De Afscheiding van 1834. Deel 2. De classis Dordrecht c.a.
(1974)–C. Smits– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 218]
| ||||||||||||||||||||||||||||
Hoofdstuk 14
| ||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 219]
| ||||||||||||||||||||||||||||
Gedateerd 7 mei 1842 zenden 30 inwoners van de burgerlijke gemeente NumansdorpGa naar voetnoot1 een request aan de Koning, waarin zij verzoeken ‘als eene Christelijke Afgescheidene gemeente, in de burgerlijke maatschappij te worden erkend en toegelaten.’ Het reglement, dat zij - volgens voorschrift - overleggen is een enigszins gewijzigd (huishoudelijk) reglement van Utrecht. Wij zullen hieronder de namen der ondertekenaars vermelden. Behalve de eerste 4 namen is een alphabetische volgorde gekozen. Een R achter de naam betekent, dat de betreffende persoon aanwezig was op de ‘ringvergadering’ van kerken uit de Hoeksche Waard, gehouden op 15 sept. 1843 (hoofdst. 13, blz. 203). Een A, eventueel met jaartal, wijst op een geregistreerde afscheiding van de Hervormde gemeente van Numansdorp.Ga naar voetnoot2
| ||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 220]
| ||||||||||||||||||||||||||||
In de notulen etc. van de Hervormde gemeente lezen we verder nog: 1 jan. 1843. Terugkeer van Jacob van Pernis en Maartje Lieftink. In de handelingen van het classicaal bestuur van Dordrecht (Ned. Herv. kerk) vinden wij in het jaar 1843 vermeld, dat sedert het bestaan van de Chr.e Afgescheiden gemeente te Numansdorp 3 huisgezinnen zijn ‘teruggekeerd.’
De niet zo heel kleine gemeenteGa naar voetnoot2 gaat in 1842 een kerkgebouw stichten. In een acte, geregistreerd op het kadaster te Dordrecht, gedateerd 8 aug. 1842, lezen we, dat Arie van der Waal, bouwman, te Numansdorp, verklaart aan ‘het fonds der Chr.e afgescheidene Gemeente te Numansdorp’... ‘op altijd durende erfpacht af te staan en uit te geven’ ongeveer 8 roeden in het oostelijk gedeelte van een stuk land in de Numanspolder, sectie B, no. 230, tot plaatsing van een kerkgebouw à ƒ 9,60 per jaar.Ga naar voetnoot3 De Chr. Afgescheiden gemeente is vertegenwoordigd door Dirk Bollaart,Ga naar voetnoot4 ouderling en Jan Smits, diaken. Het oudste minuutplan van Numansdorp doet ons zien, dat het kerkgebouwtje stond tussen de Molendijk en de huidige Hallinxweg, ongeveer op de plaats, waar zich nu het Groene Kruisgebouw bevindt.
Na 1846 is het met deze gemeente snel bergafwaarts gegaan. De moeilijkheden met en het vertrek van P. Zonne (zie hoofdstuk 13), alsmede de emigratie van de ‘voorman’ Dirk Bollaart naar Pella, Iowa,Ga naar voetnoot5 zijn hieraan niet vreemd geweest. Wat wij verder nog weten van ‘Numansdorp’ en haar ontbinding, putten we uit de ‘Aanteekeningen betreffende de Christelijke Afgescheidenen in Zuid-Holland’Ga naar voetnoot6 | ||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 221]
| ||||||||||||||||||||||||||||
Gedateerd 25 december 1847 zenden de Afgescheidenen (‘bestuurders en verdere leden’) te Numansdorp een verzoekschrift aan de Koning, waarin zij onder meer het volgende te kennen geven. ‘Dat hunne Gemeente zoo ten gevolge van Landverhuizing als van andere oorzaken zoodanig is afgenomen dat dezelve thans niet meerder kan 12 Mansleden telt.’ Op 2 februari 1848 rapporteert de gouverneur van Zuid-Holland gunstig aangaande het verzoek ‘hoezeer het gebouw bij publieke verkoop meer dan ƒ 500,- zou opbrengen daartegen in aanmerking moet worden genomen, dat de kooper door adressanten aangewezen, behalve de koopsom nog aan de gemeente kwijtscheldt ƒ 370,-.’ De gemeente is kort daarna ontbonden. Pas in 1878 ontvangt het ministerie van justitie bericht, dat zich te Numansdorp een gemeente heeft aangesloten bij het dan zo genoemde Christelijke Gereformeerde Kerkgenootschap. Op grond van deze gegevens mogen we vaststellen, dat er van 1848 tot 1878 geen ‘Afgescheiden’ gemeente te Numansdorp heeft bestaan. De Afgescheidenen van Oudesluis, Middelsluis en Buitensluis (= Numansdorp) behoorden in die jaren tot de gemeente van Zuid-Beijerland, zoals onder meer een huisbezoekrapport van 1858 ons leert.Ga naar voetnoot2 |
|