering tegenstaat aan Zich te onderwerpen, maar ik acht het niet in overeenstemming met de Heilige Schrift jaartallen vast te stellen, of Napoleon te beschouwen als de Antichrist, en ik verwerp als een gehele ondermijning van de Bijbelse waarheid de gedachten ontwikkeld in ‘Armageddon’ van dr. Baldwin, namelijk dat God de monarchie verfoeit als een product van de duivel, en dat het duizendjarig rijk zal bestaan in een wereld-republiek waarin de Verenigde Staten de leiding hebben.