Bilderdijk et la France
(1929)–Johan Smit– Auteursrecht onbekend
[pagina 289]
| |||||||||
Appendice
|
tome Ier: | men wordt onderdaan ou par droit de conquête ou par droit de naissance (65), fletrisseeren (123), extravageeren (126), principe van irresistibiliteit (128), engageeren (engager à: overhalen tot) (139), analogue, irresistibele (143), deze epoque, hare ligue (145), het esprit de corps (246), vis-à-vis van (276), vexatiën (285) enceintes (289), depossedeeren (337). |
tome II: | incommensurabel (100), successie pêle-mêle (224), intrigue (268) et c'est ainsi que s'écrit l'histoire, overal waar elk zot zotten kan vinden (277),Ga naar voetnoot1 een naam van affectie (genegenheid) (278). |
tome III: | zeer judicieus (50), een insolentie (136), waaronder een dessous des cartes was (138), deze menées (kuiperijen) (139), andere...moyens de parvenir (144), hare kreaturen (gunstelingen (145), assertie (158), aan Floris succedeeren (succéder à), de hem gedemandeerde regeering (163), intrusie (164), daarop grondden zich de partijen in de negative en affirmative (167), scientifique juistheid (183), indolent betaler, hij praetendeerde ignorantie als in re alienâ verseerende (207), cris de guerre (250). |
tome IV: | consolidatie (47), de sukkel donna dans le panneau (mélange comique des deux langues!) (63), represaille (71), de derde graad van affiniteit (80, 117), dat scandaal (80), |
zeer lamentabel (94), sottises (98), resistentie, gesanctioneerd, condescendence (114), frivoliteiten (115), elegance, schalksche abandon (116), zijn attentaat (117), oordeelen sur l'étiquette du sac, een élégance en luxe (123), het desaster (désastre) (146), in effigie aan den galg hangen (180), triomfant terug keeren (185), bannissement (186), remissie verleenen (241), dépêches (247), alert en aguerri, als de Franschen zeggen (274), métier (275), prouesses (277), het numerair (monnaie en circulation) (286), monopolistische partiale heerschappijen (352), la saison des Marguerites était passée (326). | |
tome V: | gepersecuteerd (36), zoete insinuatie (54), cajoleeren (74), het pendant (81), een entrevue (103), de advocaat depreceerde meer dan dat hij defendeerde, clementie inroepen, confiscatie (114), precair (138), impetuositeit (139), executie hebben (être mis à exécution), en detail (154), elk een kerk chez lui (173). |
tome VI: | punctualiteit (5), formaliteit (6), bij provisie inwilligen (7), ascendant (10), ... die le bon esprit gehad had van in de onderhandeling Philip op zijn aise te zetten (11), conspiratie (17), faveur de caprice (22), discipline (kerkelijke tucht (25), à la longue (34), antagonist (35), elegance (47), tranchant, systematisch en compleet (48), pacificateur, arbiter, moderator (49), Et c'est ainsi qu'on écrit l'histoire! (50), appointement (53), en wie kon ze zoo neergeslagen zien heen druipen zonder te zeggen: si ce ne sont de vrais gueux, au moins ils se comportent comme tels (B. ne sympathise guère avec les Gueux!) (55), sobriquet, afficheeren, een bloote retraite (des troupes) (56), affectie, devouement (59), relief (61), ostentatie (63), delicate begrippen (85), infameerend (89), absurditeit, revolteeren (96), extermineeren (97), zijn plan van bataille veranderen onder het engagement zelf (123), een simpele coup de main, den dijk enfileeren (avec le canon) (128), iniquiteiten, situatiën (142), repressalie (voir tome IV, 71: represaille) (153), n'en déplaise aux écrivains! (154), een nieuw reglement in train brengen (182), discussie (183), en passant (200), rancune (247), domestiken, de complica- |
tie der machines verbetert de werking niet à la longue (266). | |
tome VII: | à contrecoeur (18), hof politesse (32), explicatie (33), ze beschuldigen hem de manquer de courage (52), een revue over troepen (53), brusq afbreken (58), zij wilde door dit essay beproeven of het haar convenieerde, amants-titrés (97), den soupirant spelen (98), een pas d'écolier of de clerc (117), drie punten van accusatie...vague en ongedetermineerd (120), integriteit (176), mauvais plaisans (179), met obstentatie cajoleeren (191), sauvegarde (195), en échec houden (202), répugnance (216), possessie (220), copy figuratif (ancien nom pour fac-simile; B. trouve ce dernier nom barbare), apostasie, autolatrie (230). |
tome VIII: | in hunnen faveure, occupeeren (1), de troubles, impertinent (2), de bonne foi haten (4), en sens inverse, de decisie (39), ignoreeren, ressenteeren (44), zeer tranquil (50), en gros (51), details (52), d'égal à égal (54), concerneeren (56), een Stadhouder commode (meegaand S.Ga naar voetnoot1) (102), passieve obedientie, impeccabele Goden (109), gedecideerd (111), dit alles is te piquanter...(115), timide, accommodatien (119), de pépinière (121), praeparatoiren (mélange de latin, de français et de hollandais!), treve (123), forceeren, tentativen (127), 't appât van...(130), à la merci (131), impertinentie, mercantile regenten, een kabale (kliek) (137), sympathiën, antipathiën, commercieel, moderne historie (145), 't convenabelst huwelijk, communiceeren (156), irrevocabel, conquesten (158), was dat pour leurs beaux yeux? (239). |
tome IX: | een exposé van zijn démarche en de motiven (23), ressources (30), de troupes (40), geredigeerd (44), corruptiën (46), practicale observatie, morele, politique, rhetorische gevolgen (48), soupler, bij derisie (par dérision) (62), atrociteiten (91), een air de protection (95), à la merci (107), advoueeren, desadvoueeren (116), een domestique zaak (142), guarandeeren (143), tergiverseeren (147), bij |
speciale vergunning authosireeren (169), alternatif, reclameeren, mediateurs (176), spoliatie (188), attentât (190), applicatie (199), ombrage (soupçon) geven (200), eclatant (205), chicane (216), amuseeren, abuseeren (tromper), inspecteeren (227), galimathias (235), indignatie, chef de parti (291). | |
tome X: | het moreel (18), probabiliteit, veraciteit (19), resumeeren, concludeeren, retorqueeren, de volle halve preuve die de ordonnantie tot adjudicatie van de tortuur vereischte (20), exces (22), minutieus, reputatie, ressource van geest (30), realiseeren (32), sain et sauf aankomen (43), epoque maken (67), een lange treves (74), rivaliteit, een gedetailleerd tractaat (76), superieure talenten (82), in de contramine (87), de sacrifice doen..., convenientie (96), les badauts d'Amsterdam (100), diffameeren, affectatie van angst (101), trempeeren (dans un complot), fraaie sententiën (102), en corps (107), constitueeren (115), de tegenpartij imposeeren (120), altercatiën (121), scrupules (130), als alle vrouwen zoo kramen moesten [que la reine d'Angleterre en 1688] stierf de wereld uit, à force d'accouchements (134), diversie (138), nominatie, territoir (154), een slag engageeren, de superioriteit (165), tentativen (167), bannissement (169), de culpabiliteit van het fait (170), tirades, zich in spectakel geven (173), mine maken om...(175), de calcul is niet juist (176), een intriguanten aard (179), il vaut mieux être dupe que fripon (180), renunciatie (182), alsof hij, atteint de mort civile, gestorven ware (185), alerte zijn (189), extermineeren (195), contenance houden (196), glorierijke retraite (203), Fransche civilité, insinuante onderdanigheid, perverteeren (264). |
tome XI: | tournure van geest, commérages, deze trempe van ziel (5), bon gré of malgré (36), décence (39), politique existentie (50), een reclame (réclamation), entameeren, réclamateur, het gouvernement prostitueerde zich (75), in cas van (82), sensatie (87), chef der troupen, progressen maken (107), Frankrijk rekende het tijd te zijn de pousser sa pointe (110), imminent gevaar (113), deliberatiën (115), ressentiment (121), het gratieuse, het ingratieuse (122), dat |
het in andere steden was: ‘Tout imita Paris’, verstaat zich (147), imposant (160), fletrissure (183). | |
tome XII: | gemollierd (= amolli) (5), à fonds wederleggen (25). Un exemple assez drôle de l'effet comique que l'auteur tire de l'emploi de mots français au milieu d'un texte hollandais est le suivant. Parlant de Joseph II, empereur d'Autriche, qui lui était profondément antipathique pour sa démocratie de réclame, Bilderdijk dit:
Hij plach te zeggen: ‘Dans l'ordre d'ici bas, la royauté est un métier...Il faut à un souverain des bras auxiliaires; mais sa tête seule, dépôt de l'intelligence qui a dû lui être donnée d'en haut, doit les employer et les diriger’. - En met cette tête seule brak hij alle heilige tractaten..., deed de fatsoenlijke en edele stift-jonkvrouwen grove soldatenhemden naaien in plaats van haar kunstwerken...Met die tête seule deed hij zonder eenige reden den Turken den oorlog aan;...om met die tête seule (maar zonder geschut, wapenen of bagagie...) terug te keeren. |
Quelques gallicismes:Ga naar voetnoot1
het rijk en de rijkszaken vermeerderende, werden er twee [bijeenkomsten] 's jaars gehouden (construction française!) (I: 131); Wagenaar wierp er een kleinen opslag van 't oog naar toe (= coup d'oeil: blik) (II: 269); men scheidde goede vrienden (II: 288); zij was verzot op een onwaardig voorwerp (= objet [d'amour]) (III: 157); ongevoelig overgaan (= insensiblement: onmerkbaar) (III: 236); een netheid van denken (= netteté: scherpheid) (IV: 48); zij stierven kinderen (IV: 184); zwaar ziek vallen (= tomber malade: worden) (IV: 323); van iemand oordeelen (= juger de: over) (V: 128); zijn partij nemen (= parti: besluit) (V: 129); ik moet Keizer leven of sterven (V: 148); secretaris sterven (VI: 23); Oranje niet geschroomd hebbende Anna van Saxen te trouwen, vond Granvelle dit tergend (construction française) (VI: 26).
- voetnoot1
- Echo de Boileau: ‘Un sot trouve toujours un plus sot qui l'admire’ (Art poétique, chant Ier).
- voetnoot1
- Qu'on ramarque la place de l'adjectif. Cette expression a été pensée en français.
- voetnoot1
- Il y a aussi de rares germanismes (Voir J. Moll, Bilderdijk's Geschiedenis des Vaderlands [L'Histoire de la Patrie, par B.]. Assen, 1918, p. 88).